Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

ZEVEN KRUISJES VERTELLEN

In het kabouterdorp van de Efteling kennen we allemaal de visser, de wasvrouw en Riedeltje, de muziekkabouter in de holle boom.
Dan is er nog die grote, gezellige kabouterkamer. Daar liggen twee dwergen heerlijk te slapen in hun bed. Aan de tafel zit één zo'n mannetje te lezen, terwijl een ander lekker in zijn stoel schommelt, genietend van zijn pijp.
Maar rondom dat prachtige dorpje wonen een heleboel van de allerkleinste dwergen. De hele dag slapen ze onder de dichte struiken en planten. Ja, ze slapen lekker en heel diep. Niemand kan hun rust verstoren.
Maar 's nachts worden die piepkleine kereltjes en vrouwtjes wakker om in de Eftelingeethuizen te gaan werken. En dat doen ze met de grootste kundigheid! De mensen die de volgende dag komen, genieten van de heerlijke spijzen, bereid door die talloze vernuftige kokjes.
Maar op zekere dag werd één van die allerkleinste kaboutertjes wakker. Hij hoorde overal roepen:
"Efteling, zeventig jaren!"
De komende nacht ging hij met enige van zijn kameraden naar restaurant "Het Witte Paard."
"Gewoonlijk werken we hier," sprak hij tot zijn kameraden, die daar waren om hun handen uit de mouwen te steken. "Maar laat ons nu ter ere van die zeventig jaren al onze eethuizen gaan bezoeken en harder werken dan ooit."
De hele groep liep door het bos. Wilden ze nog naar het grote spijshuis Panorama of naar Polles Keuken? Ja, daar werkten ook nog heel wat van hun vrienden. Elke eetzaal van de Efteling heeft zijn kleine nachtelijke werkers.

Jammer genoeg lukte hun plan niet. Want er kwam een grote, boze vrouw rennend naar hen toe. Was het de heks van Hans en Grietje of de toverkol van Rapunzel?
"Weg met jullie, miezerige schepseltjes!" krijste die lelijke kol. "Jullie hadden netjes op je eigen werkplaats moeten blijven!"
"Maar machtige vrouw, laat u ons toch alstublieft onze gang gaan," smeekten de kabouters in koor.
"Ja, jullie noemen mij machtig. Daarom laat ik mijn macht ook aan jullie zien!"
De heks zwaaide met haar handen, waardoor een sterke wind opstak. Alle kabouters werden door de lucht geblazen, verder en verder maar. Spoedig zweefden ze door de wijde poort van het Spookslot. Daar ging het, door de donkere gang heen, tot in een diepe, zwarte kelder.
De heks stond er gemeen lachend bij te kijken.
"Al de duivels van het Slot zullen jullie in duizendpoten veranderen," kakelde ze. Meteen was de kwaadaardige vrouw verdwenen.
Toch verschenen er geen duivels. De grote geest met zijn kristallen bol nam de bange dwergen op zijn knieën, en sprak medelijdend tot hen:
"Er zal niets ergs met jullie gebeuren. Ook onze duivels laten jullie met rust."
De kabouters gingen mee met de grote geest, naar de ruime zaal. Die luide muziek in het geheime, maar toch vriendelijke duister... Welke verrassing wachtte er nu? Verwonderd keken alle kabouters naar de hekken, die op en neer dansten.
Wat voor groene stippen glansden daar?
"Ik weet wel raad met jullie," sprak de wijze uil, die op een grote kansel zat. "Mijn toverkracht is niet zo heel groot. Maar ik kan toch wel iets uitvoeren."
De wat griezelige, maar toch welwillende vogel liet zijn vleugels klapperen. Meteen vlogen alle kabouters door de grote zaal, en naar buiten! Veilig en wel stonden ze weer op de begane grond.
"Allemaal naar eethuis "De Vrolijke Noot!" sprong het een ieder als vanzelf voor de geest.
Maar wat een ontgoocheling! Er was niets meer van dat geliefde en opwekkende restaurant te zien. De kereltjes en vrouwtjes stonden er verslagen bij. Maar lang kniezen gebeurde gelukkig niet.
Opeens klonken er luide windvlagen! Een luide stem!
"Ik zal jullie brengen waarheen je wilt," krast de reusachtige vogel Rok.
Wat was het voor de kabouters heerlijk schuilen tussen die dichte, maar zo zachte veren. Een snel luchtreisje bracht hen naar het grote restaurant Panorama. Daarnaast was ook een heel mooie zaal: de nieuwe plaats van De Vrolijke Noot, tegenwoordig liever "La Place" genoemd.
De werkkabouters van La Place waren net klaar met hun nachtelijk werk; het liep al tegen de morgen.
"Jullie zijn hier hartelijk welkom," zei de oudste van hen tot de dwergen, die zo'n bewogen nacht beleefd hadden. "Voordat jullie naar je eigen plaats terug gaan, wil ik nog iets belangrijks vertellen."
"Wacht nog even!" galmde een luide stem door de zaal. Het was de goede tovenaar van de Oosterse stad "Fata Morgana."
"Ja, de kleine werkers van Het Witte Paard hebben vannacht hun werk laten liggen," merkte de oude man op. "Maar ik zal het herstellen."
De tovenaar hief zijn toverstaf op en murmelde wat. Heel in de verte klonk een tikkend gedruis.
"Zo, jullie eethuis kan weer mensen ontvangen," lachte de man van wonderkunsten. "Kabouter van La Place, vertel nu maar wat je wilde."
De kleine kobold ging fier rechtop staan, zijn borstkas naar voren:
"Op de vroegere plaats van La Place zal binnenkort een prachtig groot hotel verrijzen. Verassend en adembenemend!
Dat gebeurt ter ere van de Efteling, die nu zeventig jaren bestaat"

... Dit jaar viert de Efteling, die in 1952 het levenslicht aanschouwde zijn zeventigjarig bestaan.
Bij verschillende vieringen in het Pretpark is dit ook plechtig herdacht. ...

Schrijver: Han Messie
17 oktober 2022


Geplaatst in de categorie: tijd

5.0 met 1 stemmen 139



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
An Terlouw
Datum:
17 oktober 2022
Han, heel graag gelezen en tja….jammer !

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)