Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Vledermuis

In de rooms-katholieke kerk van Heerenveen is het nog kouder dan dat het buiten is. In het voorportaal stampt Vledermuis eens even extra hard met zijn voeten. De aangekoekte sneeuw valt op de stenen vloer uiteen. Piet Zonderland heeft in de hemel bij het uitdelen van de gezichten ver achteraan gestaan en hij lijkt inderdaad veel op een angstaanjagende vleermuis, waardoor hij de bijnaam Vledermuis heeft gekregen. Hij weet soms niet eens beter dan dat hij zo heet. Hij vindt Vledermuis zelfs mooier klinken dan Piet en eerlijk gezegd is dat ook zo. Het klinkt stukken warmer en poëtischer. Hij kijkt door de spleet tussen de grote, donkerbruine klapdeuren richting de imposante, grijsgetinte, Holle Bolle Gijs kerk. Als van heel ver hoort hij het kerkkoor vrome liederen zingen en als vanzelf begint zijn hart wat te smelten en in de ban te raken. Hij krapt zenuwachtig aan het zwarte rubber van de rechter klapdeur. Hij probeert ongemerkt naar binnen te lopen, maar de deur kraakt tergend gemeen, waardoor hij in de verte enkele gezichten zijn kant op ziet gaan. Gelukkig zingen ze wel gewoon door. In de gereformeerde kerk, waar hij iedere zondag naartoe gaat, hebben ze niet van zulke grote beelden met van die flakkerende lichtjes ervoor. Bij hun draait alles om Jezus, maar hier staat ook een evengroot beeld van Moeder Maria, ziet Vledermuis. En de zitbanken zijn anders, het zijn veelal losse knielstoelen met rode bekledingen. Hij gaat niet helemaal vooraan zitten, maar net dichtbij genoeg om goed zicht op de jeugdige zangeressen en zangers te hebben. Hij ontdekt al gauw dat Tineke Joustra, de jongedame waar hij smoorverliefd op is, op de achterste rij staat, de derde van links. Hij verbeeldt zich dat zij naar hem lacht, maar volgende week krijgt hij een nieuwe bril met sterkere glazen, wat hard nodig is.

De dirigent is pastoor Diederik Wijwater, die uit België is komen overwaaien en meestal goedgeluimd is, wat alles met de kerkvoorraad miswijn te maken heeft, die herhaaldelijk tekort komt en bijbesteld moet worden. Vledermuis let meer op de open en dicht gaande mond van zijn felbegeerde Tineke, die nu wel even vluchtig naar hem zwaait. Tussen twee zeurliederen door. Hij is helemaal niet gekomen om naar dat zalverige kattegejank te gaan luisteren, o nee, hij komt alleen maar voor zijn onweerstaanbaar aantrekkelijke Tineke, die hem al maanden slapeloze nachten bezorgt. De zoete, zwoele geur van haar parfum blijft maar in zijn neusgaten hangen en zijn liefdeswaanzin wordt alsmaar groter en onhoudbaarder. Zijn hart bonst haast uit zijn zwetende lijf en zijn dolle kop is bijna continu een rode biet. De valeriaan werkt voor geen meter en van de medicinale wietplantjes wordt hij alleen maar onrustiger. Met zijn gedachten schiet hij alle kanten op, alleen zijn Tineke is een vaste rots in de onstuimige branding. Pastoor Wijwater klapt zijn zangboek dicht en iedereen verdwijnt van het toneel. Vledermuis volgt hen schoorvoetend richting de sacristie, die als omkleedruimte dienst doet. Verlegen en onhandig groet hij Tineke, die als laatste in de sacristie verblijft.

Ineens flitst er van alles door Vledermuis heen en krijgt hij torenhoge angstvisioenen en breekt het zweet hem uit. Hij smijt de sacristiedeur keihard dicht en hij doet die op slot. Tineke schrikt zich een hoedje en voordat ze iets kan zeggen, heeft Vledermuis haar al volop op de mond gekust en streelt hij haar stevige borsten door haar bloes heen. Zij verzet zich uiteraard, maar wanneer ze merkt dat hij daar ontzettend agressief op reageert, geeft ze zich gewonnen en laat ze hem volop zijn gang gaan. Er wordt aan de deur gemormelt en Tineke hoort de bezorgde stem van pastoor Wijwater. Vledermuis hoort niets en heeft alleen maar oog voor zijn bruutweg geroofde buit, die hij ruw ontkleedt. 'Moet ik de politie bellen?', schreeuwt Wijwater. 'Nee, er is niets aan de hand!', roept een inmiddels verkrampte Tineke. 'We zuipen al jouw flessen wijn leeg, ouwe rotpaap!', schreeuwt Vledermuis. Daarna blijft het stil achter de deur. Vledermuis wil net als een bezeten en kwijlende dolleman woest bij Tineke tussen haar van angst en weerzin samengeknepen schaamlippen naar binnen dringen, wanneer er op een hoog raampje getikt wordt. Het is Wijwater, die met een ladder naar binnen loert. 'Jezus, wat een nare rat!', zegt Vledermuis, 'maar die zal er van lusten!'. Hij wenkt de pastoor en hij laat hem zien dat hij de deur geopend heeft. Vledermuis pakt ondertussen een fles wijn uit de bouwvallige kast.

'Jij gaat in die hoek staan!', gebiedt hij een trillende, rillende Tineke. Er klinken haastige voetstappen en zodra pastoor Wijwater in de sacristie loopt, slaat Vledermuis een fles wijn op zijn hoofd kapot. De pastoor valt languit op de stenen vloer en Tineke gilt het uit. Vledermuis is door het dolle en hij begint alle wijnflessen op het bebloede hoofd van de pastoor kapot te slaan. Tineke ziet hoe razend hij is en ze weet ongemerkt weg te glippen. Pas wanneer alle flessen kapot geslagen zijn, ontdekt Vledermuis dat Tineke ontsnapt is en hij snelt naar buiten, waar enkele agenten hem staan op te wachten. Hij wordt meteen afgevoerd en hij krijgt een lange gevangenisstraf met dwangverpleging. Pastoor Wijwater heeft de aanslag overleefd, maar hij is dusdanig toegetakeld, dat hij zijn ambt niet meer kan uitvoeren en dat hij voor de rest van zijn leven verzorgd moet worden. Tineke heeft voor de rest van haar leven schoon genoeg van alle mannen.

Schrijver: Joanan Goddess Namaste, 18 maart 2019


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 339



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)