FRANK MET DE FRANSE SLAG BEGRAVEN
Frank was mijn collega bij de Kamer van Koophandel Rotterdam. We werkten er een aantal jaren en hadden zakelijk verschillende terreinen maar privé ook gemeenschappelijke. Beiden waren we individuele opmerkelijke types, die het ook veel aan de stok hadden met leidinggevenden, maar wat steeds werd bijgelegd omdat onze output meer dan uitstekend was.
We stapten graag samen niet echt uit, de hort op, maar de paden op, de lanen in en het liefst in bergachtige omgevingen.
Zelf had ik mijn grenzen al verkend en was tot 5500 meter in de Himalaya geweest. En Frank zocht het graag in de Zwitserse en Franse Alpen. Samen liepen we veel op de grens van Nederlands Limburg met België. In feite waren we 2 eenlingen met onze eigen typische eigenschappen, waar we ons ook onderling aan konden ergeren. Als ik wat achterop was geraakt en Frank dan weer tegenkwam en ik vroeg, ben je al begonnen met eten, dat proestte hij wat uit, dat hij honger had, niet wilde wachten. Ik die meer van het wensen is, miste dan in feite het eetsmakelijk wensen, omdat ik in mijn privéleven al vaak genoeg alleen zat.
Dat deerde Frank niet, het was een redelijk aantrekkelijk vent, die wel wat pochte over zijn vrouwenversieringen en heel veel meer, waaruit voor mij toch wel een - niet eenzaam - maar eenling naar voren kwam.
Op de Kamer van Koophandel is een Ondernemingsraadsvergadering gaande waarvan ik vicevoorzitter ben als plots de telefoniste met een rood aangelopen gezicht binnenstormt om te vertellen, dat er iets vreselijks is gebeurd.
Frank is in de Franse Alpen verongelukt, een sneeuwlawine heeft hem getroffen en hij was op slag dood, doodgevroren, ze hebben hem moeten uitgraven, naar een ziekenhuis vervoerd, waar de dood werd bezegeld en nu ligt hij in een mortuarium.
Ik belde snel daarna zijn enige zuster, zijn ouders waren overleden, en deelde mee, dat we bij de Kamer hadden afgesproken, dat we met een delegatie van bestuur, leiding, personeelschef en mijn persoon als vertegenwoordiger van het personeel met een vliegtaxi een paar dagen later naar Lyon zouden vliegen om acte de présence te geven bij de begrafenis van haar broer, de lunch zouden gebruiken en dan weer terugvlogen.
Op 4 september 1984 stapte ik op dezelfde tijd in dezelfde trein die mij van mijn woonhuis in Capelle-Schollevaar naar Rotterdam zou brengen en met de bus ging ik naar Zestienhoven, het huidige Rotterdam-The Hague Airport, waar een 5 persoons vliegtuigje klaar stond, dat ons linea recta naar midden Frankrijk vloog. De stemming onderweg was onwennig, we zaten dicht op elkaar,. ook in afwachting van het komende, een niet nader te beschrijven nervositeit.
De algemeen-secretaris had een speech voorbereid, ik een gedicht, we hadden bloemen bij ons en een aardigheidje voor de enige zus van onze overleden collega Frank.
Van het vliegveld in Lyon bracht de taxi ons naar het kerkhof, waar we alleen werden gelaten en waar niemand stond, ons opwachtte of anderszins. 20 meter van ons stond een lijkwagen en we zeiden, zou dat Frank zijn.
Ik - soms te snel met reageren - zei meteen: "Dat is Frank, wie anders?", toen ook ineens als uit het niets zijn zus aan kwam lopen met haar vriend en we snel emotioneel condoleerden en weer wisten we niet, wat er zou gebeuren.
Tot plots ook uit het niets er 4 begrafenismannen naar de lijkauto kwamen, de kist eruit haalden, bromden, dat het Frank was, hem op een karretje plaatsen richting mausoleum, waarin de lijkkist op een soort lift werd gezet en nog voor we de bloemen, de speechen, het gedicht of maar iets konden verrichten, stortte de kist met een enorm geraas de diepte in.
Ik was zo verbouwereerd, maar ook weer niet, dat ik dacht: we gaan redden wat we nog kunnen redden.
Daar stonden we met 7 mensen, te kijken naar het niets tot... ik vroeg of de muziek kon worden opgezet, wat al krakend en kreunend, eigenlijk niet om aan te horen werd gedaan.
Hans, de algemeen secretaris las zijn speech voor, ik mijn gedicht, we plaatsen de bloemen en we hingen nog even boven het gat, waar Frank met de Franse slag naar beneden was 'gedonderd'.
Ik glimlachte wat, want ik wist, dat Frank zo ook wel had geleefd en zo was hij ook gestorven en nog meer begraven.
Toen we het mausoleum uitkwamen waren de begrafenismannen vertrokken. We troffen hun liederlijk aan in het tegenover de begraafplaats gelegen Franse eetcafé, waar het aantal flessen op tafel niet te tellen was, waar ze ook maar even vandaan waren geweest om het 'Frankse' klusje te klaren.
Tijdens de terugvlucht naar Nederland met een 'bochie' over Rijnmond kwam bij ons ook de drank op tafel en hebben in de lucht vliegend, hebben we zitten 'zatten', vele toasten uitbrengend op Frank, onze collega, die zo smartelijk en veel te jong was overleden en wiens begrafenis een bevestiging werd, van hoe hij was en dat we dat van hem heel erg zouden gaan missen.
Zie ook: http://www.janjacobkrediet.nl
Schrijver: Jan Jacob Krediet Van den Bos, 4 maart 2025
Geplaatst in de categorie: overlijden