Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Commissaris Maigret op jacht in Bolsward

De rood-witte linten wapperen zenuwachtig rondom het fonteinbeeld De Vleermuis in Bolsward. 'Laat iemand die fontein stopzetten!', schreeuwt een radeloze agent met dikke wallen onder zijn bloeddoorlopen ogen. Het slachtoffer is een magere kerel met een onverzorgde baard en zonder schoenen. Het is duidelijk te zien, dat hij naar de vleermuisfontein is gesleept. 'Wellicht om zijn bloeden nog wat te maskeren!', zegt een fors gebouwde agente tegen haar bukkende collega. 'Godsamme, eindelijk, iemand heeft de kraan gevonden!', moppert de hurkende agent, 'enig idee wie dit is?'. De agente schudt haar hoofd. In de verte naderen enkele rookpluimen de plaats delict. 'Kijk eens aan, wat een geluk dat u hier in de buurt bent!', zegt de agent, die uit zijn hurkstand recht gaat staan en commissaris Maigret een beleefde handdruk geeft. 'Ik ben door de hoofdrechercheur van uw bureau gebeld, want hij weet toevallig dat ik in hotel Het Weeshuis logeer!', zegt Maigret, die meteen het slachtoffer onderzoekt. 'Is het al bekend om wie het gaat?', vraagt Maigret. 'Vooralsnog tasten we in het duister!', antwoordt de agente. Het bloedspoor loopt naar de Broerekerk en dus loopt Maigret daar naartoe. 'Ik heb een portemonnee gevonden!', schreeuwt een jonge agent met een zaklamp. Al gauw wordt het duidelijk dat het de portemonnee van het slachtoffer is en ze vinden zijn naam en adres. 'Godert Jellema, antiquair te Den Haag!', zegt Maigret, 'dat is nogal een eind uit de buurt! Vraag de politie van Den Haag om zijn woning en winkel te onderzoeken, wieweet vinden zij een spoor!'. Het lichaam van Godert wordt weggehaald en de agenten gaan naar het bureau terug. Maigret hoopt dat er DNA-sporen van de dader worden gevonden, maar hij vertrouwt meer op zijn speurdersneus. In een druk en gezellig café neemt hij een paar glaasjes Sonnema Berenburg en rommelt hij in wat oude stadskranten. In een krant van vorige week vrijdag wordt er een hele pagina aan de diefstal van het beroemde Onze-Lieve-Vrouwe van Sevenwouden beeld gewijd. Maigret leest het aandachtig en hij besluit nog even langs de Sint-Franciscusbasiliek aan de Dijlakker te gaan. 'Een houten genadebeeld uit de 13-de eeuw, dat moet een fortuin waard zijn!', denkt hij tijdens de wandeling, 'maar wie koopt zoiets?'. Zijn instinct zegt hem, dat hij op de goede weg is en dat er een verband kan bestaan tussen dat beeld en de vermoorde antiquair. De basiliek wordt spaarzaam verlicht en Maigret gaat naar zijn hotelkamer terug, waar hij op internet over de verering van heiligenbeelden leest, Mariabeelden in het bijzonder. Deze Maria zit samen met het kindje Jezus op een troon en er schijnen geneeskrachtige wonderen door gebeurt te zijn. Door dit toverbeeld is Bolsward al eeuwenlang een bedevaartsoord. Het schijnt de stad zelfs tegen brute rovers beschermd te hebben. 'Als er zoveel macht aan dit beeld wordt toegedicht, dan is dat beeld voor velen vast en zeker van onschatbare waarde!', denkt Maigret, 'nog afgezien van de normaal religieuze waarde ervan!'. Hij sluit zijn laptop en hij duikt zijn frisgewassen bed in. Zijn kunstgebit plonst hij in een beker met water en hij ligt nog minstens een uur te piekeren over de eventuele connectie.

Drie dagen later wordt er opnieuw een lijk gevonden en deze keer pal voor de deur van It Gysbert Japicxhûs aan de Wipstraat 6. De postbode Siebren Gaastra heeft hem gevonden. De beheerders van het museumhuis zijn diep geschokt, want ze vrezen nu een soort vloek, die hun voortbestaan bezoedelt. 'Nog enige compassie met het slachtoffer misschien?', had de agent gepikeerd gevraagd, maar ze waren meer bezig met het imago en de bezoekersopbrengsten van hun held, de dichter Gysbert Japicx. Ze vonden het hoogst ongepast en schandelijk, dat iemand juist bij hen een lijk had gedumpt. 'Voor de deur van het beroemdste geboortehuis van Friesland nota bene!', had een deftige dame in een bontmantel gebruld. 'Weten we al meer over het slachtoffer?', vraagt Maigret aan de hoofdrechercheur, die hem belt. 'Hou je vast, het is niet te geloven, maar het is opnieuw een antiquair en deze keer uit Luik!', antwoordt de hoofdrechercheur, 'ene Sjuul de Coninck, we hebben onze Belgische collega's inmiddels op de hoogte gesteld!'. Maigret steekt rustig zijn pijp aan en hij gaat op zijn balkon zitten. Bij iedere inhalering en uitblazing groeit zijn vermoeden over de moorden. Na een koel biertje op het terras van het oergezellige hotel wandelt hij op zijn dooie gemak naar de Sint-Franciscusbasiliek en belt hij aan bij meneer pastoor. Meneer pastoor Douwe Kamminga vertelt hem alles wat hij nog weet over de dag, dat het Mariabeeld gestolen werd. 'Het was in deze kapel!', zegt hij hevig ontdaan, terwijl hij Maigret in de basiliek rondleidt. 'Was de kerk die dag voor iedereen toegankelijk?', vraagt Maigret. 'Ja, tot acht uur 's avonds!', antwoordt Douwe. 'Tot zo laat nog?', vraagt Maigret. 'Tja, meestal wel!', zegt Douwe, die zijn schouders ophaalt. 'Heeft u daarna nog gekeken of het beeld er nog was?', vraagt Maigret. 'Het was er nog en ik heb alle deuren goed afgesloten!' 'Wie heeft er nog meer een sleutel van de kerk?' 'Alleen de organist, Lolle Engelen!' 'En wie kan er bij uw sleutel?' 'Alleen mijn huishoudster Teatske Bokma, maar die zou dat nooit zonder toestemming doen!' 'Hoezo niet?' 'Zeer vroom katholiek en overdreven onderdanig, u weet wel!' 'Enfin, geeft u mij het adres van de organist maar, dan weet ik eerst genoeg en zodra ik dat beeld vind, kom ik het u persoonlijk overhandigen, afgesproken?' 'Afgesproken!', zegt Douwe, die zijn hoofd als een geslagen hond naar de grond bukt.

Maigret laat er geen gras over groeien en hij gaat meteen naar het woonhuis uit 1619 aan de Grote Dijlakker 13, waar de organist Lolle Engelen woont. Het is een mooi pand met een trapgevel, die het de Zwarte Pieten makkelijker maakt om de cadeautjes door de schoorsteen te werpen. Maigret belt aan en even later wordt er open gedaan. Een oude man met een gezicht uit de tijd van Dickens stelt zich voor als Lolle Engelen en hij vraagt met wie hij het genoegen heeft. 'Maigret, commissaris Maigret!', zegt Maigret, 'ik heb een paar vragen voor u, zou ik even binnen mogen komen?'. 'Waar gaat het over en hoe weet ik dat u bent, wie u zegt te zijn!', hapert Lolle, die de deur wat dichter duwt. Maigret laat zijn penning zien en Lolle laat hem aarzelend, maar overtuigd binnen. 'Het gaat over het gestolen Mariabeeld!', legt Maigret uit, 'ik wil graag weten waar u op de dag van de verdwijning was!'. 'Dat kan ik u precies vertellen, want toen was ik bij mijn bevriende collega-organist in Alkmaar, waar ik enkele dagen logeerde!', antwoordt Lolle goudeerlijk. 'Kan uw vriend dat bevestigen?' 'Dat kan hij zeker, we kunnen hem direct even bellen als u dat graag wilt!' 'Later wellicht, maar even over uw sleutel van de basiliek, wie weet van dat bestaan en waar u die verbergt?' 'Ik zou het niet weten, ik heb maar weinig vrienden hier in Bolsward, de meeste mensen houden niet zoveel van orgelmuziek, terwijl ik liever nergens anders over praat!' 'Laat ik het zo vragen, wie van uw vrienden kan ongemerkt of via een extra huissleutel in uw huis komen?' 'Tja, dat moet Fokeltsje Holtrop zijn, zij bewaart een achterdeursleutel in geval van nood, weet u, maar die gaat echt niet bij mij of in de basiliek inbreken, waarom zou ze?' 'Waar kan ik uw vriendin Fokeltsje vinden?' 'Nou, Fokeltsje werkt in boekhandel Het Boekhuis aan de Appelmarkt 6 en ze zal daar nu ook wel zijn!' 'Waar praat Fokeltsje het liefste over? Wat houdt haar bezig en wat is haar passie?' 'Haar passie? Dat is de middeleeuwen, daar weet zij echt alles van en haar bibliotheek puilt er van uit!' 'Is zij getrouwd?' 'Fokeltsje getrouwd? Laat me niet lachen, meneer, die heeft geen tijd voor een relatie, die zit dag en nacht tussen de boeken!' 'Gaat ze wel eens op reis?' 'Om de zoveel tijd verdwijnt ze weer in een vrouwenklooster voor een broodnodige retraite, zoals ze dat zelf zegt!' 'Wil ze soms non worden?' 'Dat hoeft niet meer, meneer, ze is al haar hele leven een non!'. Na het Friese gebak en een kop koffie verlaat Maigret Lolle, die hem verbaasd blijft nastaren.

'Bent u mevrouw Fokeltsje Holtrop?', vraagt Maigret bij de balie in de boekhandel. 'Jazeker, meneer, wat kan ik voor u doen? Zoekt u een speciaal boek?', vraagt Fokeltsje op haar beurt. 'Over heiligenbeelden!', antwoordt Maigret, 'heeft u daar ook een diepgravend boek over!'. 'Komt u maar even met mij mee naar boven, daar staat de afdeling geschiedenisboeken!', zegt Fokeltsje, die heupwiegend de trap op loopt. Maigret kijkt gebiologeerd naar haar typisch vrouwelijke billen, die hem bijna uit balans en in trance brengen. 'Mooie exemplaren heeft u hier!', zegt hij, terwijl hij tussen de boeken neust, 'verkoopt het allemaal nog wat vandaag de dag?'. 'Minder en minder, meneer, de ene na de andere boekhandel moet sluiten, ook wij naderen een faillissement, maar we houden desondanks goede moed!' 'Komen er nog maar weinig klanten dan?' 'Inderdaad, zo af en toe een verdwaalde lerares geschiedenis of Frans, maar de meesten hebben afgehaakt!' 'Verkoopt u soms ook heiligenbeelden?', vraagt Maigret ineens. Fokeltsje deinst achteruit en ze voelt zich betrapt, maar ze houdt haar erudiete gezicht in de plooi. 'Ze lijkt zelf wel een heiligenbeeld!', denkt Maigret. 'Voor beelden moet u bij een antiquair zijn!', zegt ze, 'in Zuid-Nederland verkopen ze er nog genoeg!'. Maigret bedankt haar voor de informatie en hij verlaat de winkel. Na sluitingstijd volgt hij Fokeltsje naar haar riante, monumentale huis aan een stadsgracht. Het is inmiddels donker en hij sluipt door de langwerpige achtertuin naar haar woning. Wat hij verwachtte, gebeurt. Hij ziet hoe zij het gestolen Mariabeeld tevoorschijn haalt en hoe zij een driftig telefoongesprek voert. In de gootsteen van het aanrecht ziet hij een groot mes met bloed erop liggen. Er is geen twijfel meer mogelijk. Hij sluipt voorzichtig door de achtertuin terug naar de voorkant van het huis en hij belt de hoofdrechercheur om extra mankracht. Zodra die is gearriveerd, belt hij aan en wacht hij tot Fokeltsje open doet. Er gebeurt echter niets en na nog een keer bellen en afwachten, laat hij de deur door een agent forceren. Ze rennen naar de keuken, waar Fokeltsje op de grond ligt. Het mes steekt in haar maag en ze bloedt enorm. 'Wil je soms sterven voor een lullig, houten beeld?', vraagt Maigret verbaasd en bezorgd. 'Ik moet wel, ik heb het geld nodig!', antwoordt Fokeltsje zwakjes. 'Waarom heb je die twee antiquairs vermoord?', vraagt Maigret dan. 'Zij boden veel te weinig, zij zeiden dat er nauwelijks nog vraag naar is!', antwoordt zij nog net, voordat zij bewusteloos raakt. De ambulance gaat met een gierende sirene richting het ziekenhuis en Maigret gaat nog diezelfde avond naar pastoor Kamminga om het verdwenen Mariabeeld terug te geven. 'Wie had het nou gestolen?', vraagt de dankbare, glunderende pastoor. 'Dat leest u binnenkort wel in de krant!', antwoordt Maigret, 'het is allemaal triest genoeg!'. Hij steekt zijn pijp aan en hij wandelt extra langzaam richting zijn hotelkamer, waar hij met gemengde gevoelens een halve fles Sonnema nuttigt. De hoofdrechercheur belt hem om hem te bedanken en hij vertelt hem, dat Fokeltsje het heeft gehaald en dat ze buiten levensgevaar is. 'Maar er wacht haar vooreerst een leven achter de tralies!', denkt Maigret somber, 'verdiend natuurlijk, maar eveneens verdomde zonde!'. Op kosten van de politie Bolsward mag hij nog een week langer in hotel Het Weeshuis verblijven, wat hij graag doet, want dit vertrouwde en hartverwarmende familiehotel heeft inmiddels zijn hart gestolen.

Schrijver: Joanan Rutgers
10 juli 2020


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 42



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)