Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Mademoiselle Edwina van Edam

In het waterrijke, rustieke Edam lijkt alles op orde en van een leien dakje te gaan, maar zoals altijd, schijn bedriegt en niemand weet dat beter dan Edwin Schuurman, die na jaren in de kast rokken en jurken te hebben gedragen, eindelijk als travestiet voor de dag is gekomen. 'Er was altijd al een steekje los bij hem!', zegt Adelbertus Beerepoot tegen Muus Dapperens in zijn herenhuis op de Lingerzijde 33. Adelbertus en Muus zijn homoseksuele vrienden van Edwin en zij mogen graag over anderen kletsen, dus ook over Edwin, die toevallig net voorbij loopt. 'O, kijk eens, Muus, daar gaat hij net voorbij, moet je eens kijken wat voor afschuwelijke jurk hij nu weer aan heeft, hij is een schande voor Edam geworden!', zegt Adelbertus met een hoge piepstem. 'Niet overdrijven, Adel, want hij droeg altijd al veel vrouwelijke elementen!' 'Zal ik hem even roepen?' 'Nou, nee, doe dat maar liever niet, we zien hem vanzelf wel weer eens opdagen!' 'Toch een beetje onwennig hé?' 'Nou ja, zelf zou ik er echt niet aan beginnen, want je loopt gewoon extra veel in het zicht en je weet hoe de mensen zijn, zeker hier!' 'Denk je dat het besmettelijk is?' 'Nee, maar ik heb er nu even niet zo'n zin in, al die zwaarte, die hij met zich meedraagt!' 'Klopt, maar het is ook niet niks wat hij is aangegaan!' 'Ik zeg het toch, we zien hem vanzelf wel weer eens verschijnen!' 'Toch zou een strak Chanelletje jou wel staan!' 'Welja, en dan een vrouwenclub beginnen zeker?' 'Niet zo vrouwonvriendelijk, Muusje van me!'.

Edwin noemt zich nu Edwina en hij is op weg naar zijn trouwe vriendin Christina Edelschaap, die op Spui 6 woont. Christina is van de damesliefde en zij draagt de laatste maanden altijd broeken, stropdassen en colbertjes. 'Gelukkig, ze is thuis!', denkt Edwina, als hij gerommel achter de voordeur hoort. 'Maar Edwina, schat van me, wat een zalige verrassing, kom gauw binnen, want op straat valt niets te beleven!', zegt Christina met haar vrolijke, zangerige stem. In de chique voorkamer, die boordevol dure antiek staat, schenkt zij hem een cognacje in en schenkt zij hem een sigaar, die zij met een zilveren aansteker laat branden. 'En hoe bevalt het leven als vrouw?', vraagt Christina voor de grap. Na een paar kuchen antwoordt hij: 'niet slecht, Chris, niet slecht!'. 'Krijg je geen nare opmerkingen naar je hoofd geslingerd?' 'Nee, meer geroezemoes achter mijn rug om!' 'Geen geplaag van verveelde jongelui?' 'Dat wel natuurlijk, maar dat laat ik langs mij heen gaan of ik bek eens stevig terug, het is maar net hoe ik mij voel!' 'Maar lieve Edwina toch, je ziet er vandaag weer patent uit!' 'Vind je dat echt?' 'Natuurlijk vind ik dat echt, anders zeg ik dat toch niet!' 'Nou ja, ik ben zelf nogal onzeker over mijn nieuwe look!' 'Moet je niet zijn, schat, weet je wat, we gaan straks even bij mijn oude jurken van vroeger kijken, kijken of er iets voor jou tussen zit!' 'Dat lijkt me echt fantastisch, Chris, en ik heb nog wel een stapel broeken voor jou!' 'Zo zie je maar, een uitstekende ruilhandel!' 'Jij bent echt diegene voor mij, die het meeste begrip toont!' 'Weet ik wel, schat, maar we zitten toch immers in hetzelfde schuitje!' 'Jij zit er al wel wat langer in, mop!' 'Maakt niet uit, schone mademoiselle, we maken er gewoon een gezellige boel van en er is niemand, die ons kan tegenhouden!' 'Zo is dat!' 'Nog een cognacje, freule?' 'Welzeker, milord!' 'Zullen we vanavond als man en vrouw naar de kerkmis gaan?' 'Just for fun?' 'Ja, en om die saaie burgers hier wat op te schudden!' 'Spannend, schat, dat gaan we doen!'.

Rond half zeven 's avonds verlaat Edwina haar huis op de Baanstraat 2. Zij is prachtig opgemaakt en zij draagt dure sieraden. Zij ziet eruit als een deftige dame en zij glundert van plezier. Chris staat al klaar, wanneer Edwina bij haar huis aanbelt. Arm in arm lopen zij statig en dolgelukkig naar de Heilige Nicolaaskerk aan de Voorhaven 124. Voor de Lutherse kerk op de Voorhaven 135 staat de verstokte lutheraan Ludovicus Engberts een sigaret te roken. Hij heeft een gruwelijke hekel aan de roomsen, die op zaterdagavond al naar de kerk gaan, wat volgens hem onbijbels is en in zijn ogen heidens. Ludovicus is een felle tegenstander van de herenliefde, net als dominee Odolphus Hengstman, die daar openlijk tegen preekt. Ludovicus ziet de dingen graag zo simpel, veilig en overzichtelijk mogelijk. Volgens hem zijn er geen homoseksuele lutheranen in Edam, maar barst het van de flikkers bij die perverse roomsen. 'Die roomsen zijn allemaal smeerlappen!', denkt hij, 'hoeveel beerputten vol seksueel misbruik zullen er bij hen nog tevoorschijn komen?'. Juist tijdens die gedachte passeren Edwina en Chris zijn verbitterde gestalte en moet hij bijna kotsen, wanneer hij Edwin Schuurman in de vrouwenkleren ziet. 'Het moet toch echt niet gekker worden!', denkt hij, 'wat een walgelijke vent en wat een schande voor Edam!'. Hij begint te trillen van woede en hij duikt zo snel mogelijk een kroeg in. Terwijl hij zichzelf volgiet met kopstoten genieten Edwina en Chris van de avondmis. Zij zien de kerkgangers wel loeren, maar dat deert hen niets, integendeel, zij ervaren het als positieve aandacht. 'Ze moeten er nog even aan wennen!', fluistert Chris tegen Edwina. 'Maar meneer pastoor glimlachte net naar mij!', fluisterde Edwina snel terug. Edwina voelt zich ineens een enorme bofkont en hij kan zijn geluk niet op. Eindelijk voelt hij zich geaccepteerd als vrouw en kan hij zijn vrouwelijke energieën laten stromen. Chris voelt, dat zij helemaal in haar nopjes is en hij glimlacht naar haar. Dan zegt meneer pastoor: 'De Here zegene en behoede; de Here doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig; de Here verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede!'. Zowel bij Edwina en Chris verschijnen er glinsterende aureolen. 'In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest!', vervolgt meneer pastoor en hij slaat zijn magische kruisteken.

Na de dienst drinken ze nog een afzakkertje bij Chris en een tikkeltje aangeschoten loopt Edwina gelukzalig huiswaarts, totdat hij een ingeving krijgt en naar het kerkhof bij de Sint-Nicolaaskerk op de Grote Kerkstraat 59 wandelt. Hij ziet niet dat hij door een gevaarlijke duisterling gevolgd wordt. 'Dank U, God, dank U voor zoveel liefde!', roept hij uit. Vooral 's nachts voelt hij zich extra lekker als vrouw, wanneer hij veel minder bekeken wordt. Hij geniet van het geklak van zijn hakken en hij beweegt opzettelijk meer met zijn heupen. Op het kerkhof loopt hij regelrecht naar het graf van Frederik Hendrik Pont en Alida Maria van Bommel. De Amerikaanse beeldhouwer Francis Edwin Elwell heeft er in 1888 een mooi monument van gemaakt. Het heet 'Death of Strength' en het is een stervende leeuw met een engel erboven. 'Góh, wat grappig, die kunstenaar was een naamgenoot van mij!', zegt Edwin hardop en beneveld door de cognac en heftige emoties. Hij heeft het beeld altijd heel erg mooi gevonden en uit dankbaarheid voor zijn zege als vrouw knielt hij neer. Eerst huilt hij van geleden verdriet en dankbaarheid en daarna heft hij ineens zijn armen naar de sterrenhemel. 'Hállelujá!', roept hij over het doodstille kerkhof. Plotseling wordt hij met een zwaar voorwerp neergeslagen. Het is de stomdronken Ludovicus, die gromt: 'Stomme go-godslas-lasteraar, i-idioot, vui-vuile flik-flikker, gestoorde on-ongelovige, he-heb je nou je-je zi-zin?'. Ludovicus smijt een ijzeren staaf tegen de engel, maar die staaf ketst terug en raakt het hoofd van Ludovicus, wat een open wond veroorzaakt. Een cruciaal moment, temeer omdat Ludovicus de staaf laat liggen, terwijl hij als een angstige bezetene wegrent. Later weet de technische recherche via de bloedsporen op de staaf twee DNA's te traceren, waardoor de moordenaar van Edwina wordt opgespoord, al heeft Ludovicus zich dan al aan de Kwakelbrug opgehangen.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
1 december 2022


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 42



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)