Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De wraak van de Lemmerse koormeisjes

'Doe mij maar twee haringen met uitjes!', zegt Rinke Bokkinga tegen de jonge medewerkster in de 'Lemster Vishal' aan de Kortestreek 3 in Lemmer. Wietske Schippers krimpt in elkaar van de angst en de walging, maar ondanks haar trillende handen weet ze toch twee gesneden haringen met uitjes op een wit kartonnetje te krijgen. 'Vergeet je niet wat?', zegt Rinke stuurs en duidelijk geërgerd. 'O, pardon, wilt u er ook wat zuur bij?', vraagt Wietske gauw. 'Nee, meisje, het leven is al zuur genoeg, maar toch bedankt!', antwoordt Rinke, terwijl hij haar een vette knip-oog geeft. Ze gaat bijna over haar nek van hem en ze is maar wat blij, dat hij weer snel vertrekt. Een maand geleden was ze helemaal alleen in de winkel en toen heeft die Rinke zomaar het bordje op de deur omgedraaid, zodat het leek alsof zij gesloten was. Hij is toen zomaar achter de balie gelopen en hij heeft haar pardoes in haar billen en borsten geknepen. Daarna draaaide hij snel het bordje weer om en vroeg hij om een bakje gebakken mosselen met knoflooksaus. 'Dat vond je lekker hé!', zei hij nog, 'als je je mond maar houdt, want anders kost dat je baan en niemand zal je geloven, ook omdat ik alles zal ontkennen!'. 'Als u het daar dan maar bij laat!', had Wietske bibberend geantwoord. 'Dat weet je maar nooit, lekker visje van me, maar het blijft tussen ons, want anders maak ik je helemaal kapot, begrepen?', zei hij dreigend. 'Tu-tuurlijk!', had ze gezegd, maar ze wist toen al dat ze het hem geheid en geraffineerd betaald zou zetten. Hij eiste ook nog het emailadres van haar, al gaf ze dat met knikkende knieën en bevende handen. Ze besefte amper wat hij daar mee kon doen. Ze was nog helemaal in shock door zijn ongewenste en brutale handtastelijkheden en dat op klaarlichte dag.

In zijn riante, monumentale woning aan de Langestreek 5 geniet de boosaardige en vrouwonvriendelijke gemenerik Rinke van een rokende pijp en een aantal glaasjes beerenburg. De zon verlicht heel sereen en opwekkend de glas-in-lood-ramen. Bij het uitkloppen van zijn pijp neuriet hij een vrolijk wijsje. Hij pakt zijn liedboek en zijn dirigeerstok en hij wandelt tevreden naar de Sint-Willibrorduskerk op de Schans 49. Pastoor Wiebe Knijpenga zwaait vriendelijk naar hem en roept opgetogen: 'De zanglijsters zijn al gearriveerd!'. Binnen wordt hij door twaalf koormeisjes opgewacht, die iedere week een uur zangles van hem krijgen. De ene helft staat te popelen om weer uit volle borst te mogen zingen, maar de andere helft is uitermate gereserveerd en bekijken Rinke met een zekere argwaan en ingehouden woede. Vooral Imke Blom heeft het te kwaad en zij krijgt een vuurrood gezicht, wanneer Rinke haar speciaal over haar bol strijkt. Imke was namelijk vorige week de klos, toen ze als laatste uit de consistoriekamer wilde vertrekken. Rinke pakte haar toen zomaar met één hand heel stevig beet, terwijl hij met zijn andere hand zonder enige gêne in haar kruis tastte. Ze bevroor waar hij bij stond en ze leek helemaal uit haar lichaam weg te schieten. 'Dat is goed voor je!', zei hij, 'daar ga je nog beter van zingen!'. Hij heeft zelfs zomaar zijn hand in haar blouse gestoken en onder haar bustehouder gevoeld. 'Dit mag je echt aan niemand vertellen, dit is iets tussen jou en mij!', zei hij op een geheimzinnige, dwingende toon, 'doe je dat wel, dan maak ik je helemaal kapot, begrijp je wel?'. Ze heeft de hele week niet goed kunnen slapen en ze is bang voor ieder vreemd geluid en iedere vreemde man, maar ze weet nog niet, dat zij niet de enige is, die door deze duivelse sexmaniak wordt misbruikt. Bij Eifje Postmus en Hilke Holtrop is Rinke al veel verder gegaan. Deze twee dames zijn al meerdere keren door hem verkracht en steeds in die verdomde consistoriekamer, waar het naar oude, vieze mannen en andere muffigheden stinkt. Swobke Hannema moest zich helemaal uitkleden, zodat hij haar van alle kanten kon bewonderen. 'Mooi!', zei hij toen, 'kleed je nu maar weer aan en tot volgende week!'. Wieteke Kloosterman heeft hij onzedelijke handelingen bij hem laten doen, terwijl hij als een wilde hengst met haar volle borsten zat te spelen. Wieteke was de enige, die er duidelijk en vol overgave wel trek in had, althans dat verbeeldde hij zich allemaal. Met Klaske Nijholt was zijn seximperium bijna in elkaar gestort, want ze waren maar net op tijd klaar, toen pastoor Knijpenga de consistoriekamerdeur opende. 'O, jullie nog hier?', had de sullige boskabouter gezegd, 'zeker nog wat nales en wat extra toonladders!'.

Na de koorrepetitie draalt Rinke nog wat door de kerk en houdt hij nauwlettend in de gaten, wie er allemaal al vertrokken is. Hilke is de laatste en dat weet ze maar al te goed. Het is alsof ze zichzelf uit angst en walging extra pijn wil doen, alsof ze in de macht van die op sex beluste griezel is, alsof ze geen zeggingskracht meer over zichzelf heeft en hem terwille moet staan om zijn dreigementen te bezweren. Als een bang dier kruipt ze in de hoek gehurkt op de grond. Even later komt de machtige meester haar opeisen en laat ze hem zijn gang gaan. Ze veinst dat ze het lekker vindt, opdat hij maar zo snel mogelijk klaar komt en haar laat gaan. Ze voelt zich innerlijk verscheurd worden. Haar ogen worden leeg en krankzinnig. 's Avonds krijgt ze een dickpic van Rinke en kruipt ze wenend naar de WC, waar ze van diepe ellende moet kotsen. Maar dan gebeurt het, iets in haar begint groter en groter te worden en als een Jeanne d'Arc heft ze haar zwaard en krijst ze: 'Gerechtigheid! Wraak! Voor mij en mijn zusters!'. Juist op dat moment gaat de voorbel en staat haar trouwe vriendin Wietske Schippers voor de deur. Ze laat haar de dickpic (dickpig) van Rinke zien en meteen vertelt Wietske over haar ervaringen met hem. Even later sturen ze de dickpic naar alle koormeisjes door, met het verzoek om direct bij Hilke langs te komen. Imke, Eifje, Swobke, Wieteke en Klaske zijn er al snel en langzaam druppelen ook de andere zes koormeisjes binnen. 'Het moet afgelopen zijn met die valse rat!', zegt Hilke, 'we gaan hem nu met zijn allen een bezoek brengen en hem de stuipen op het lijf jagen!'. 'Waar haalt die vuile verkrachter het gore lef vandaan om een foto van zijn enge geslachtsdeel op te sturen?', schreeuwt Eifje vastberaden. 'To hell met die viezerik!', roept Wietske. 'Op de brandstapel ermee!', vult Imke aan. 'Castreren!', krijst Swobke. 'Ik wil hem de ogen uit krabben!', gilt Wieteke met een gezicht vol afschuw. 'Prima, dames, prima, whatever, maar laten we dan nu maar ten strijde trekken en doen wat we allang hadden moeten doen!'...

De volgende dag drijft het zielloze lichaam van de naakte en zwaar verminkte Rinke bij de Lemsterschutsluis aan de Binnenhaven. Hoofdrechercheur Murk Warringa staat voor een groot raadsel, wat nooit zal worden opgelost, omdat de koormeisjes en Wietske heel goed kunnen zwijgen, zoals die zware misdadiger Rinke immers van hen eiste. Zolang er geen nieuwe koordirigent is gevonden, zal de licht-demente en alcoholistische pastoor Knijpenga de honneurs waarnemen, maar daar zit werkelijk niemand mee.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
9 februari 2022


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 42



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)