CITATEN EN GEZEGDES
Laatst las ik het boek ‘Voor het laat wordt’ van Kader Abdolah. Een prachtig boek waarin de verteller verhaalt over een terugkeer naar z’n geboorteplek en z’n moeder.
Ik had als eerste de proloog gelezen die luidde:
‘in het hoofd van elke mens graast een koe’. Het schijnt een uitspraak te zijn van Zarathustra.
Even dacht ik wat moet ik hiermee en bekeek toen pas de achterkant, waarop vermeld staat waar het boek zo’n beetje overgaat. Daar stond ook dat z’n moeder hem niet meer herkende en ja toen begreep ik natuurlijk gelijk wat er met dat citaat werd bedoeld.
Prachtig is dat toch dat zulke treffende citaten en/of gezegdes je ter ore komen. Ik hou ervan want het zegt zoveel over waar het vandaan komt.
Het gekke is dat in iedere streek z’n eigen spreekwoorden ontstaan. Nog opmerkelijker is dat in bepaalde families of gezinnen eigen gezegdes ontstaan.
Mijn schoonvader had ook een eigen gezegde dat luidde als volgt: dat zijn muggen in een loopstal. Ieder gezinslid wist wat er werd bedoeld, maar ik niet. Dus heeft mijn vrouw het mij uitgelegd. Het betekent dat iets nergens op slaat of totaal niet haalbaar is. Haar vader was boer en een groot gedeelte van leven bracht hij door bij de koeien, vandaar dat zo’n persoonlijk gezegde ontstaat.
Een oom van mijn vrouw is kippenhouder. Als je daar ongevraagd en/of een mening gaf die niet relevant was, zei hij altijd: ‘Zo meen jij ook al dat je eieren kunt leggen?’
Je wist dan precies wat er in zijn hoofd broedde en je hield je dan maar stil. Een andere oom, een aardappelboer, zei als je een opmerking plaatste die niet helemaal op z’n plaats of ondeskundig was: ‘Die pieper meent ook al dat hij een aardappel is’.
Bij een neef van mijn vader, een schapenboer, ging het gezegde rond als iemand met een opmerking maakte waaruit bleek dat hij van de besproken materie geen verstand had: een lam moet eerst veel melk drinken, voor hij een schaap is.
Of weet je: ik heb een hekel aan schapen die zonder reden blaten. En dan hield die persoon zich gedeisd.
Allemaal harde gezegdes, maar die ontstaan op afgelegen plekken in een harde geïsoleerde omgeving, zoals op een afgelegen boerenplaats. Men is daar soms te veel op elkaar aangewezen. Alhoewel, tegenwoordig is dit door de sociale media en sowieso het hele computergebeuren natuurlijk totaal veranderd.
Maar ondanks dat ontkom je er niet aan dat je soms het een en ander overneemt.
Mijn vrouw was het met me eens. Ik zei tegen haar:
‘Weet je we hebben het gezegde van oom Frits, nog helemaal niet genoemd. Je weet wel dat met die konijnen.’
“O ja, hoe ging dat ook al weer: ‘Je moet niet aan mijn wortels zitten knagen’.
Volgens mij was het meer zoiets als: ‘Vrouw geef dat konijn even een wortel’, als je geacht werd je niet in een discussie te mengen.
Kortom we wisten niet meer hoe het precies luidde.
Ondanks dat we niet geïsoleerd wonen, hebben we voor dat soort situaties tegenwoordig een verwijzing geïntroduceerd, die verwijst naar het eerste citaat.
Beiden zeiden we ongeveer gelijktijdig:
‘De koe is weer volop aan het grazen.’
Inzender: C.A. de Boer, 24 september 2024
Geplaatst in de categorie: taal