EEN SCHRIJVER IS IEMAND DIE NERGENS GOED VOOR IS
Een schrijver is iemand die nergens goed voor is. Ik zou bijna zegen: iemand die een heel klein beetje gek is, een originele kromme Eigenheimer, die niet in het kistje past.
Niet in de wieg gelegd voor een normale baan, zoals op een kantoor of ergens in een garage, sleutelend, luisterend en lachend met zijn collega's. Nee, een schrijver is iemand die zijn school niet afmaakt, daarna een leven leidt van Sodom en Gomorra, misschien met drugs en andere verslavingen. Totdat hij eindelijk zijn ware roots kan aanboren. De toon waarop alles makkelijk eruit komt, eruit spuit, zoals Bukowski zegt.
Misschien, als hij nog goede relaties heeft onderhouden met zijn familie, kan hij in een leegstaand kippenhok leven, achter de dikke woning van zijn broer die wél een vak geleerd heeft en naadloos in de samenleving past.
En daar zit hij dan, stinkend in zijn oude trui, misschien met een fles drank, 's nachts fanatiek zijn rare gedachten op papier te zetten.
Er zijn dagen, nachten, dat dit precies is wat hij wil.
Gelukkig, nu nog 10.000 boeken verkopen. Maar het hoeft eigenlijk niet eens. Het gaat erom dat je jezelf kan onderzoeken, dat je in je hoofd kan graven naar wat je wilt, en dat er heel, heel misschien, een paar paragrafen, een paar alinea's, een paar zinnetjes de moeite waard zijn en worden gereciteerd door het nageslacht van het Nederlands sprekende volk.
Maar in de praktijk zijn boekenkopers vaak middelbare vrouwen uit de middenklasse, met een goede opleiding en zonder financiële zorgen, maar met een artistieke, lichte voorkeur voor lijdende jonge kunstenaars.
Als schrijven niet gemakkelijk gaat, heb je waarschijnlijk het verkeerde onderwerp of de verkeerde sfeer. Het beste is dus om dingen te schrijven die je na aan het hart liggen en dicht bij huis zijn. Bijvoorbeeld gewoon over je dagelijkse leven, herinneringen, gedachten en al je overpeinzingen.
Natuurlijk, maak het algemener, maak het pittiger, maak het interessanter. Klaag niet alleen over je levenssituatie.
Iedereen heeft iets te zeggen. Iedereen wil iets uiten, of vragen stellen aan zijn diepste ik. Veelal over de zin van het leven, of hoe en waarom iets is geworden tot wat het nu is. Over lang vergeten dromen en verlangens, die steeds weer uitgesteld zijn en dus niet gerealiseerd, maar nog steeds een sluimerend bestaan leiden.
Het hele punt is om je toon te vinden. Scholing kan soms juist daarin een tegenwerkende kracht zijn.
Daarom: schrijf als een kind, schrijf alsof het een brainstormsessie is. Schrijf in eerste instantie alleen voor jezelf, voor je diepste ik. Misschien komt er opeens een laag vrij die duidelijkheid geeft over je oorsprong en je doel.
Dat is in mijn ogen het nut van schrijven: een soort zelfonderzoek op de sofa van je eigen psychologische praktijk. Schrijven is zelfreflectie, schrijven is denken op ongebaande, dichtgegroeide paden om het licht weer te zien.
Zodat je niet, zoals een verdwaald persoon, steeds maar weer in hetzelfde cirkeltje loopt.
Stop er wat humor in. Voeg originele woorden en gedachten toe. Stop er schoonheid en verwondering in. Ik gebruik in elke alinea 33% epic, 33% dialoog en 33% lyrisch/poëtische formuleringen.
Ik denk dat dit het recept is van Bob Dylan, Leonard Cohen, Haruki Murakami en ook een Cormac McCarthy, veelal dus buitenlandse schrijvers of zelfs songwriters.
MIJN MANIER VAN WERKEN:
Mijn manier van werken is gewoon: zonder plan of outline van de ene associatie naar de andere te freewheelen, en gewoon te vertrouwen op de kracht van de onbewuste creativiteit en wijsheid. Dat haalt de druk van mijn schouders en maakt me soms zelf verbaasd. Bovendien gaat het lekker vlot, want ik wil echt geen tien jaar meer doen over één middelmatig saai boek. Nee, ik zet de limiet op twee weken voor een boek. Oké, daar ga ik natuurlijk overheen in tienvoud, maar het gaat om de mindset van vrijheid en snelheid.
Ik laat ook gewoon de onlogische fouten staan in de setting of het karakter. Want: who cares? Alleen de muggenzifters en schoolmeisjes, en die komen dan ook later in de muggenzifter- en schoolmeisjeshemel, gezellig met z’n allen pratend over 'show, no fokking tell'. Nou, dat bepaal ik als geniale avant-garde schrijver zelf wel, my bitches.
U ziet, ik heb mezelf genoeg opgepept met uppers en downers om minstens één pagina per dag te doen, maar dat is geen wet van Meden en Perzen. Zoals trouwens niets een wet van Meden en Perzen is, of moet zijn.
Maar, ik moet er wel bij zeggen, ik zit of loop soms wel heel lang te denken over dingen, en ik heb natuurlijk een verleden. Ik vind dat een schrijver redelijk wat moet hebben meegemaakt, verteerd, overwonnen, verbeten en geleden, om dat door zijn/haar onbewuste te laten kristalliseren tot keiharde kunst. Dus trouw niet voor je 40 bent, en word tevens geen schrijver voor je 40 bent.
Of je moet van gemiep in de marge houden over de dag dat je band lek was en je broek scheurde bij het kruis tijdens je rijexamen. Alhoewel dat er juist voor zorgde dat je slaagde. Maar zulke dingen zie je pas later in een ander verband. En in een ander licht, wat hetzelfde is. Dus wat je zou moeten schrappen, maar wat ik nooit doe, want anders komt dat boek nooit vol. Massa is kassa, ook hier weer, niet alleen op de slagvelden van Verdun.
Oké, zo kan ie wel weer. Ik word verbaal baldadig, wat tegen grof aanligt. Lepeltje lepeltje, of kont tegen kont, net wat de lezer wil. En wat wil de lezer eigenlijk? Nou: vermaakt worden, lachen, iets leren over hoe andere mensen denken, mogelijkheden, ideeën, en manieren om je door het leven te slaan zonder in de cel te belanden of in het gekkenhuis. Nee, dat vuile werk heb ik al voor u, de lezer, gedaan. Ik heb voor u al geleefd, en er een mooie draai, c.q. betekenis vanuit mijn perspectief, dat misschien vreemd haaks staat op jouw perspectief, aan gegeven.
Zo, zou ik een boek kunnen schrijven over een vrouw die een geheim heeft, dat zo onbespreekbaar is dat het shockerend is. Zou dat verkopen? Jawel, jawel. Dus kampbewaaksters die seks hebben met... om ze daarna in... en laat maar, oké, dit kan gelijk in de prullenbak der literatuur.
Gewoon een glas water drinken kan al spannend zijn, als je een schrijver bent. Dus het gaat niet om schrikbarende gebeurtenissen, maar om het verhaal ernaartoe, eromheen, erachter, ervoor, en een stukje dialoog met God of een mysterieuze droomvrouw mag natuurlijk ook niet ontbreken.
Nu alles nog goed framen, d.w.z. redelijk logisch op schrift stellen, en we zijn er!
Geplaatst in de categorie: taal