Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

VIEZE OUDE MAN

Ik heb een vriend, of misschien slechts een kennis, die men zou kunnen omschrijven als een vrolijke vrijgezel, maar dan zonder het vrolijke. Dat gaat er namelijk wel af als je boven de 50 komt, en je huis en je lijf te vies zijn om aan te pakken.

Ik kwam regelmatig bij hem om zijn computer weer aan de praat te krijgen. Hoewel hij zichzelf administratief medewerker of boekhouder noemde, had hij werkelijk geen flauw benul hoe een pc in de basis werkte. Alles moest exact staan zoals hij het gewend was. Hij begreep zelfs niet eens basisprincipes, zoals the cloud, waarbij je gegevens niet lokaal worden opgeslagen. Natuurlijk had hij enorm last van spam mail en virussen, omdat hij overal op klikte en in elke scam trapte. Hij zat zelfs porno te verzamelen die niet door de beugel kon. Maar goed, dat terzijde.

Stofzuigen deed hij nooit, dus ik voelde altijd een kriebel aan mijn benen. Volgens mij was het tapijtmijt of boekenmijt. Ik zal niet per se zeggen vlooien, want huisdieren had hij ook niet. Hij lustte alleen maar varkenskoteletten met spinazie of snijbonen en aardappelen. Zijn keuken was een aangekookte bende; geen vierkante centimeter vrij of er stond wel een nutteloos verzamelobject zonder enige waarde.

Ja, hij was ook nog een hoarder. Net als in de film Close Encounters of the Third Kind stond er in het midden van zijn woonkamer een soort piramide van wegschuivende boeken, rekeningen, kranten en reclamefolders. Maar hij wist alles prima te vermijden, en uiteindelijk moest ik naar mezelf kijken.

Ik probeerde hem nog te heropvoeden met goede raad over rust, reinheid en regelmaat. Maar nee hoor. Hij kon met een bijstandsuitkering een complete maand door Europa reizen – iets wat hij het hele jaar nauwgezet aan het plannen was – maar bepaalde rekeningen op tijd betalen, naar de kapper gaan of de tandarts bezoeken, dat kon er niet van af.

Ik zei tegen hem: "Hier is het plan van aanpak. Je moet even één jaar doen aan uitgestelde beloning. Geen vakantie en uitjes naar het café. Maar werken aan: je uiterlijk, je huis, en je toekomst. Ga naar de kapper, ga naar de tandarts – en drastisch ook – en mest je hele huis rigoureus uit. Niets wat je hebt is écht van waarde. Haal de paar zeldzaamste of waardevolste dingen eruit en stop ze in stevige verhuisdozen. Verder: alles moet leeg en kaal. De muren sauzen, jij nieuwe kleren halen bij de Zeeman of C&A. Geen dure dingen, maar in ieder geval schoon en netjes.

Zo niet, dan glijd je steeds verder af en word je een stinkende, oude, zonderlinge vrijgezelle man – zoals er zovelen zijn. Die uiteindelijk via een brancard zijn huis wordt uitgedragen, naar een verpleeghuis of een inrichting."

Ik heb het vaak genoeg gezien: rotzooi van decennia opruimen na zulke heren. Ik zat na afloop letterlijk onder het stof, het vieze DNA, de mijten, vlooien en alles wat bij deze mannen hoort, die in stilte en zonder familie overlijden. Deels omdat zij hun eigen lolletjes belangrijker vonden, geen partner hadden, en alle banden met hun familie hadden verbroken.

Maar goed, ik kreeg een grote mond. "Bemoei je nergens mee," zei hij. Hij had ook geen extra kabeltjes, memorysticks of andere goedkope hulpmiddelen gekocht, waardoor het bijna onmogelijk was om zijn stokoude pc te repareren. Als noodoplossing had ik Linux Ubuntu erop gezet, maar daar kon hij niet mee overweg. "Te moeilijk," vond hij, en niet "volautomatisch probleemoplossend" zoals Windows 10.

Maar geld voor een Windows-licentie had hij niet. Bleek later dat je voor 5 euro een Duitse licentie op Amazon of eBay kon kopen. Maar goed. Op een gegeven moment verloor ik mijn geduld. Ook door het bijten van de mijten in mijn schenen. Ik zei:

"Oké, weet je wat? Ik heb je gezegd wat je moet doen. Ik bedoel het goed voor je. Ik denk dat ik de laatste ben die je deze goede raad geeft. Zoek het zelf maar lekker uit in je leven. Bel me niet meer. Ik heb je willen helpen, maar ik ben niet van plan om daarbovenop ook nog eens een hoop kritiek, tegenwerking en eigenwijs gedoe te moeten aanhoren."

Ik zocht mijn spullen bij elkaar en moest me zijwaarts, zo vol was de kamer, naar buiten bewegen. Ik heb hem vervolgens geblokkeerd op mijn mobiel, want hij kon eindeloos bellen op onmogelijk momenten: tijdens een vergadering op je werk of precies wanneer je thuis bent en net de eerste hap wilt nemen. Altijd dat perfecte moment.

Ja, ik zie nu dat ik passief-agressief met liefdadigheid bezig was. Dit kwam voort uit mijn eigen hang-ups: een keiharde gereformeerde opvoeding, zonder inlevingsvermogen van mijn ouders, en daarbovenop een OCD die niet tegen wanorde of imperfectie kan. Maar goed, ik begreep wel dat je langzaam moet beginnen. Alleen: zelfs de kleinste stapjes weigerde hij te zetten.

Neem bijvoorbeeld die AH-plastic boodschappentas waar hij altijd mee liep te zeulen. Op zich geen probleem – niet iedereen heeft een lederen schoudertas van de Bijenkorf nodig. Maar zelfs deze goedkope plastic wegwerptas was volledig versleten, de letters waren al vervaagd. Zelfs dát was teveel moeite voor hem: een nieuwe tas gebruiken.

Punt twee: ik probeerde hem ook het grotere plaatje duidelijk te maken, namelijk dat hij langzaam volledig vervreemdde van de maatschappij. Hij ging in een bar zitten met jonge meiden, denkend dat dat wel moet kunnen, en dat ze hem misschien zelfs leuk zouden vinden, mits alle omstandigheden perfect waren. Hij zag niet in dat hij, objectief gezien, min of meer afstotelijk was.

Ik wilde hem in ieder geval kleine stapjes laten zetten. Bijvoorbeeld: geen kranten bewaren en beginnen met oude rotzooi weggooien. Op een dag waren we samen in de IKEA, en daar zag ik een degelijke metalen stoel, perfect als computerstoel in plaats van dat oude wrak vol spijkers waar hij op zat. Ik had een auto bij me en was bereid die stoel voor hem mee te nemen en thuis af te leveren. Ik zei: “Dit is je enige kans. Ik sta er nu voor, koop het in godsnaam. Het kost maar tien euro.” Maar nee, er volgde een heel verhaal over hoe hij misschien later een betere stoel zou kopen, dat het niet nodig was, of dat het model hem niet beviel.

Ik herhaalde: “Dit is nu de enige keer dat ik hier met jou in een IKEA ben, en dat ik het ook nog voor je mee wil nemen. Wat is tien euro nu?” Maar nee, hij weigerde. Ik ging het ook niet zelf betalen, want ja, dat principe. Uiteindelijk is het dus niet gebeurd.

Ik verloor gewoon mijn geduld met hem. Vooral door zijn eigenwijsheid. Ik heb het opgegeven. Simpel opgegeven. Ik blijf niet trekken aan een dood paard.

Ik heb nog geprobeerd hem te helpen, gewoon met woorden. Hij zag trouwens enigszins in dat hij aan het afglijden was, maar zulke mensen horen dat van niemand. Niemand geeft ze feedback.

Ik heb ook even in het leger gezeten, en daar gaan ze ook niet discussiëren of mensen langzaam overreden. Daar geven ze gewoon orders. Maar ja, dat is natuurlijk niet de manier. Misschien is veel geduld en begrip de juiste aanpak. Maar zo ver ging mijn liefde niet, en ik heb geleerd dat je soms de stekker eruit moet trekken. Anders ga je er zelf aan onderdoor.

... Soms wil iemand niet geholpen worden.
of moet je heel veel geduld hebben met iemand. ...

Schrijver: Simon K., 13 januari 2025


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.7 met 3 stemmen aantal keer bekeken 119

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)