Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zou Zomaar Zo Kunnen Zijn

‘Opa,’ vraagt Bennie, ‘jij weet zo veel. Jij kunt mij best wel uitleggen wie of wat God is.’
‘Hoe kom je daar zo opeens bij jongen?’
‘Nou, ik heb je laatst verteld over Fonske Smeets, je weet wel dat katholieke jongetje dat bij ons op school is gekomen. Hij vertelt me soms over God en hij bidt voor het eten. Ik was benieuwd, wat jij mij er over kunt vertellen en uitleggen, want ik snap er niet veel van.’
‘Nou voor ik je mijn gedachten daarover uitleg, wil ik zeggen dat ik misschien alleen een beetje meer weet dan jij, omdat ik ouder ben en meer heb meegemaakt. Maar als jij net zo groot en oud bent als ik, weet je bijna zeker veel meer dan ik nu.’
‘Daar geloof ik niks van opa.’

‘Nou, daar heb je gelijk het begrip ‘geloven’ bij de kladden. Jij verwacht dat je in de toekomst niet zo veel zult weten als ik. Toch geloof me maar, ik hoop het van wel. In ieder geval worden mensen steeds slimmer, maar inderdaad als je de wereld verder bekijkt met z’n milieuvervuiling, oorlogen en honger en ziektes, is het de vraag of we ook steeds wijzer worden. Maar ik geloof echt dat het ooit wel goed komt in de toekomst.’
‘Als jij het zegt opa, geloof ik het ook.’

‘Maar op je vraag wie of wat God is, is geen eenduidig antwoord te geven. Het is een gevoel, dat in de mensen leeft en groeit naarmate hij ouder en wijzer wordt. Sommige mensen hebben dat al van jongs af aan en voelen een soort verbondenheid met alles en iedereen. Ze voelen dat we allemaal één zijn.’
‘Ik snap het niet helemaal opa.’
Luister ik ga het uitleggen: Volgens mij is God een entiteit. Daar bedoel ik mee, dat het iets is wat er is, maar het is niet duidelijk wat het is.
Het moet wel iets groots zijn. Hoe zal ik dat zeggen. Je kunt het denk ik zo zien, dat die entiteit – die hij, zij of het – heeft van zichzelf een multidimensionale kopie gemaakt en dit in ontelbare miljarden gelijke puzzelstukjes geknipt. Toen er nog helemaal niks was, heeft hij al die stukjes in het heelal rondgestrooid en die stukjes bestaan uit sterren, de maan, de zon, de aarde en al de andere planeten. Maar ook wij zijn puzzelstukjes, de bomen, planten en dieren. Maar ook onze zintuigen, de kleuren, de geuren, wind en water – kortom al wat is. En samen met alle puzzelstukjes vormen wij een groot geheel. Ieder stukje, hoe het er ook uitziet is even belangrijk om de puzzel compleet te krijgen.’

‘Maar hoe weet u of dit klopt?’
‘Dat weet ik ook niet, dat is het gevoel wat ik er over heb en ik ben niet de enige die dat zo voelt. Veel meer mensen voelen dat en voelen met name de verbondenheid met de natuur.’
‘O, nu begrijp ik mijn zusje Irene ook. Soms als we in het bos lopen zegt ze zomaar tegen een boom: “Wat ben jij toch mooi, ik zou je willen knuffelen.” Een beetje vreemd toch?’
‘Nou in wezen niet, als je hebt begrepen wat ik je net heb uitgelegd. Je zusje is een bijzonder zusje. Dat had ik al lang in de gaten, zij voelt onbewust die verbondenheid met de natuur. Zij voelt dat die boom net als zij een even belangrijk stukje van de puzzel is om hem helemaal in elkaar te leggen.’
‘Goh opa, dat had ik niet van onze Irene verwacht.’
‘Nou, zij zal het waarschijnlijk ook nog niet goed kunnen verwoorden dat gevoel, maar ze heeft het wel.
Trouwens knuffelt ze ook met de bomen?’
‘Nee, dat doet ze niet, dat vindt ze niet eerlijk zegt ze, want dan moet ze al die andere bomen, die er naar staan te kijken, eigenlijk ook knuffelen, dat vindt ze pas eerlijk en dat is een heel karwei.’

‘Maar wees gerust, jij bent ook bijzonder, want jij begrijpt het gelijk hoe het dus met je zusje zit en je stelt goede vragen. Wees gerust iedereen geeft zijn eigen invulling aan het begrip God en sommigen natuurlijk ook helemaal niet, die voelen helaas niets. Dat is iets wat de toekomst je zal leren.’
‘Maar Fonske gaat ook naar de mis in de kerk. Is daar iets mis mee dan? Wat houdt dat eigenlijk in en wat doen ze daar?’
‘Nou daar komen gelovigen, in zijn geval katholieke mensen samen en voeren daar rituelen op en zingen samen. Ze beleven samen hun geloof. En de bazen van de kerk vertellen de mensen hoe en wat ze moeten geloven.’

‘Maar ik begreep dat het juist een gevoel is dat in ieder mens zelf ontspruit.’
‘Klopt maar sommige mensen, vertrouwen niet op hun gevoel en hebben daar begeleiding in nodig en laten zich daarin helpen. Daar is niets mis mee. Maar ik twijfel eraan of dat wel zo goed is. Sommige mensen blijven hun leven lang zoeken naar de juiste kerk of geloof of stichten zelf, soms na een ruzie, weer een nieuwe kerk of geloof.’

‘Ja ja, het zal allemaal wel opa, maar wat is de bedoeling nou eigenlijk van al die puzzelstukjes?’
‘Dat is nou juist het grote mysterie, niemand die dat weet. Maar misschien is het wel de bedoeling dat wij mensen voor zo veel mogelijk ons deel van de puzzel bijeen zoeken en in elkaar leggen, kortom elkaar omarmen en liefhebben. Wie weet.
Zou zomaar zo kunnen zijn.’
‘Maar daar geloof ik niet echt in opa, dat zie ik niet gebeuren.’
‘Ik geloof dat je gelijk hebt jongen, maar we moeten hoop blijven houden en lief voor elkaar zijn. Dat is de enige weg.’

Schrijver: catrinus
Inzender: C.A. de Boer, 17 april 2021


Geplaatst in de categorie: overig

3.2 met 6 stemmen 148



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
catrinus
Datum:
19 april 2021
Je hebt gelijk Karel dat 'wijs' heb ik dan nu ook vervangen door 'veel weten'. De leeftijd van die kleinkinderen zijn onbepaald. Soms zijn ze nog jong zoals in 'zo mooi die vlinders' of 'vogels tellen' en soms ouder zoals in 'interview met opa' en misschien in dit verhaal. Maar onderschat kinderen nooit. Als kind had ik ook wel dat soort vragen, vooral als je kerkelijk bent opgevoed. In de filosoof zit veel van mijn eigen gevoel - klopt. Mag wel hoop ik, ik dring niets op, ik schets een soort van persoonlijke visie. Bedankt voor je commentaar.
Naam:
Karel Jong
Datum:
18 april 2021
Goed om een dergelijke dialoog met een kind te lezen. Mij valt wel op dat Bennie een uitspraak doet, welke ik eigenlijk nog nooit van een kind hardop heb vernomen. Namelijk dat hij zegt: 'Opa', vraagt Bennie, 'jij bent een wijs man. Jij kunt mij best wel uitleggen wie of wat God is.' Op mij komt dit over als volwassenen taal. De filosoof over 'wie of wat God is'. Ben jij dit niet zelf, beste Catrinus? Doet aan de fijne sfeer van je bijdrage niets af hoor. Bovendien ken ik de leeftijd van Bennie niet. Als flinke, nadenkende puber zou het wel kunnen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)