Moeilijk Opvoerbaar
Vandaag weer voor een klein checkupje naar het UMCG en het oordeel erover aanhoren.
De taxi is extra extra vroeg dit keer in verband met de werkzaamheden in het centrum van Groningen.
Ja zei de chauffeur: ‘Ik moet ook nog een klein jongetje ophalen uit een naburig dorp. Daarom ben ik even extra vroeg, want anders zou ik hem eerst moeten ophalen en dan weer terug naar jou rijden, dat lijkt me een beetje verspilling.’
‘U heeft gelijk, een beetje rekening houden met het milieu kan geen kwaad.’
De chauffeur woont even verderop bij mij in de straat en dat zou inderdaad ook te gek wezen, eerst tien kilometer naar dat dorp en dan weer terug naar hier.
Het jongetje, van een jaar of acht, stapt in en krijgt van de chauffeur een mondkapje aangeboden. Hij zet zijn tas tussen ons in en ik vraag hem: ‘Waar moet jij heen.’ Ik had al van de chauffeur gehoord dat hij naar een school voor moeilijk opvoedbare kinderen ging.
‘ik ga naar een school voor moeilijk opvoerbare kinderen in Groningen.’
‘Hoezo, ben jij dan moeilijk opvoerbaar.’
‘O ik doe soms niet altijd wat opvoerders willen.’
‘En wat wil jij dan niet.’
‘Niet alles eten, want ik lust niet alles, en niet goed leren – ik speel liever.’
‘Ja, dat kan ik me voorstellen, toen ik zo jong was als jij, deed ik dat ook liever. Maar ja, soms moet je wel eens wat leren om wijzer te worden.’
‘Ja misschien wel, maar opvoeren kan altijd nog, ik ben nog jong en moet nog veel leren.’
‘Juist,’ zei ik. ‘dat bedoel ik je moet veel leren om wijzer worden.’
‘Ja, maar school duurt altijd zo lang, ik verveel me er.’
Even een kleine stilte en dan: ‘Waar ga jij heen,’ vraagt hij.
‘Ik, ik ga ook naar school; naar het UMCG een pittige studie, maar je wordt er vaak wel wijzer van.’
‘Dat is mooi,’ zei hij. ‘Ik ben vorig jaar blijven zitten.’
‘Oei,’ zei ik, ‘dat lijkt me vervelend. Maar wees gerust dat overkomt zelfs de besten weleens.’
Weer een kleine stilte.
Dan: ‘Heb jij ook fruit mee in je tasje?’ vraagt hij.
‘Nee,’ zei ik, ‘ik hoef niet zo lang naar school, rond het middaguur ben ik al weer thuis, denk ik.’
‘Goh, wat een aparte school is dat.’
‘Dat valt mee hoor, als je je best doet en oplet, hoef jij later ook minder lang naar school.’
‘Is dat echt zo? Misschien moet ik dat dan ook maar doen. Kan ik langer spelen en misschien wel in ons eigen dorp naar school.’
‘Maar,’ vroeg ik , ‘je wou van mij weten of ik fruit bij me had – nee dus; maar jijzelf dan?’
‘Ik ook niet, ik lust het niet, maar ik heb wel een paar wortels bij me. Kan ik lekker knabbelen en het is gezond. Mam zegt dat het goed is voor je ogen.’
‘Dat is waar,’ zei ik, ‘Je hebt een wijze mam, want heb jij ooit wel eens een konijn met een bril op gezien?’
‘Nee nu jij het zegt,’ zegt hij lachend. Of toch een keer op een tekening, maar dat was een grapje.’
‘Wat ik me wel afvraag,’ hem een mogelijk probleem voor leggend, ‘ Als je te veel wortels eet, zou je dan ook zulke grote oren krijgen als een konijn.’
‘Vast niet,’ zegt hij lachend.
'Nou die van mij zijn anders wel behoorlijk gegroeid van al die wortels.’ Ik laat hem mijn oren zien.
‘Oei, die zijn best wel groot,’ zegt hij heel eerlijk, zulke grote wil ik niet krijgen.’
‘Maar ik kan er wel heel erg goed mee horen. Was je moe hier nou maar, dan kon zij ons daarover vast wel wijzer maken.’
‘Ja, ik zal het haar vanavond vragen.’
Bij de school aangekomen stapte hij snel uit.
‘Ho, wacht even vriend, je lijkt Zoef de haas wel. je vergeet bijna je tas met wortels.’
‘Jammer, dat je vanmiddag niet in de taxi zit,' zegt hij, 'wij kunnen best wel lekker met elkaar kletsen.’
‘Zijn we nu dan vrienden?’ vraag ik.
Hij knikte bevestigend naar me en liep weg.
Hij draaide zich nog even om en we zwaaiden uitbundig naar elkaar en ik zei tegen de chauffeur: ‘Wat een heerlijk moeilijk opvoerbaar manneke; het komt vast wel goed met hem.’ De chauffeur glimlachte.
Inzender: C.A. de Boer, 6 maart 2022
Geplaatst in de categorie: kinderen
Die komt er wel…met jou alles goed gegaan op school?