Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De spokerij aan de Stationsstraat 16 in Zevenbergen

Baron Egbert Orgelmaker, Heer van Zevenhuizen, woont inmiddels in het legendarische herenhuis op de Stationsstraat 16 in Zevenhuizen, nadat hij heeft besloten om op zijn oude dag wat kleiner te gaan wonen. Na een jarenlang verblijf in zijn Ierse kasteel, is hij naar zijn geboortegrond teruggekeerd. Zevenbergen bleef maar aan hem trekken en de omvang van zijn Ierse kasteel werd veel te onhandig, gezien zijn loopproblemen en zijn ene, blinde oog. Toevallig stond dit huis te koop en aarzelde hij geen moment, omdat zijn levensverwachtingen sinds zijn levertransplantatie in Dublin sterk verminderd zijn. Dat hij een verstokte kettingroker is, helpt ook niet echt mee. Toch wil hij de laatste tijd van zijn leven nog zo aangenaam mogelijk doorbrengen en daarvoor leek hem dit bijzondere huis in Zevenbergen zeer geschikt. Er was enorm veel achterstallig onderhoud en het huis verkeerde in een miserabele staat, maar dankzij veel vakmanschap en daadkracht is de verbouwing zo goed als afgerond, inclusief een lift voor als hij in een rolstoel komt te zitten en de trapliften niet meer voldoen. Zijn butler Steven Callahan is met hem mee verhuisd en hij heeft zijn eigen huis op de Stationsstraat 28, zodat ze 's nachts niet met elkaar opgescheept zitten en er ook nog een privéleven op na kunnen houden. Dat extra huis was totaal geen probleem voor Egbert, want in Ierland bewoonde Steven 's nachts een riante villa op het landgoed van Egbert. Die villa alleen al is voor vijf miljoen euro verkocht. De kokkin is niet meegekomen, maar ze hebben een uitstekende vervangster in Frederica de Klerck uit Oudenbosch gevonden. Zij komt iedere dag met de auto naar Zevenbergen en ze kookt als een kok met drie Michelin-sterren. Egbert is dik tevreden over haar. Vandaag gaat ze een pond kogelbiefstuk voor hem bakken en daar verheugt hij zich al de hele dag op. De jachtsaus maakt ze volgens een eigen recept, maar Steven zal, zoals altijd, de juiste wijn erbij uitzoeken. 'Steven!', roept Egbert, 'is Fré al terug met de groente?'. 'Nee, Sir de baron, she is still to the winkel!'. 'Of je praat helemaal Engels of helemaal Nederlands, kwajongen, maar niet zo'n gestoorde mengelmoes, begrepen?', zegt Egbert. 'Ik zal mijn best doen, meneer de baron!', zegt Steven, die inmiddels bij Egbert in de voorkamer staat. 'Vlot het dan een beetje met die cursus Nederlands?', vraagt Egbert. 'Het gaat steeds beter, meneer de baron!', antwoordt Steven, 'mijn lerares Truus Biertje geeft heel goed les!'. 'Dat mag ook wel, gezien wat zij ervoor vraagt!', zegt Egbert, 'ach, daar zul je Fré hebben, vraag haar meteen even om het diner een half uur te verzetten, want ik wil nog graag wat wandelen, voor zover dat gaat! Even wat frisse lucht snuiven!'. Zodra Egbert de voordeur opent, kijkt hij recht in het lachende gezicht van een Amerikaanse blondine, die vraagt of hij in het mormonisme is geïnteresseerd. 'Maar jongedame toch, ik ben aan het einde van mijn levensweg, denk je nu echt dat ik nog om een verandering zit te springen?', zegt hij afwerend, 'bovendien moet ik niets meer van die godsdienstige hocuspocus hebben, allemaal misleidende lariekoek!'. 'My name is Rachel en ik wil u alleen maar for al little while spreken!', blijft de mormoonse verleidster doordrammen. 'Qua taaluitspraak kun je het vast erg goed met mijn butler vinden, nou, goed dan, kom morgenmiddag om drie uur maar terug als dat treft!', zegt Egbert vriendelijk. 'Ze ziet er wel heel strak en op de juiste plekken flink bollend uit!', denkt hij, 'wie weet fleurt dat me een beetje op!'. Hij loopt rustig naar het witte station, waar hij naar de zolderkamer kijkt. Hij zweert dat hij daar iets ziet bewegen. Bij navraag aan het loket blijkt daar een kunstenares te wonen, ene Adriana Dalsum, die een plaatselijke bekendheid schijnt te zijn. Hij klopt bij haar aan en hij vraagt haar of ze ook spoken kan schilderen. 'Voor spoken ga je maar naar het kerkhof, ouwe, val me niet lastig met onzinvragen!', sneert ze. 'Ik meen het oprecht, jongedame, ik betaal je er goed voor, is 1000 euro voorschot prima?', zegt Egbert, die zijn beurs opent. 'Voor 2000 kom ik een keer kijken, okay? Zeg maar waar je woont!', reageert zij kortaf. 'Nou, even verderop!', zegt Egvert, 'zou je vannacht misschien kunnen? Dan verdubbel ik het voorschot!', zegt Egbert, die haar 4000 euro overhandigt. Adriana grist de flappen uit zijn gerimpelde hand en ze sluit de deur met een behoorlijke smak. 'Ik zie je rond middernacht!', schreeuwt ze nog door de houten deur. Egbert gaat met een tevreden glimlach richting zijn biefstuk met rode wijn.

Terwijl Steven en Frederica allang zijn vertrokken, wordt er rond middernacht bij Egbert aangebeld. Hij legt zijn sigaar in een koperen asbak en hij laat de moeizaam kijkende Adriana binnen. 'Kom, dan drinken we eerst een afzakkertje!', zegt hij beleefd, 'en dan zal ik je het één en ander uitleggen!'. Adriana gooit haar jas in een stoel en ze gaat op de grond zitten. 'Zo kan ik beter aarden!', zegt ze, 'want ik wil wel graag stevig geworteld zijn, wanneer ik straks met spoken ga werken!'. Egbert lacht zich een deuk en hij schenkt haar een glas likeur in. Egbert zegt: 'Je weet misschien dat de wereldberoemde schilder Vincent van Gogh in dit huis heeft rondgedoold, toen hij 11, 12, 13 jaar was, welnu, in de twee jaar dat hij hier verkeerde, was hij hier een leerling, het was hier toen een kostschool onder leiding van de eigenaar, meester Jan Provily, en zijn gezin. Vincent vond het allemaal maar een vervelend gedoe en hij leerde er niets, volgens hem. Hij miste vooral zijn ouders, zussen en broers. Hij was veel te jong en kwetsbaar voor die afzondering. Welnu, ik zie de laatste weken steeds kinderen heen en weer rennen, maar één blijft steeds lange tijd naar mij staren, terwijl hij stilstaat of spullen omver wil gooien, wat hem soms ook nog lukt, want zie je deze scherven hier, dat was een antieke, Chinese vaas uit de Ming-periode en van onschatbare waarde. Ik heb met eigen oog kunnen zien, dat hij die omver stootte! Hij is nog steeds boos en verdrietig, omdat hij destijds door zijn ouders in de steek is gelaten, want zo heeft hij dat gevoeld. Ik heb hem ook naar mijn kunstoog zien grijpen, want die wil hij er het liefste uit rukken en kapot gooien! De zwaar getraumatiseerde Vincent is hier ontzettend eenzaam geweest en zijn ziel komt maar niet tot rust, zolang niemand daar helende aandacht aan besteedt. Meestal komt hij rond één uur spoken, wat over vijf minuten is. Als wij nu zijn vader en moeder spelen en hem gerust weten te stellen, dan kan hij misschien vrede vinden. Ik wil graag dat je van de ontmoeting een schilderij maakt, of jij hem nou ook te zien krijgt of niet, ik zal je alles tot in de kleinste details vertellen, maar wieweet zie jij hem ook wel en dan hoeft dat niet eens. Ik vertienvoudig jouw voorschot!'. 'Ik vind het allemaal prima, man, waarschuw me maar wanneer Vincent weer opduikt!'', zegt Adriana op fluistertoon om de spooksfeer erin te houden. Ze zet haar ezel in een goede uitkijkhoek en ze houdt haar penseel in de aanslag. Diverse klokken slaan één uur en er volgt een doodse stilte. Egbert drinkt nog gauw wat likeur en Adriana trekt haar jeans wat omhoog.

Ineens begint Egbert te beven en hapt hij zichtbaar naar adem. Met zijn linkerhand geeft hij aan dat het zover is en het kraakt inderdaad her en der wat. Adriana begint eerst maar wat Egbert vast te leggen en ze speelt het spookverhaal graag mee, al was het alleen al om de hoge beloning. 'Zie je al wat?', fluistert ze minzaam. 'Stt! ik zie hem nog niet, maar wel allemaal rennende kinderen rond een juffrouw met een jurk tot aan de grond!', fluistert Egbert terug. 'Hoe ziet ze eruit?' 'Lang haar tot voorbij de schouders en een medaillon op haar borst, maar stil nu!' 'Ja ja, maar ik zie nog niets, weet je!' 'Hemeltjelief!, daar is hij! Hij staat nu in de deuropening en hij kijkt mij aan, zie je hem dan niet? Hij staat met zijn rechterhand tegen de deurpost geleund, alsof hij weer op kattekwaad zint!' 'Wat heeft hij aan?' 'Een lange broek met een dikke, wollen trui en wacht eens, er steekt iets uit zijn broekzak, het is, het is een penseel!' 'Weet je dat zeker?' 'Jazeker, het is een penseel en hij houdt hem nu in de lucht, hij maakt er schilderbewegingen mee en hij glimlacht zelfs!' 'Kan hij ons ook zien?' 'Je zou het bijna denken!' 'Vraag het hem anders!' 'Ik wil de betovering niet verbreken!' 'Dat gebeurt echt niet!' 'Goed dan, Vincent, lieve jongen, hoe gaat het nou met jou, wij zijn jouw ouders, wil je ons iets van jouw emoties uiten?' 'Reageert hij?' 'Hij vliegt naar mij toe en hij omhelst mij!' 'Hoe kijkt hij?' 'Och wat een arme, hij huilt en hij oogt zeer ongelukkig!' 'Ik denk dat ik hem nu ook zie!' 'Eureka! wat fantastisch, schat, kijk goed, zodat je hem zoveel mogelijk kunt portretteren!' 'Hij kijkt nu naar mij!' 'Wenk hem maar en zeg dat jij zijn moeder bent, die heel veel van hem houdt!' 'Hij loopt naar mij toe en, o God, hij omhelst mij!' 'Blijf zijn hoofd strelen en blijf van hem houden!' 'Jezus nog aan toe, hoe is het mogelijk!' 'Daar is die juf weer, ze loopt naar Vincent en jou, ze trekt aan zijn arm en ze pakt het penseel van hem af!' 'Ze breekt het penseel en Vincent huilt!' 'Nee, kijk, hij loopt woedend weg en hij smijt de deur achter zich dicht!'. De deur klapt ook werkelijk dicht, alsof het door een windvlaag gebeurt, maar er staat helemaal geen wind in huis. Vervolgens dondert de kristallen hallamp naar beneden en valt hij met een denderend lawaai op de marmeren vloer kapot. 'Vincent!', roepen beiden gelijktijdig. Ze kijken elkaar verschrikt en veelbetekenend aan. 'Het is gelukt!', zegt Egbert, 'misschien heeft hij nu genoeg woede en verdriet geuit en kan hij deze plek vaarwel zeggen!'. 'Ik hoop het voor hem!', zegt Adriana, 'ik heb hem in ieder geval goed kunnen observeren en al een aardig begin gemaakt!'. Ze praten nog lang na en tegen het ochtendschemeren gaat Adriana huiswaarts. Dat schilderij gaat er zeker komen.

Om drie uur 's middags staat de mormoonse Rachel voor de deur en brengt Steven haar naar de voorkamer, waar Egbert in een opperbeste stemming zijn bezoek welkom heet. 'Breng ons maar de lekkerste thee en de zelfgebakken appeltaart van Fré!', zegt hij tegen de bijna voortdurend knikkende Steven. 'Ik ga dat meteen voor u regelen, meneer de baron!', antwoordt hij in keurig Nederlands. 'Zo, Rachel, vertel me maar eens wat je allemaal hebt ontdekt!' 'Ik heb dat niet zelf ontdekt, meneer, maar wij baseren ons op het leven en de leer van Jezus Christus!' 'Dat doen er wel meer en ieder op zijn eigen wijze, maar waarom zou jouw wijze het beste zijn?' 'Dat beweer ik niet, meneer, maar laat me u iets over de heilsboodschap van Jezus Christus vertellen!' 'Lieverd, daar weet ik alles van en als professor in de theologie kan ik jou ook nog een heleboel leren, maar daarom zitten wij hier niet samen, want we gaan gewoon gezellig met elkaar thee drinken en appeltaart smullen, wat zeg je me daar van?' 'Ik heb de opdracht om te evangeliseren, meneer, maar wieweet komen we daar nog op!' 'Precies, laten we het eens over jouw verblijf in Nederland hebben, bevalt het je een beetje zo tussen die stijve kaaskoppen?' 'Och, veel Nederlanders zijn erg aardig, maar er zijn er ook die ons met de nek aankijken, alsof we Jehova getuigen zijn!' 'Ja, die hebben de markt aardig voor jullie verziekt!', zegt Egbert, die glimlacht, omdat Steven de thee en gebak op een zilveren dienblad brengt. 'Wil je een flinke klodder slagroom erop?', vraagt Egbert. 'Doe maar!', zegt Rachel, die uit pure gewoonte weer in haar bijbel en vrome tijdschriften zit te bladeren. 'Ik moet je even iets laten zien!', zegt Egbert en hij loopt moeizaam naar het schilderij van Adriana. Terwijl hij er naar zit te kijken, verstijft hij ineens en valt hij als een bloksteen op de grond. Rachel rent naar de deur en ze begint om hulp te schreeuwen. Steven komt al gauw aangesneld en hij probeert Egbert te reanimeren, maar tevergeefs, want zijn hart heeft het opgegeven. Er is geen redden meer aan. Dan gaat de bel en verschijnt Adriana in de kamer. 'Ik kom voor mijn schilderij!', zegt ze, 'om hem thuis verder af te maken! Maar dit is echt verschrikkelijk, hoe heeft dat toch kunnen gebeuren, want gisteravond was hij nog zo vrolijk en opgeruimd!'. 'Zijn hart!', antwoordt Steven, 'maar hij bleef maar roken!'. Adriana kijkt naar haar schilderij en zij ziet hoe de Vincent-figuur helemaal uitgewist is. 'Hoe kan dat nou?', roept ze verbaasd. 'Het laatste waar hij naar keek, was dat schilderij!', zegt Rachel. 'Dat moet inderdaad een grote schok voor hem zijn geweest, of een teken van Vincent, die eindelijk rust heeft gekregen, net als Egbert nu!', zegt Adriana. Steven, Rachel en Frederika kijken haar verwonderd aan.

Schrijver: Joanan Rutgers
8 juli 2020


Geplaatst in de categorie: emoties

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 51



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)