Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Overvallen Door Vorst

Verdorie had het vannacht toch nog even, totaal onverwacht, redelijk gevroren. Ik wilde op tijd bij de bakker zijn om enkele van hun heerlijke warme broodjes te kopen. Kom ik bij m’n auto, waar ik met grote moeite de autodeur los kreeg. Ik glibberde over ons tweehonderd meter lange sintelpad naar de openbare weg. En toen ik er bijna was, hoorde ik een claxon. Links en rechts goed uitkijken, want er komt blijkbaar een auto aan die ik, in het mistige weer, niet goed zie aankomen. De bestuurder, op de weg, schat dat ook zo in, vandaar de claxon. Nog beter de mist in kijken – nee niks te zien.

Rij de weg dan maar voorzichtig op en zie naast de woning van de buurvrouw haar Panda met draaiende motor staan en het lijkt me dat er iemand in zit te klooien. Wat moet die daar, vraag ik me af. Wat een eikel, de auto van mijn oude buurvrouw jatten zeker. Daar gaan we even een stokje voor steken. Ik zet mijn auto voor haar oprit zodat de mogelijk dief er niet met de auto vandoor kan gaan.
Daarna loop ik naar haar auto en vraag: ‘En waar zijn we mee bezig?’ Ik loop naar het beijzelde voorportier en tot mijn stomme verbazing zie ik de buurvrouw vast zitten in haar eigen auto.
Ik wil het voorportier open maken, maar dat lukt van geen kanten – hij zit vastgevroren. Maar hoe komt de buurvrouw daar dan in hemelsnaam vast te zitten. Het achterportier wou wel open en dus vraag ik of alles goed is. ‘Jawel buurman, maar ik zit, geloof ik, een beetje vast geklemd.’
‘Hoe kan dat nou weer buurvrouw?’ Het woordje weer is hier tussen gevoegd omdat de buurvrouw wel vaker van die rare capriolen uithaalt. Zoals in de herfst toen ze zelf met een gammele ladder het dak was opgekropen want daar lagen enkele dakpannen scheef, waar ze zich aan ergerde.
Toen heb ik haar gezegd: ‘Beste buurvrouw, doe dat nou nooit weer, bel mij dan even, of vraag de buurman naast u – die wil u ook wel even helpen. U bent tenslotte op uw vijfenzeventigste toch ook de allerjongste niet meer.’
‘Nee, ik weet het mien jong, maar ik wil zo lang mogelijk onafhankelijk blijven en vraag jullie pas als het echt nodig is.’ De alleenwonende weduwe is een echte woudfriezin, die je geen strobreed in de weg moet leggen en waarbij zelfstandigheid en vrijheid hoog in het vaandel staan.

Maar goed ik vraag haar dus hoe het mogelijk is dat ze in de auto is komen vast te zitten.
‘Nou mien jong, het voorportier zat vastgevroren en ik moet naar het dorp bloed prikken. Ik merkte dat het achterportier wel open ging en dus ben ik daar langs via de achterbank naar de voorbank gekropen, want ik wou de auto starten. Omdat ik hem altijd in de eerste versnelling laat staan, moest ik ook bij de koppeling, om te voorkomen dat hij weg zou rijden. Ik wilde de auto laten opwarmen. En met de ijskrabber, die in het dashboardkastje lag, besloot ik ondertussen, totdat de auto genoeg opgewarmd zou zijn, de ruiten schoon te krabben en moest via dezelfde weg terug. Op de voorbank komen lukte wel, maar op de terugweg bleef ik steken en drukte per ongeluk op de claxon. Ik was expres vroeg want ik moet om half tien bij de prikdame wezen.’

‘Nou buurvrouw maar dan hoeft u toch niet zo vroeg op? De priklocatie is nog geen vijf minuten rijden van uw huis verwijderd. U heeft geluk buurvrouw dat ik zin had in warme broodjes en om negen uur als een van eersten bij de warme bakker wou zijn.’
‘Ach mien jong, het was me uiteindelijk toch wel gelukt hoor.’ Ze zette nog eenmaal kracht en inderdaad ze kwam los. Maar het toeval wilde dat ze met haar linkerbeen het handige pookje in z’n vrijstand trok en de trouwe Panda tufte heel langzaam de afrit af richting mijn auto en kwam daar zachtjes tegen tot stilstaan. Een zachte vloek ontsnapte aan mijn lippen. Gelukkig was er behalve een paar krassen geen verdere schade. Toen ze uitstapte zei ze:
‘Nou ik denk dat je gelijk hebt buurman, ik moet een volgende keer toch maar één van jullie bellen.’
‘Goed afgesproken, wel doen hè!’
‘Ja, ik beloof het,’ zei ze met een dikke knipoog.
Natuurlijk doet ze het vast en zeker dus niet.

Twintig over negen reed ze alsnog weg. Ze zwaaide nog even en was zeker nog op tijd voor de afspraak. Ik was later dan gewild bij de warme bakker, maar door het slechte weer waren veel mensen thuis gebleven en waren er nog volop warme broodjes. En echt ze waren heerlijk. Op de terugweg ook maar eentje afgegeven bij de buurvrouw, die inmiddels al weer thuis was.
‘Heerlijk mien jong, daar was ik echt aan toe.’

Schrijver: catrinus
Inzender: C.A. de Boer, 5 januari 2023


Geplaatst in de categorie: individu

3.6 met 8 stemmen 112



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
buurvrouw
Datum:
5 januari 2023
wat een heerlijke fantasie van deze schrijver

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)