Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Filmische taferelen

Hartzeer
(voor Heleen)

Wel is 't land voorgoed verlaten,
maar al 't leed vaart mee op 't schip,
de verre kusten zullen niet baten,
het hart is de dodelijke klip.

Ik had in Ljouwerd kunnen blijven
om te wachten op wat genadebrood,
maar in de havens zijn genoeg wijven
en minder stug tegen hongersnood.

Jouw afstoten heeft mij diep geraakt,
terwijl de sluispoorten gesloten bleven
heb ik mijn schip resoluut gedraaid,

ben ik in een eindeloze vrijheid ontwaakt,
stond ik nog te turen op de achtersteven,
waar jouw belofte ruw is weggewaaid.

Jan Jacob Slauerhoff
uit zijn roman 'Het verboden Rijk' (1932)


'Het zou zomaar kunnen hé!', zegt Erik Bonestaak tegen de hoogleraar literatuurgeschiedenis Baron Stefanus van Kortrijk tot Gent, 'wees eerlijk, je geloofde echt dat dit een volledig door Jan Jacob gepubliceerd gedicht is, terwijl hij in feite alleen de eerste twee regels schreef en ik de rest er bij heb geschreven. 'Er zullen inderdaad weinig dichters zijn, die dat hebben gedaan of zullen doen!', antwoordt Stefanus, terwijl hij vluchtig om zich heen kijkt, want hij wil niet graag voor dom versleten worden. 'Het gaat mij gemakkelijk af, want ik ken Slauerhoff als mijn broekzak en het feit, dat zijn eerste, grote geliefde Heleen Hille Ris Lambers niet verder met hem wilde gaan, dan een vriendschap, heeft hem levenslang achtervolgd als een zwaar gedoemd zijn.'. 'Hoe kom je daar nou bij? wat een klinkklare onzin zeg, Slauerhoff trouwde toch met die knappe danseres Darja Collin, juist ja, daar heb ik nog prachtige naaktfoto's van gezien en bovendien ging hij zoals de meeste zeelieden na iedere lange zeereis regelrecht naar een bordeel en een opiumkit. In Beetsterzwaag zat hij al als een dolle hond achter de vrouwtjes aan!'. 'Dat klopt allemaal wel, maar diep in zijn romantische hart bleef zijn liefde voor Heleen smeulen en dikwijls weer opvlammen!', zegt Erik, terwijl hij de professor diep in zijn troebele oogjes kijkt. 'Je zult wel gelijk hebben, jongeman, wat kan het mij ook allemaal nog bommen, maar met dat gedicht heb je me aardig beetgenomen en nog kan ik bijna niet geloven, dat jij het ontbrekende gedeelte op zo'n duidelijk Slauerhoffiaanse wijze hebt weten in te vullen!'. 'Achteraf gezien was die stijve domineesdochter natuurlijk helemaal niet geschikt voor zo'n avontuurlijke vrijbuiter, maar dat wist hij toen zelf nog niet en in zijn erotische dromen was zij net zo wild en gewillig als de wulpse zigeunerin, die hij aldoor verlangde. Hoe hij het ook probeerde, hij kon haar niet wild krijgen en ze bleef een hervormde burgertrut, die Jan Jacob als een buitensporig en triest geval zag.', vertelt Erik er nog bij, 'ze trouwde niet voor niks met een tuinarchitect, dat vele malen liever, dan met een altijd onrustige, grillige en vermomde piraat!'.

Terug in zijn sjofele huurkamer leest Erik in de NRC van 9/10 november 2019 de column 'Over het verjagen van God' van Tommy Wieringa. 'Inderdaad, die mensen, die een zogenaamde God gebruiken om nog meer ellende op aarde aan te richten, zijn het allergevaarlijkste!', denkt hij, terwijl er op zijn raam geklopt wordt. Het is zijn nieuwste vlam Esther Boomsma, die meteen wijdbeens op zijn schoot springt. Na een half uur vol liefkozingen besluiten ze om naar de bioscoop te gaan, niet in Groningen, maar in Leeuwarden. Esther wil graag naar die film met die moorddadige clown, maar ze durft er alleen met Erik naartoe. 'Zouden ze die film gedraaid hebben, toen dat schoonmakersechtpaar daar in die Groningse bioscoop...', mompelt Esther. 'Welnee jóh, die killer was al een killer uit zichzelf!', antwoordt Erik, 'een psychiatrisch geval, die ook nog eens blowde!'. 'Hij stalkte zijn ex hé!' 'Ja, die zal nu wel helemaal als de dood voor hem zijn!' 'Hoeveel jaar krijgt zo iemand, denk je?' 'Altijd te weinig, schat, altijd te weinig!' 'Maar die strafsystemen werken toch niet tot averechts?' 'Ook dat is waar, maar wat moet je anders met dat soort misbaksels?' 'Misschien juist heel veel liefde en aandacht geven?' 'Ja, doei!'.

'Kom! we gaan daar even naar binnen, dat is echt een te gek café!', roept Esther, terwijl ze door de binnenstad van Leeuwarden struinen. Na enkele biertjes ploffen ze even later in hun bioscoopzaalzetels en kruipt Esther stevig tegen Erik aan. Hij kust haar op haar zoetgeurende haren. Dat kriebelt een beetje. In de pauze gaat Erik even naar het toilet en vraagt hij aan Esther of hij nog wat voor haar mee moet nemen. 'Doe maar een Mars!', zegt zij, 'én een cola!'. Hij slentert een beetje high van de film over het zachte tapijt. Terwijl hij in een hangende pisbak urineert gaat er achter hem een toiletdeur heel langzaam piepend open. Hij probeert via de spiegel te zien wie daar in verscholen zat. Hij ziet niets. Terwijl hij zo snel mogelijk zijn gulp dicht ritst, wordt hij met een enorm zwaar voorwerp op zijn achterhoofd geslagen. Hij zakt meteen ineen.

Wanneer Erik maar wegblijft en de film al zo'n vijf minuten is hervat, gaat Esther op onderzoek uit en vindt ze Erik bij de herentoiletten. Ze gilt het uit. Haar gillen valt toevallig net samen met een giltijd in de film. Ze draait Erik's hoofd naar boven. De grote plas bloed doet haar beven. 'Eééééérik!', krijst ze alsmaar opnieuw. Een gealarmeerde medewerker komt aangesneld en de politie is er al snel bij. Het collectief geheugen helpt een handje mee. Esther wordt door een vrouwelijke agent gekalmeerd en getroost. Een andere diender voelt in de nek van Erik en even later ziet Esther zijn hopeloze nee-geschud. De aangestormde ambulancebroeders minderen ineens hun vaart en voor Esther gaat het licht uit, want zij valt flauw en ze ontwaakt pas in het ziekenhuis, waar ze politiebewaking krijgt, want de moordenaar van Erik blijkt haar ex te zijn.

Schrijver: Joanan Rutgers, 9 november 2019


Geplaatst in de categorie: film

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 168



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)