Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het trieste lot van de dorpsdichter van Bedum

De dorpsdichter van Bedum Emmo Lofvers publiceert iedere maand, maar meestal vaker, een actueel gedicht in de internetkrant Bedumer.nl, die in Bedum gretig wordt gelezen. Emmo woont in het herenhuis op het Boterdiep WZ 38, alwaar hij zijn poëtische snedigheden verzint. Daar hij al zijn tijd en energie aan zijn poëtische ontboezemingen besteedt, heeft hij geen puf meer voor een duurzame liefdesrelatie, al heeft hij het wel een paar keer geprobeerd, maar ze gingen er steeds weer in een mum van tijd met een andere man vandoor. Dat was hij op een gegeven moment zo verrekte zat, dat hij zichzelf plechtig beloofde om voortaan alleen nog kortdurende affaires met gypsy-achtige scharrelkippen aan te gaan. Als lid van de hervormde gemeente is hij nogal een buitenbeentje. Toch dulden de quasi-vrome gemeenteleden zijn artistieke vrijbuiterij en is men trots op zijn status als eerste dorpsdichter van Bedum, wat hij nu al 16 jaar is, daar er tijdens de 2-jaarlijkse verkiezingen nog nooit een lokale dichter is opgestaan, die deze positie ambieert. Groningers zijn niet zo happig op achterlijke, belachelijke, braaf-burgerlijke, aangepaste, mierzoete, oppervlakkige en zinloze waanzintitels. Daar zit Emmo natuurlijk helemaal niet mee, integendeel, hij vaart er wel bij en hij waant zich dagelijks de Pieter Corneliszoon Hooft van Bedum en omstreken, dé bard van het Hogeland.

Emmo gaat iedere zondag naar de 11-de eeuwse Wilfriduskerk op het Plantsoen 2 in Bedum en dan wordt hij met name door de streng-gelovige Kasper Krol met argusogen bekeken. Kasper heeft een gruwelijke hekel aan de flierefluiter Emmo, die steevast zijn vette joint tegen de muur van de scheve toren uitdrukt. 'Als je ooit mocht omvallen, want dat kan maar zo, want je staat nog schever dan dat geval in Pisa', zei Emmo een keer, 'val dan maar op die lelijke Kasper daar, die mij maar blijft begluren met zijn boze ogen!'. 'Je bent een respectloze junk!', had Kasper toen geantwoord. 'Jij moet nodig naar de hoeren, Kasper, anders komt het nooit meer goed met jou!', zei Emmo toen. 'Foei, goddeloos sujet, ga je mond met groene zeep spoelen!', zei Kasper toen en zijn hoofd werd een rode kool. Het botert absoluut niet tussen die twee tegenpolen. Hun ruzie schiep miraculeuze, hoge, woeste golven in het Boterdiep. Surfende zeemeerminnen vielen op de straten te pletter. Dat Emmo herhaaldelijk op vrouwenjacht ging en gaat, heeft Kasper extreem woedend gemaakt, te meer daar hij zelf nog nooit ooit een vrouw gekust of aangeraakt heeft, al zou hij dat ook dolgraag willen, er is geen vrouw die hem wil. Toch lijkt daar met het nieuwe gemeentelid, de kapster Iebeltje Spieker, een einde aan te komen, want Iebeltje praat graag met Kasper over het geloof en bijbelse kwesties. Voor Kasper is Iebeltje dan ook het toonbeeld van de ware en ideale hervormde vrouw. Nooit eerder heeft hij bij een andere vrouw dat gevoel gehad. Hij gelooft dat God haar voor hem heeft bedoeld. Hij wil al gauw geen ander meer en zijn obsessie groeit met de dag. Ondertussen geniet Emmo van de hervormde vrouwen, die het als een grote eer beschouwen om een keer of meer met hem het bed in te duiken. De getrouwde vrouwen Egidia Koekkoek en Peerke Martens vinden het extra spannend om met de dichterlijke vrouwengek de liefde te bedrijven. Voor het eerst sinds jaren zitten zij tijdens het zingen van de psalmen in de kerk weer volop te glunderen. De blosjes op hun wangen verraden hun talloze, hemelse orgasme's en hun volle borsten staan weer fier en lustig te pronken. Alles aan hen snakt naar meer, maar Emmo is inmiddels van plan gewijzigd en hij houdt het op zoveel mogelijk variatie van thema.

Het is bijna niet te geloven, maar Emmo's laatste gedicht 'Vuurwerk onder een rok' heeft zelfs de altijd zo afstandelijke barones Henriette de Spoelberch met haar spitse tieten overstag doen gaan. Emmo heeft eerst urenlang aan haar pinklange tepels gezogen, gelikt en gespeeld geknaagd. Ze kirde van opperst genot. Toen ze hem haar keurig geschoren, zwartbehaarde heiligdom toonde, heeft hij daar eerst een gedicht over geschreven, alvorens hij zijn zwaard in haar schede stak. Tijdens de liefdesdaad herinnerde Emmo zich de vrijage met de lesbische Hadewieg Emmius en Geeske Paap, wat hem op dezelfde manier diep gegrepen had. Terwijl Henriette en hij op goddelijke wijze aan het klaarkomen waren, zag hij in zijn ooghoeken Hadewieg en Geeske erbij zijn en eveneens heftig klaarkomen. Henriette maakte alle beelden van zijn vroegere minnaressen in hem wakker en hij zag hen zodanig rondom Henriette geprojecteerd, dat zij net zo echt als Henriette leken. Het orgasmefeest was alom en leek eindeloos door te duren. Inmiddels is het hem gelukt om de oogappel van Kasper aan de haak te slaan en spreidt hij moeiteloos haar gewillige dijen. 'Stop!', zegt hij, 'ik wil eerst een gedicht op jouw goddelijke pruim schrijven!'. Hij drukt de vulpen bijna door het papier. 'Maak er niet een te lang gedicht van!', smeekt Iebeltje, 'want ik gloei van binnen en straks komen er nog vlammen uit mijn kut en dan verbranden jouw schone woorden!'. 'Gekkie!', zegt hij, 'nog een laatste coupletje!'. 'Doe dat later maar!', schreeuwt zij en zij pakt het papier, verkreukelt het en gooit het in de hoek van zijn slaapkamer. Dat windt hem verduveld veel op en hij gaat als een razende in haar tekeer. Zij vindt het heerlijk en zij geniet van top tot teen. Buiten staren twee zeer sombere en huilende ogen naar het licht in de slaapkamer. Ogen die al snel verworden tot wraakzuchtige roofdierogen.

De volgende dag is Bedum in rep en roer, want er is een bekende en beroemde dorpsgenoot vermoord. Tijdens het krieken van de dag fietst de bakkersknecht Lammert van Griethuysen langs het standbeeld 'Walfridus' van Iris Le Rütte op de Walfriduslaan. Hij krijgt de schrik van zijn leven wanneer hij het vermoorde lichaam van Emmo Lofvers in het standbeeld ziet staan en liggen, met de armen slap hangend over de spookachtige armen van Walfridus. Nu vindt hij dat beeld van Walfridus op zich al hartstikke eng, zo met die lege inhoud, waardoor het op het griezelbeeld van de Dood lijkt. Het zwarte habijt maakt het macabere beeld compleet. En nu ziet hij in dat sinistere beeld ook nog eens het vermoorde, naakte lichaam van de onfortuinlijke dorpsdichter liggen. Als goed katholiek slaat hij meteen een kruis om vervolgens keihard te gaan krijsen. De omwoners uit de arbeidershuizen komen aanstormen en binnen de kortste keren is de plaatselijke politie paraat. De plaats delict wordt met hoge schermen afgedekt. Een knappe agente vindt een knoop op de grond. Dit belangrijke aanknopingspunt zal later zo goed als zeker de moordenaar aanwijzen.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
1 april 2025


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 91

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)