Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De waanzieke gravin van Slot Haamstede

Aan toerisme is er in Burgh-Haamstede in de zomers geen enkel gebrek en dat is dan ook niet zo verwonderlijk, want het is een gemoedelijk, karakteristiek en lieftallig dorp met de nodige bezienswaardigheden, al zijn het er niet zoveel, dat je er door bedolven wordt, zoals in sommige grote, Nederlandse steden. Het Slot Haamstede aan de Ring 2 spant de kroon, maar dat is alleen van de buitenkant te bezichtigen, omdat de huidige bewoonster gravin Lieke Lievense geen pottenkijkers duldt. Zij houdt nu eenmaal meer van poezen, dan van mensen en er lopen dan ook naar schatting zo'n vijftig kleine tijgers met snoesharen en pluimstaarten door en buiten haar kasteel. Gravin Lieve houdt de kasteelhekken het liefst gesloten, alsof zij iedere dag nog Vikingsschepen met barbaarse plunderaars verwacht. Voor haar gevoel zijn de Vikingen nog steeds bezig met hun rooftochten en willen ze haar moeizaam vergaarde rijkdommen graag meenemen. terwijl zij veilig in haar luxe hemelbed ligt, droomt zij vaak van hen en hoe zij haar één voor één willen verkrachten. In haar dromen gebeurt dat allemaal met een gemixt gevoel, want aan de ene kant schrikt zij er vaak wakker van en aan de andere kant windt het haar ook op. Zij heeft zichzelf er meerdere keren op betrapt, dat zij zichzelf ligt te vingeren, terwijl zij van al die ruwe mannen droomt, terwijl zij haar woest bespringen en doen wat zij heimelijk van hen verlangt. Zij wordt door angsten en verlangens heen en weer geslingerd. Soms staat zij met dromerige ogen bij de zee en tuurt zij naar de horizon. In haar tergende eenzaamheid denkt zij soms de aanstormende drakenkoppen te ontwaren. Dan rent zij euforisch langs de vloedlijn en springt zij vol losbarstende vreugde over de aanrollende golven. Dan voelt zij haar bloed tintelen en zwemt zij hen het liefste tegemoet. Dan begint zij als een bevallige sirene te zingen en verklaren de passerende toeristen haar voor gek.

Het is vandaag zondag en Lieve heeft haar mooiste jurk aangetrokken om naar de kerk te gaan. Het is een replica van een typisch zeventiende eeuwse jurk, die haar tot een wandelende, toeristische attractie maakt, wat precies is wat zij wil, want dat doorbreekt haar genadeloze isolement, ook al distantieert zij zich daardoor nog meer van haar medemensen. De aandacht van het bewonderd worden om hoe zij eruit ziet, vindt zij belangrijker dan haar stille lijden als onzichtbare eenling en de moeizame pogingen tot contact maken. Via haar ludieke dressing betovert zij de nieuwsgierige mensen en palmt zij hen in. Zij kleedt zichzelf bewust als een belangrijke gravin, waarvoor men ontzag behoort te hebben. Wat haar betreft mag het oude aanzien voor de adel wel weer in ere hersteld worden. Zij vindt het ronduit banaal dat dat is afgeschaft. De domme mensen willen overal maar een saaie eenheidsworst van maken. Zij slachten de kleur en fleur. Het is tien voor tien en Lieve snelt nog even naar haar kapspiegel om haar haardos te checken. 'In orde!', denkt zij, 'en nou moet ik snel gaan, want anders zit straks iedereen al op zijn plek en er moeten nog wel voldoende mensen zijn, die mij zien lopen!'. Wanneer zij de grote trap afdaalt, trippelen er tientallen poezen met haar mee. De poezenkoningin gaat uit wandelen. Zij heeft haar poezen succesvol afgeleerd om haar buiten de kasteelhekken te volgen. Het is maar een korte trip naar de Johannes de Doperkerk aan de Ring 1 en de burgemeestersvrouw Leuntje Hamelink zwaait al naar haar. 'Die kickt op exentriekelingen!', denkt Lieve kritisch, 'niet te gretig terug zwaaien!'. De Nederlands Hervormde kerkdienst begint om stipt tien uur en gravin Lieve is al de hele kerk door gelopen om haar bijzondere jurk aan iedereen te tonen. Vervolgens is zij op de voorste bank gaan zitten, haar vaste plekje, ook al heeft niemand echt een vast plekje. De kerkmensen kregen het al snel door dat zij graag voornaam wil zijn en dus gunnen ze haar een voornaam en vast plekje. Zij spelen het spel graag mee. Zeker wanneer zij zo opzichtig gekleed gaat. Vroeger was het immers niet anders, dus laten ze haar maar in die waan. Overigens mogen zij ook in haar wandelbos met de imposante eikenlaan komen, wat een heleboel goed maakt. Dominee Krijn Roggeveen preekt over de noodlottige situaties in onze hedendaagse wereld, waarin de mensen elkaar veel onheil aandoen. Hij noemt de oorlogen in Oekraïne en Soedan en hij schudt alsmaar met zijn verdrietige hoofd. 'De mensen blijven zich maar als bloeddorstige, hebzuchtige roofdieren gedragen!', roept hij, 'de geschiedenis staat boordevol misdadig oorlogsgeweld en zolang er geen vrede in ieder menselijk hart heerst, moeten wij de vrede van onze Heer Jezus Christus blijven benoemen en uitdragen!'. Lieve denkt direct weer aan de Vikingen en zij begint zenuwachtig met haar malse billen heen en weer te bewegen. 'Ze kunnen nu wel eens echt in aantocht zijn!', denkt zij in paniek. Zij roept zelfs een paar keer hardop 'O!', waardoor haar bezorgde achterbuurvrouw Kornelia Visser haar even aanstoot en haar een King-pepermuntje aanbiedt. 'Laten wij dan onze broeder Jozias Koekkoek herdenken, die als vrijwillige Rode Kruis medewerker naar Oekraïne is vertrokken, omdat hij dat als zijn christelijke taak zag!', bidt dominee Krijn, 'wij zijn als gemeente hevig geschokt door zijn plotselinge overlijden ten gevolge van een veldmijn en wij vragen God onze Vader om zijn bijstand voor zijn familieleden, die hier bij ons aanwezig zijn! Krijn heeft zijn leven voor enkele gewonde mensen opgeofferd, terwijl Jezus Christus zijn leven voor iedereen heeft opgeofferd! Wanneer de mensheid maar oorlogen blijft voeren, hoe moeten wij dan in de goedheid van de mensheid geloven? Wij bidden U, God, blijf ons nabij, want in de mensen kunnen wij ons vertrouwen blijkbaar niet stellen, maar in U wel degelijk! U bent een God van vrede en van liefde! U hebt de ziel van Uw trouwe dienstknecht Krijn liefdevol opgenomen en U ontfermt U dagelijks over ieder van ons! U kent al onze noden, gebreken en verlangens, O Heer, verlaat ons nimmermeer en doe ons voor altijd op U vertrouwen! Want van U is immers het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen!'.

Dominee Krijn heeft nog geen 'Amen!' gezegd, of Lieve staat op en zij wordt als door een onzichtbare kracht naar buiten gelokt. Terwijl de meeste ogen weer open gaan (sommigen waren al open), kijken zij vol verbazing naar de blijkbaar door geheime krachten gehypnotiseerde gravin in haar weelderige jurk. Dominee Krijn kijkt ook verbaasd naar haar en hij spreekt nadrukkelijk in de microfoon: 'Gaat het wel goed met u, mevrouw Lievense?'. De alerte huisarts Merien van Middelburg staat op en loopt Lieve tegemoet. 'Is er iets met u aan de hand? Heeft u ergens last van?', vraagt ze aan Lieve, die keurig nee met haar hoofd schudt. Dus stapt de toegesnelde Merien opzij en laat iedereen haar verder maar gaan. Eenmaal buiten hapt Lieve opgelucht naar adem en vervolgt zij haar pad richting de Oosterschelde. Uit het tijdelijk verhuurde kleine huisje aan de Weststraat 22 komt de verwilderde vakantievierder Floris Boutens naar buiten en hij stapt op een fiets om van de omgeving te gaan genieten. In de ene kant van zijn dubbele fietstas ligt een fles dubbele graanjenever en in de andere kant van zijn dubbele fietstas heeft hij zijn zwembroek en handdoek gestopt. In zijn binnenzak zit een dikke joint, die hij bij de zee wil aansteken. Hij heeft er duidelijk zin in om van deze rustige zondag te gaan genieten. Even buiten Haamstede ziet hij haar lopen, een nogal verwarde vrouw in een kostuum van eeuwen geleden. 'Zo schoon zie je de vrouwen niet dikwijls gekleed meer!', zegt hij, terwijl hij langs Lieve fietst. Lieve schrikt zich kapot, wanneer zij die vreemde meneer op zijn fiets ziet. Vanwege zijn wilde uiterlijk houdt zij hem meteen voor een Viking, die haar wil beroven en verkrachten. In paniek rent zij een weiland in. 'Maar mevrouw toch, zo lelijk ben ik toch niet?', schreeuwt Floris naar haar. Hij ziet dat zij naar de Plompe Toren rent en hij besluit om daar dan ook maar naartoe te gaan. Bij de Plompe Toren ziet hij haar nergens, maar omdat de toren open is, gaat hij die bezichtigen. 'Dit is het enige restant van het in de Oosterschelde verdronken dorpje Koudekerke' leest hij in een toeristische folder. Hij klimt 23 meter omhoog en dan staat hij ineens oog in oog met de mysterieuze vrouw in de ouderwetse jurk, die angstig voor hem wegvluchtte. 'Ik wilde u alleen maar een compliment geven, mevrouw, want u draagt een uitzonderlijk mooie jurken dat is zeldzaam vandaag de dag!', zegt Floris. Lieve valt bijna flauw en zij denkt echt dat Floris een Viking is. 'Jij wilt natuurlijk zien wat er onder die jurk zit hé, stoere vechtjas, nou, kom dan maar, lekkere woesteling, kom mij maar eens flink verwennen!', zegt Lieve, terwijl zij meteen de daad bij het woord voegt en haar jurk en onderjurken omhoog trekt. Vervolgens trekt ze haar slip wild naar beneden en toont zij hem haar harige snoepdoos. Floris raakt hartstikke opgewonden door deze wonderschone aanblik en hij grijpt zijn kans. 'Zo'n gulle uitnodiging krijg je niet elke dag!', denkt hij. Lieve duwt hem stevig tegen haar aan en zij stimuleert hem om haar zo ruw mogelijk te beminnen. Terwijl hij dit onverwachtse vluggertje zolang mogelijk probeert te verlengen, zegt hij: 'Ik weet niet eens hoe jij heet!'. 'Ik ben jouw naamloze prooi, woeste Viking!', antwoordt Lieve. Door hem op zijn billen te slaan, spoort zij hem aan om nog heftiger in haar tekeer te gaan, al heeft hij die hint niet echt nodig, want de unieke plek en de waarschijnlijk krappe tijd maakt vanzelf een wild beest van hem. Er kunnen ieder moment andere toeristen bij hen verschijnen. Nadat de seksuele daad is vervuld, trekken zij snel hun kleren weer helemaal aan en staan zij onhandig en verbaasd naar elkaar te kijken. 'Nou, dan ga ik maar weer eens verder!', zegt Floris, die het ineens vreselijk hatelijke gezicht van Lieve niet echt kan duiden. Hij draait zijn rug naar haar om en op dat moment grijpt Lieve hem beet en weet zij hem met ongekende krachten over de reling te slingeren. Enkele toeristen, die beneden staan en pas zijn aangekomen, beginnen keihard te gillen. Floris valt op zijn hoofd en hij breekt meteen zijn nek. Diverse mensen, die niet in hun schrik gevangen blijven, bellen meteen 112. De kaartjesverkoper besluit meteen de toren op slot te doen, zodat de moordenares gevangen zit. 'Er was nog een vrouw in een oude jurk op de toren!', zegt hij tegen de geschrokken toeristen. 'Die zit dan meteen gevangen!', zegt iemand met een sigaret in zijn trillende hand. In de verte naderen een politie-auto en een ambulance. De sirenes komen steeds dichterbij, maar boven op de Plompe Toren schreeuwt Lieve er boven uit. 'Dat zal die verdomde Vikingen leren!', schreeuwt zij. Dwars door haar waanbeelden heen weet zij wel dat het nu behoorlijk afgelopen is voor haar. Zij staat een tijdje te wankelen op de reling en zij laat zich daarna vol overgave naar beneden vallen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 19 april 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

4.0 met 1 stemmen 21



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)