Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De ontsnapping uit het rijksopvoedingsgesticht in Ruiselede

Het heeft de 18-jarige Johannes Hovenier niet echt verbaasd dat hij naar het rijksopvoedingsgesticht in Ruiselede is gestuurd, want hij weet donders goed dat de brave burgers zogenaamd lanterfantende jongeren zoals hij niet kunnen zien en dulden. Het vergrijp waarvoor hij hier naartoe is gestuurd, was echter volstrekt ontoereikend, maar als de gendarmerie en de justitie bloed ruiken, dan gaan ze er voor. Dat kleine beetje hasj, waarvoor hij is opgepakt, is te belachelijk voor woorden, maar ze wilden hem nou eenmaal zien hangen, omdat hij zich volgens de laffe verraders en de onderdrukkende autoriteiten op het verkeerde pad begeeft. Op het enige, juiste pad lopen zij natuurlijk, de bewakers van het gezonde verstand en de van oudsher bekende fatsoenlijkheden. Zij zien het als zeer nobel van zichzelf dat zij een op alle manieren afglijdende jongeling voor de definitieve afgrond kunnen behoeden. Dat een getalenteerde jongeman als Johannes zichzelf naar de verdommenis helpt door een hardnekkige drugsverslaafde met criminele activiteiten te blijven, kunnen ze echt niet tolereren. Deels hebben ze gelijk, maar deels snijden ze ook zijn polsen door. Zij dwingen hem om voor hen op zijn knieën te gaan en zich te verbeteren, clean te blijven en een maatschappelijk aanvaardbaar beroep uit te voeren, desnoods als dichter, maar dan moet hij daar wel serieus mee aan de slag gaan en geen destructie en cultuurhaat verspreiden. 'Je bent hier voor jouw eigen bestwil opgenomen, vriend, maar nu verwachten we dan ook 100% inzet van jou!', zei directeur Godfried Cuvelier tijdens het kennismakingsgesprek. 'Dat lijkt mij geen probleem!', antwoordde hij, 'zolang ik maar niet teveel lastig wordt gevallen!'. De directeur had daarop bedenkelijk gekeken, maar hem toch een stevige handdruk gegeven. Johannes walgde er nog het meeste van dat hij het al die weken zonder de troost van hasj moet doen, zonder de troost van mierzoete droombeelden. 'Maar reken maar dat ik hierna de schade ga inhalen, smerige beul!', dacht hij, toen hij de directeur met vorsende ogen aankeek. Zijn drugsgebruik is voor hem een manier om zijn boosheid te verwerken, terwijl hij dat beter direct tegen de boosdoeners kan uiten, maar dat is hem nooit geleerd en daar rust een merkwaardig collectief taboe op, zeker voor mensen zoals hij, die aan de onderkant van de maatschappelijke ladder staan. Van zichtbare losers verwacht men enkel slaafse gehoorzaamheid. Dat hij zichzelf vanwege zijn openlijke positie als drugsgebruiker enorm kwetsbaar opstelt, komt niet in hen op. Dat drugs een excarnerende uitwerking hebben, zien zij niet als een heroïsche zelfopoffering. Zij oordelen alleen over wat zij kunnen zien en dat is bar weinig, hopeloos vervormd en inteeltachtig paranoïde. De menselijkheid gaat ten onder door het zwart-wit-denken van zwaargestoorde betweters en sadistische cipiers. Zoals altijd probeert Johannes de oersaaie werkelijkheid te ontvluchten door zoveel mogelijk te lezen en onderhand te mediteren, maar van deze vluchtroute komt weinig terecht, want het programma binnen het gesticht dient gevolgd te worden en men houdt hem continu in de gaten, alsof hij een topcrimineel is, die ieder moment levensgevaarlijk is en er zomaar vandoor kan gaan. Als er een speedboat klaar zou liggen, dan zou hij daar zeker gebruik van maken. Hij schudt zijn lange haren naar achteren en hij weet het, hier is helemaal niets om aan de benauwdheden te ontkomen, hier zal ik het akelige spel mee moeten spelen en uit moeten zitten of er moet een onverwachtse kans komen.

Naast alle ondervragingsmethoden is er ook nog ruimte voor kunsttherapie en laat Johannes dat nou wel leuk vinden, al is het alleen maar vanwege de superaardige kunsttherapeute Inge Paardenstaart, die helemaal aan zijn schoonheidsideaal voldoet. De scheiding van haar sluike, zwarte haar valt net zo mooi in het midden van haar haardos als bij hem. Zij zijn elkanders evenbeeld en zij vertrouwen elkaar meteen. Zij herkennen elkaar instinctief. Zij zijn beiden op de vlucht voor de harde, veeleisende, onnodig gecompliceerde, tiranniserende, autoritaire, gevoelloze, geestdodende, oppervlakkige, walgelijke, controlerende, verstikkende en moorddadige maatschappij. Bij Inge is het alleen minder zichtbaar, omdat haar aanpassingsvermogen meer ontwikkeld is, wat niet wil zeggen, dat zij daar genoegdoening aan beleeft, integendeel. In de kern zijn beiden van hetzelfde kaliber rebellistisch en onverzettelijk. Inge complimenteert Johannes met zijn expressieve en explosieve tekeningen, waarin hij duidelijk drugsgerelateerde explosies uitbeeldt, die zijn drang naar geestverruiming weergeeft. Zij analyseert zijn stripachtige tekeningen op een voor Johannes zeer aangename manier, omdat zij er geen oordeel aan vastknoopt. Zij ziet dat hij dreigt te verdrinken of dat hij dreigt zichzelf op te blazen. Zij weet heel goed dat hij het in dit gesticht maar amper kan volhouden, omdat het compleet tegen zijn natuur indruist. Voor Johannes is zij de engel, die hem uit het hellevuur komt bevrijden en hij vertelt haar hoe hij het liefste gedichten schrijft en daar zijn dagen mee wil slijten, maar hij heeft vooralsnog nog geen uitgever gevonden, die brood in zijn verzen ziet. 'Weet je wat', zegt Inge, 'ik ken een uitgever, die een soort professor in de ufologie is, en het is voor mij een kleine moeite om jouw gedichten een keer bij hem aan te bevelen, hoe lijkt je dat?'. 'Dat lijkt mij fantastisch!', antwoordt Johannes, 'maar dat verdient alvast een voorschot op de beloning!'. Terwijl de andere gedetineerden niet goed opletten, kust Johannes Inge heel innemend op haar waanzinnig mooie zoenlippen en het allermooiste is nog wel, dat Inge hem direct even innemend terug kust. Het liefdespact is gesloten en beiden hebben hun intense verliefdheid verklaard. Aan het einde van de kunsttherapie vraagt Inge of Johannes nog even wil blijven om wat door te spreken. De anderen denken dat dat over zijn tekeningen gaat en zij verlaten de ruimte zonder argwanend om te kijken. Zodra Inge en Johannes alleen met elkaar zijn, vliegt Inge hem om zijn hals en beginnen zij heftig te zoenen en te strelen. 'Ik ga jou helpen om uit deze martelkerker te komen!', zegt Inge, 'ik weet aan een ontsnappingssleutel te komen en we gaan het vannacht al doen!'. 'God, heilige engel, waar heb ik dit aan verdiend?', vraagt Johannes. 'Puur aan jezelf, edele paradijsvogel, ik laat je met heel mijn ziel en al mijn liefde weer naar het paradijs vliegen!', antwoordt Inge met een diepe zucht. 'En om welke deur gaat het?', vraagt Johannes. 'Wacht, dat teken ik even op een papiertje, maar dat papiertje krijg je niet mee, want we mogen niets riskeren!', zegt Inge, die hem nog even heel erg stevig tegen haar lichaam aandrukt en hem op zijn voorhoofd kust. Daarna moet hij echt gaan, want anders loopt het in de gaten.

Terwijl iedereen slaapt, behalve enkele nachtbewakers, sluipt Inge naar een achterdeur, die niet verlicht is. Zij steekt heel voorzichtig de sleutel in het slot, terwijl zij even zwaait naar een bekende schaduw, die al klaar staat om uit te breken. Zodra de deur open is, gaan zij hand in hand de nacht in en weten zij ongezien de woning van Inge te bereiken. Dit is het huis op de Vagevuurstraat 11 in Wingene. 'Je kunt hier niet te lang blijven!', zegt Inge met een hard bonzend hart, 'want zodra ze ontdekken, dat jij hem gepiept bent, gaan ze alle woningen hier onderzoeken en als eerste de woningen van onderwijzers, waar jij mee te maken hebt, dus wees niet teleurgesteld, omdat je snel verder moet, want we zien elkaar echt zo spoedig mogelijk ergens weer terug!'. 'Kunnen we niet even lekker in jouw bed duiken?' 'Nee, mallerd, je moet echt zo snel mogelijk vertrekken!' 'Maar hoe neem ik dan contact met jou op?' 'Hier staat mijn privénummer op, maar ik raad je aan om er eerst een flinke tijd overheen te laten gaan!' 'Dat snap ik wel, maar ik barst van verlangen om met jou het bed te delen!' 'Rustig nou maar, vurige hengst, dat komt vanzelf wel!' 'Zou je denken, schone merrie?' 'Draaf nou maar voort en hier is een gevulde beurs voor de eerstkomende tijd!' 'Je bent een cherubijn, dat kan niet anders!' 'Ga via het natuurgebied De Gulke Putten en sla af richting Tielt en hier heb je het fietssleuteltje van mijn racefiets, die al klaar staat!' 'Adieu dan maar, mon amour, maar geef me eerst nog even een dikke pakkerd voor onderweg!'. Inge en Johannes staan nog zo'n vijf minuten met elkaar te tongen en daarna stapt Johannes heel kwiek op de racefiets en zwaait Inge hem met een betraand gezicht uit. Johannes heeft kracht voor twee en hij baant zich al snel een weg door De Gulke Putten. De gedachten aan zijn geliefde Inge geeft hem adelaarsvleugels.

In Café Den Arend op de Markt 5 in Tielt slaat Johannes het ene na het andere biertje naar achteren. De kroegtijger Florentin Lanoye is al gauw met hem aan de praat en hij bestelt een Deugniet voor Johannes. Beiden zijn behoorlijk beschonken en Florentin heeft toevallig wat hasj bij zich, wat Johannes natuurlijk niet afslaat en hij kruimelt wat verwarmde stukjes tussen zijn shag. Ze worden er door de kroegbazin Melissa Lampo al gauw op geattendeerd, dat ze hier geen hasj mogen roken en daarom gaan ze de straat op en zwalken ze wat door de binnenstad. 'Gunst, daar staat zowaar een koets, van wie zou die toch zijn?', zegt Johannes. 'We-weet je da-dat dan niet, die is va-van barones Godelie-lieve Sche-Schepens!', vertelt Florentin, 'ik ge-geloof da-dat ze da-daar net aan-aankomt!'. Johannes blijft als aan de grond genageld staan en hij staat met zijn open mond naar een schitterende jongevrouw in een felwitte jurk te kijken. Haar jurk is fluoriserend en op haar hoofd draagt zij een gouden kroon met glinsterende diamanten. 'Wa-wat is er me-met jou?', vraagt Florentin verbaasd. Het kost Johannes enorm veel moeite, maar hij weet zijn benen te bewegen en even later staat hij voor de rijk versierde jonkvrouw. 'Is de droomkaros van jou?', vraagt hij. 'Jazeker, jongeman, al vele eeuwen, heb je zin om er samen met mij een ritje mee te maken?', zegt zij met een alleraardigste stem, die hem meteen betovert. 'Maar waar gaan wij dan heen?' 'Dat is voor jou een vraag en voor mij een weet!' 'En mag ik het dan misschien weten?' 'Maar natuurlijk, aardig jongmens, Loewie, laat de paarden maar weer trappelen!' 'Als ik niet weet waar ik naartoe ga, stap ik niet in!' 'Wij gaan naar mijn kasteel, verdwaalde nachtvlinder, stap maar gauw in, want mijn koetsier Loewie Gezelle zit te popelen van ongeduld om huiswaarts te keren!' 'En hoe heet jouw kasteel?' 'Kasteel van Wijnendale in Torhout, mijn nieuwe vriend, zo heet mijn schitterende droomkasteel!' 'In dat geval, wacht op mij, want ik ga dolgraag met jou mee!'. 'Nou-nou moe-moet het nie-niet gek-gekker worden!', zegt Florentin, terwijl Johannes en Godelieve hem uitbundig uitzwaaien. Florentin ziet de koets door de lucht vliegen en hij wrijft nog eens flink in zijn ogen, want zo'n sprookjesachtig tafereel zie je niet elke nacht. Hij vraagt zich zelfs af of Johannes en Godelieve wel echt bestaan of dat zij een zinsbegoocheling zijn. Ondertussen geniet Johannes van de nabijheid van een werkelijk niet te versmaden, beeldschone Godelieve, die hem steeds met een mysterieuze glimlach zit aan te kijken. Johannes durft haar opeens op haar linkerwang te kussen en daarbij lijkt zijn mond wel in haar wang weg te zinken, op te lossen. 'Dat vind je lekker hé, nou, wacht maar, straks mag je me eindeloos kussen en wat je maar wilt!', zegt Godelieve, terwijl haar zaligmakende borsten op en neer schudden en er bijna uit rollen. Eenmaal in Kasteel van Wijnendale gebeurt er een gedaanteverwisseling, waar Johannes erg van schrikt en wat hem wanhopig depressief maakt. Hij ligt in het grote hemelbed op de zichzelf ontkledende schoonheid Godelieve te wachten en de plezierige spanning vervult zijn hunkerende lichaam, maar wanneer hij de beeldschone Godelieve denkt te zien, ziet hij ineens een oerlelijk, heksachtig, gerimpeld, verlept, gebocheld, wanstaltig, weerzinwekkend, puisterig, stinkend, her en der ontbindend gedrocht naar het hemelbed strompelen. Hij krijst het uit van diepe walging en hij snelt naar zijn kleren. Terwijl de getransformeerde Godelieve naderbij probeert te komen, houdt hij haar met een pook op een afstand en kleedt hij zichzelf snel aan. Wanneer Godelieve hem met haar hand op zijn schouder tikt, grijpt hij haar hand en ziet hij hoe haar arm van haar lichaam afbreekt. Hij smijt de arm tegen haar hoofd, waardoor haar hoofd van haar romp valt. Johannes wil zo snel mogelijk dit gekkenhuis verlaten en wanneer hij op de trap Loewie tegenkomt, probeert hij zo normaal mogelijk te doen, maar wanneer hij even achterom kijkt, ziet hij dat Loewie de staart van een duivel heeft. Johannes rent het kasteel uit en hij weet de slotgracht in een recordtijd over te zwemmen. 'Jammer dat het niet meetelt voor de Olympische Spelen!', denkt hij danig verward en in grote paniek. 'Ik moet terug naar Tielt!', denkt hij panisch, 'ik moet terug naar Inge!'. Hij dwaalt door de stille straten in Torhout, waar geen kip te zien is, totdat hij ergens voor een groot herenhuis een dreigende gestalte ziet staan, die hem wenkt. 'Wat wil die nou weer van me?', denkt Johannes hoogst vermoeid en door de waanzin gevangen. 'Kom, Johannes, ik heb iets voor jou, pak maar aan, je hebt er zelf op aangestuurd!', zegt de lange, magere gestalte, die op een zeis steunt. Johannes pakt het pistool uit de hand van het gruwelijke monster en hij herkent het gezicht van directeur Godfried Cuvelier. 'Niemand ontkomt aan zijn noodlot!', zegt de onheilspellende griezel, 'en zeker jij niet, ondeugende vluchteling!'. Johannes heeft het niet meer en hij stopt de loop van het pistool snel in zijn mond en hij haalt de trekker over. 'Eindelijk verlost van deze aardse waanzin!', was zijn laatste gedachte. In feite heeft hij het pistool van een sinistere kerel in een obscuur café gekocht en ergens in de vroege ochtend wordt hij door een vrolijk fluitende postbode gevonden, een postbode, die het fluiten voor de rest van zijn leven verleert. In zijn jaszak vinden ze de lege beurs van Inge.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
12 maart 2023


Geplaatst in de categorie: psychologie

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 44



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)