Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

ONTWAKENDE BOSGROND

Het is midden in de winter. Daarom leven alle aardwormen nu minstens een meter diep onder de grond. Die harde, koude kluiten daarboven... Nee, je zult het wel laten om daar tussen door te kruipen! Maar ver binnen de aarde, ja, daar is het nu juist aangenaam.
Die kronkelende diertjes smullen in 't broeierige zwart van schimmels en verteerde, verzonken plantenresten. De wormen geven met hun kronkelen en duwen lucht aan de bodem: heilzame adem voor de wintergrond en hun eigen voeding.
Na zo 'n maand of twee toch wat last van iets te veel warmte. Ja, van een warmte, die ook een beetje benauwend wordt. Enkele dagen is het nog wel om uit te houden. Daarna wordt het toch te bar.
"Laten we maar eens naar boven gaan," gaat het door hun zwijgende kopjes.
Maar wanneer ze bijna aan de oppervlakte zijn, wordt het toch weer te koud. Toch nog een eindje naar beneden. Ja, nu is het wel naar hun zin. Zo af en toe voelen de blinde diertjes gekriebel aan hun huid. Heel wat spinnetjes houden zich ook schuil in de grond. Daar zijn de wormen niet zo van gediend. Daarom maar verder naar beneden. Tjonge, daar is het nu echt om te stikken! Gauw helemaal naar boven, de buitenlucht tegemoet! Ai, daar is het te koud!
Dagenlang blijft het een spelletje van vluchten voor die kriebelpootjes. Naar boven, naar beneden, in de rondte gaan... Dan zijn er ook nog de overwinterende vliegen. Wat kunnen die de wormenhuidjes een jeukend gevoel geven!
Maar tenslotte overheerst een heel ander gevoel alles. Heel tere, dunne vingertjes raken de kronkellijven. Een heerlijk strelend gevoel is dat. De wormen snuffelen aan die fijne handjes. Ervan eten... Ja, dat is verrukkelijk. Heel wat van die fijne vingertjes worden verorberd. Maar toch komen er steeds meer bij. En die vingers worden ook steeds langer, daarbij ook steeds lekkerder. Met alle plezier wroeten en kruipen de wormen door die vingers, waarvan er zoveel bij komen. Heerlijk eten, dat nooit opraakt.
Drang om naar boven te gaan, naar de wijde lucht! Wat een heerlijke geur van jonge stengels en blaadjes. Na enige dagen ruikt het nóg lekkerder. Ja, bloemengeuren.
De wormen blijven in de grond wonen, maar komen elke dag even naar boven om die zachte blaadjes te voelen en te besnuffelen.
Door hun gewoel tussen de wortels hebben ze voor de bosgrond een prachtig groen en wit-roze kleed verzorgd. Zelf kunnen ze daar niets van zien. Maar ze versterkten een prachtig woonoord voor kleine bosdiertjes, zoals kevers en vlinders. Dat tehuis, allemaal bosanemonen, is tegelijk een lust voor het oog van wandelaars.

Schrijver: Han Messie, 25 januari 2019


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.0 met 1 stemmen 432



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Patrick Schuiling
Datum:
28 januari 2019
Hallo Han, leuk via deze weg iets van je te lezen. We hebben ooit in de ploeg van Toon van Gils gezeten bij de Dalgety Foods. Ik was net vers vanuit Enschede naar Breda verkast. Ik heb Een dwerg in de boomgaard in mijn boekenkast staan.
Groeten Patrick Schuiling.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)