Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

ECHTE LIEFDE

Ze kwam om de hoek van het café aanlopen, mijn richting op, een oud dametje met een kinderwagen. De kap van de wagen omhoog, want ja het miezerde flink. Natuurlijk liet ze haar kleinkind niet natregenen – het was al heel wat om zo’n kind in dit gure weer mee te nemen. Maar goed, je kunt ze blijkbaar niet snel genoeg laten wennen aan ons kille rillerige regenachtige weer. Ze moeten immers gehard worden voor een mogelijk weer te houden toekomstige Elfstedentocht. Ja, die Friezen hier blijven er ondanks alles toch in geloven.

Op zo’n vijf meter afstand zegt ze tegen de kap. ‘Niet jengelen, je mag er zo uit.‘
‘Niet dat ik me er mee wil bemoeien mevrouw, maar is het weer niet te druilerig voor zo’n kleintje.‘
‘Wees maar niet bang meneer, hij kan het wel hebben.’ Ik sta tegenover haar zonder in de wagen te kijken; ik heb niet zo veel met baby’s.
‘Hoe oud is de kleine,’ vraag ik fatsoenshalve, om toch enige belangstelling te suggereren.
‘Hij is al veertien, en loopt een beetje moeilijk. U kent me immers wel, ik heb destijds met u gesproken bij het volkstuintje – u weet wel helemaal aan de andere kant van het park. Best een eindje lopen.’
‘Nu u het zegt, u kwam me al een beetje bekend voor. U werkt daar als vrijwilligster meen ik.‘
‘Werkte,’ zei ze, ‘ik doe het niet meer, het werd me allemaal even te veel.’
‘Uw kleinkind is met veertien maanden, wel wat laat toch met lopen of zie ik dat verkeerd? Er is hopelijk niets mee aan de hand toch?’ Achteraf weer zo’n oerdomme opmer-king van iemand die er totaal niks van af weet en toch de zogenaamde ‘ervaringsdeskundige’ wil uithangen.
‘Nee hoor, Timo is nog behoorlijk kwiek, maar met die korte pootjes tot helemaal naar de andere kant van het park lopen is toch wel een heel eind voor hem. Dus doe ik hem op de weg hiernaar toe in de kinderwagen, want echt heen en terug is gewoon te veel voor hem.’ ‘Dat vermoed ik ook, voor zo’n kleintje,’ merkte ik onnozel en totaal overbodig op.

Er was iets wat ik niet begreep, maar wat. Uit fatsoen deed ik nog anderhalve stap naar voren om zogenaamd de kleine te bewonderen. Ik wierp een blik in de kinder-wagen en schrok en was tegelijk opgelucht.
’O, natuurlijk dàt is Timo.’ Plotseling herinner ik me dat er gedurende het gesprek destijds, een klein Boomertje rond haar benen scharrelde.
‘U kent Timo toch nog wel,’ zei ze.
‘Natuurlijk,’ loog ik, ‘maar om eerlijk te wezen, ik was zijn naam even vergeten.’
‘Weet u. ik los het tegenwoordig zo op. Ik loop met Timo in die oude kinderwagen zo mooi gezellig, met z’n beidjes naar de supermarkt. Kan ik de boodschappen er mooi in kwijt en hoef niet met een zware tas te slepen. Maak zo zelf een flinke wandeling en op de terugweg laat ik Timo mooi naast de wagen lopen – hij en ik blij. Weet u een leuke bijkomstigheid is dat veel mensen eventjes bij me blijven stilstaan om een praatje te maken. U nu ook weer. Leuk toch?’ ‘Inderdaad leuk en voor mij een echte verrassing.’

‘Nou meneer, ik moet weer verder, boodschappen halen.’
‘Doe uw best mevrouw, en wie weet tot een volgende keer,
tot ziens!’ Ze loopt door en ik ook. Toch kijk ik nog even om en glimlach en denk: verdorie wat mooi, dit is het toch ook een aandoenlijke vorm van pure echte liefde.

Schrijver: catrinus
Inzender: C.A. de Boer, 22 november 2019


Geplaatst in de categorie: emoties

4.0 met 2 stemmen 188



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)