Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het neonazinest in Kasteel Krombrugge

Emiel Wauters is een keurige student letteren aan de Universiteit van Gent, waar zo op het eerste gezicht niets mis mee is, maar wacht maar wanneer je hem beter leert kennen, dan piep je wel anders. Nu laat Emiel zich niet zomaar kennen en houdt hij de mensen het liefste op een verre afstand. Die sociale angstvalligheid houdt verband met zijn jeugd, die hij in grote afzondering heeft doorstaan. Hij is op Kasteel Krombrugge nabij de Hollebeek opgegroeid. Zijn vader Rogier Wauters was een extreem strenge kolonel in het Belgische leger, die er uiterst onbezonnen en gevaarlijke extreem-rechtse denkbeelden op na hield en contact met Tom Van Grieken van het Vlaams Belang onderhield. Rogier is twee jaar geleden in het Psychiatrische Ziekenhuis Sint-Camillus opgenomen. Hij dreigde Tom Van Grieken neer te schieten, omdat hij Tom een slapjanus en een weekdier vond. Het Vlaams Belang zou veel beter af zijn met hem aan het roer, maar hij was blijkbaar de enige, die daar in geloofde. Hij liep met twee van zijn pistolen in cowbowholsters langs zijn dijbenen door de binnenstad van Gent, maar dat heeft de gendarmerie hem nadrukkelijk verboden, waarna hij in een diep dal belandde. 'Het Wilde Westen was verdulleme een veel betere tijd!', bromde hij elke dag opnieuw. Toen hij zijn vrouw, gravin Frédérique de Rochefort, en zijn zoon Emiel niet meer herkende en dacht dat zij spionnen van Maximilien de Robespierre waren, kon hij echt niet meer in Kasteel Krombrugge blijven. Emiel bezocht hem om de zoveel tijd en hij heeft hem zienderogen achteruit zien gaan. Zo'n maand geleden heeft een jonge verpleegkundige Rogier in een plas met bloed gevonden. Hij had zijn polsen met een gestolen keukenmes doorgesneden. Met zijn bloed had hij 'Heil Wauters!' op de muur gekalkt. Die verpleegkundige moet nu zelf verpleegd worden. Emiel was en is er vreselijk kapot van en hij heeft zichzelf nog meer in zichzelf teruggetrokken. Vooral nu hij weet, dat zijn moeder nu dezelfde wens als zijn vader koestert, zij wil nu opeens ook die Tom Van Grieken van zijn troon stoten en een soort Marie Le Pen van België worden. Zij heeft alle nazi-spullen van haar man van zolder gehaald en in een kamer op de eerste etage tentoongesteld. Daar hangen nu enkele nazi-vlaggen en diverse portretten van Adolf Hitler. Er liggen Duitse wapens uit de oorlog en een door Heinrich Himmler gesigneerd exemplaar van 'Mein Kampf' heeft een ereplekje gekregen. 'Het kan mij niets meer verdommen wat anderen ervan vinden!', schreeuwde Frédérique, 'dit is wel het minste wat ik nog voor Rogier kan doen! Ik had hem bij leven die eer moeten gunnen!'. 'Dan was hij net zo goed doorgedraaid!', zei Emiel, 'hij had die Tom gewoon moeten liquideren, inplaats van zichzelf!'. 'Maar dan kwam hij alsnog in het gevang en in het gekkenhuis, nee, Emiel, daar was hij ook niets mee opgeschoten!', reageerde Frédérique verbitterd en terneergeslagen. 'Zal ik dan maar een poging wagen?', vroeg Emiel, 'misschien kan ik die slome Tom doen wippen!'.

Emiel is de laatste tijd steeds meer bij zijn medestudent Bastiaan van Gavere te vinden, die in een oud, vies huis op de Abeelstraat 3 woont en in de nachtelijke uren het liefst de beest uithangt. Qua uiterlijk is Bastiaan de tegenpool van Emiel, maar innerlijk hebben zij enorm veel raakvlakken en broeden zij op snode plannen. 'Wij moeten een keer een daad durven stellen!', zegt Emiel op een broeierige avond. 'Zoals?', vraagt Bastiaan, die de dop van een flesje Maredsous haalt en het schuimende geval aan Emiel geeft. 'Nou, ik weet toevallig het adres van een LSP-politica, die de schurft aan extreem-rechts heeft en bezig is met een boek vol leugens over ons! Als we die nou eens een kopje kleiner maken, dan zijn we echt goed bezig!', stelt Emiel, die er heel eng-samenzweerderig bij gaat kijken. 'En hoe wou je dat gaan doen?' 'Een fluitje van een cent, want ze zit in een rolstoel en ik weet toevallig dat zij graag in haar karretje door het Gentbos koerst!' 'Dus daar moet het gebeuren?' 'Ja en geef me even een vuurtje, wil je?' 'Lekkere Afghaan hé? Maar vind je moord op een weerloze, oude dame niet te ver gaan?' 'Het doel heiligt de middelen en dat mens dient echt nergens voor!' 'En dat bepaal jij?' 'Zeg, Bastiaan, je kunt natuurlijk ook bij de slappe hap blijven ronddolen, maar wil er iets fundamenteel gaan veranderen in deze teringmaatschappij, dan zullen we toch als leeuwen moeten vechten!' 'Waarom maak je niet gewoon af waar jouw vader op uit was?' 'Omdat die Tom niet zo'n slappeling is als mijn vader beweerde en omdat die Tom hoe dan ook onze belangen verdedigt!' 'Straks eindig jij ook nog in een gekkenhuis!' 'Ja, wieweet, maar even serieus, vriend, die politica waar ik het over heb, heet Eveline Blondeel en zij woont in een oud krot op de Achterleie 43, het is enkel een kwestie van haar spotten en dan toeslaan!' 'Dus wanneer zij met haar rolstoel richting het Gentbos rijdt, dan gaan wij alvast vooruit om ons daar te verstoppen?' 'Precies, jij hebt het helemaal door, zie je wel dat je intelligenter bent, dan je altijd denkt!' 'Hoe weet jij nou wat ik denk?' 'Helderziendheid, vriend!' 'Getverderrie zeg, ik begin jou steeds enger te vinden!' 'Heb je wel eens in de spiegel gekeken, freak?' 'En wanneer wil je jouw moedige daad gaan verrichten?' 'Morgenmiddag, krijger, morgenmiddag gaan wij historie schrijven!' 'Wat gaan wij schrijven?' 'Laat maar, Bas, zorg nou maar dat je om twee uur morgenmiddag klaarstaat, want dan kom ik je oppikken!' 'Met of zonder rolstoel?' 'Hand erop?' 'hand erop!'.

'Godsamme, alle krekels nog aan toe, ik kom die kutdrempel haast weer niet over!', mekkert Eveline, die haar rolstoel naar buiten probeert te krijgen. Schuin aan de overkant staan Emiel en Bastiaan voorzichtig toe te kijken. 'Ze vertrekt!', fluistert Emiel, 'kom, we gaan naar onze fietsen!'. Terwijl zij naar het Gentbos fietsen, delen zij een dikke joint om moed te verzamelen. 'Ik heb ook een fles Johnny Walker bij me!', zegt Emiel, 'in vroegere tijden dronken de krijgers zichzelf moed in alvorens ze naar het strijdtoneel gingen!', zegt Emiel met een emotieloos gezicht. 'Wij trekken niet echt tegen een overmacht ten strijde!', zegt Bastiaan. 'Dat is maar hoe je het bekijkt, mijn vriend, onze tegenkrachten verhullen zich in allerlei misleidende vermommingen!', zegt Emiel, die Bastiaan een kameraadschappelijke klap op zijn schouder geeft. 'Hoe gaat het nu met jouw moeder?' 'Die praat alleen nog in het Duits en zij noemt mij Obersturmführer!' 'Straks denkt ze nog dat ze Eva Braun is!' 'Let jij nou maar op je stuur, want je begint te schommelen!' 'Ik heb best wel een beetje medelijden met jouw moeder!' 'En nou hou je op over mijn moeder, anders doe ik je wat!' 'Rustig maar, Obersturmführer, anders krijg je nog een hartaanval en gaat het hele feest niet door!' 'Je hebt gelijk, geef me die verdomde joint nog eens!'. Eenmaal in het Gentbos hebben de criminele, zwaar gestoorde dwazen meer dan genoeg tijd om van hun whisky te genieten, want de rolstoeldame is nog lang niet in zicht. Zij nemen om en om een slokje uit de fles en zij draaien beiden een nieuwe joint om de spannende wachttijd te doden. De combinatie van hasj en alcohol maakt echt gevaarlijke roofdieren van hen. 'Ik geloof dat ik haar zie aan komen rollen!', zegt Bastiaan, 'ik wou dat het die lekkere Griet Goeminne was, je weet wel, die met die ontzettend welgevormde billen en de rest van haar onderstel!'. 'Ja, die zou jij wel eens in haar vette, zwartbehaarde flamoes willen pakken, maar nu even niet, Bas, focus nu even volop op dat stuk onbenul daar, wat we zo meteen uit de weg gaan ruimen!', zegt Emiel, die met een kromme rug en verscherpte ogen naar de argeloze Eveline tuurt. 'Weet je al hoe je het wil gaan doen?', vraagt Bastiaan opeens met een brok in zijn keel. 'Man, bazel toch niet zo, natuurlijk weet ik wel hoe ik het ga doen, haal me nou niet uit mijn concentratie ja!', zegt Emiel geërgerd. Eveline nadert de bosjes, waarin de twee schurken verborgen zitten. Er is verder helemaal niemand in de buurt. 'Kat in het bakkie!', fluistert Emiel en hij staat op het punt om Eveline aan te vallen en te wurgen. 'Nog even en dan is het zover!', fluistert hij nog. Vervolgens stormt hij uit de bosjes en trekt hij Eveline met rolstoel en al de bosjes in. Eveline begint hard te gillen, maar Emiel slaat haar keihard op haar neus en haar mond. Het bloed spat alle kanten op en even later knijpt hij haar keel dicht, net zolang totdat zij niet meer beweegt en levenloos uit haar rolstoel valt. Het zien van zoveel zinloze wreedheid maakt Bastiaan razend, razend kwaad op Emiel. Al is het dan te laat, hij wil ineens instinctief Eveline verdedigen. Hij pakt een flinke kei, waarmee hij Emiel op zijn achterhoofd slaat. Emiel valt naast Eveline op de grond en Bastiaan blijft Emiel als een woeste krankzinnige op zijn hoofd slaan. 'Je hebt een weerloos mens vermoord, gore klootzak!', roept Bastiaan, terwijl hij de keel van Emiel met ongekende krachten indrukt. Bastiaan zit ineens in een ernstige, niet meer te stuiten psychose en hij sleept de overleden lichamen naar de kasteelvijver. Hij wacht net zolang totdat beide lichamen naar beneden zakken en onzichtbaar zijn geworden. Daarna snelt hij naar de omgevallen rolstoel terug en besluit hij in die rolstoel naar de binnenstad te rijden. 'Zo doen gewonde, gekwetste en getraumatiseerde veteranen dat!', raaskalt hij. Onderweg wordt hij herhaaldelijk vreemd aangekeken, maar hij redt het tot de Vrijdagmarkt, waar hij de rolstoel naast het standbeeld van Jacob van Artevelde parkeert. 'Kijk dan toch, idioten, zie dan dat die door jullie zo vereerde Jacob de Hitlergroet geeft!', schreeuwt hij in het rond. Hij ontkleedt zichzelf en eenmaal helemaal naakt beginnen her en der enkele omstanders spottend te lachen. 'Kijk maar!', schreeuwt Bastiaan, 'mijn piemel geeft de Hitlergroet!'. Enkele meisjes kijken nieuwsgierig naar zijn vlaggenstok en zij beginnen te giechelen. Agenten komen aansnellen en terwijl Bastiaan maar 'Heil Emiel!' blijft schreeuwen stoppen ze hem in een politiewagen en rijden ze hem naar het bureau. Nog diezelfde dag wordt hij in het Psychiatrische Ziekenhuis Sint-Camillus opgenomen, waar hij het label 'neo-nazi-gek' krijgt opgeplakt. Tot zij ontdekken wat hij heeft gedaan, blijven ze hem als een onschuldige, arme ziel beschouwen.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
24 maart 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 35



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)