Ben 9. Dat was schrikken...
Het fascinerende onderwerp van Bens gesjouw met hoofden respectievelijk een kernbom moet voorlopig in de ijskast. Het navolgende onderwerp is net zo schrikaanjagend als een thuis bewaarde kernbom.
In aflevering Ben 8 verloor ik me in een romantische ode aan de liefde. U kent de stelling: alles is al geschreven. Shakespeares Romeo en Juliet konden wel inpakken na het liefdesverhaal over Jaap en Emma. Ook over baby's is alles al geschreven. Niettemin acht ik mij zelf uiterst deskundig op dat onderwerp, omdat ik zelf baby ben geweest.
Jaaps en Emma's liefdesgeschiedenis speelde zich af toen Ben nog een kind was. Ergens in de 50'er jaren van de vorige eeuw. In zijn uitgebreide familie met grote leeftijdsverschillen kende Ben veel neven en nichten alleen van naam. Oom Anton kende hij nog net. Maar diens zoon Jaap, nota bene een volle neef, weer niet; laat staan diens sappige bruid Emma. Niettemin schudde Ben deze familiegeschiedenis uit zijn mouw. Ik zou het een logische reconstructie willen noemen.
Emma en Jaap hielden de bedsport hartstochtelijk in ere. Brachten die zelfs tot tot olympische hoogten. Hun gedraaide flikflaks en halve Rietbergers zouden menige pornosite doen ontploffen. Maar die waren er toen nog niet. En ik heb het ook maar van horen zeggen, namelijk van Ben die volgens zijn naasten absoluut niet betrouwbaar is.
Aan het slot van de eerdere aflevering Ben 7 zinspeelde ik op het bestaan van een baby. Inderdaad was Emma binnen de kortste tijd zwanger. Het tweetal was niet getrouwd, wat in die dagen ongebruikelijk was. De ontwikkelingen in hun levens verliepen zo snel dat ze geen tijd hadden om een bruiloft in elkaar te draaien. Hun respectieve ouders waren alle vier hun tijd ver vooruit, want die maakten geen punt van die ongetrouwde situatie. Eerder verheugden zij zich op de komst van de baby.
Je wist toentertijd pas wat je had na de bevalling. Tegenwoordig kunnen we ons dat met voorhanden zijnde apparatuur, slangen en snoeren, metertjes en andere instrumenten niet meer voorstellen. Embryo's en feuten kunnen geen geheimen meer bewaren. Je kent hen tegenwoordig al vóór hun geboorte. Er werd - keurig op tijd - na een goed verlopen zwangerschap bij Emma en Jaap iets geboren. "Iets", omdat het woord “baby” nauwelijks een correcte aanduiding is.
Medische termen zijn voor de leek vaak onbegrijpelijk; tegelijkertijd verhullend. Dat was in dit geval maar goed ook. Er was namelijk flink wat mis met de nieuwgeborene. In wetenschappelijke terminologie was het een monstruositeit. Het was toen niet ongebruikelijk op kermissen en circussen om schaamteloos gedrochten tentoon te stellen. De schrik was dus groot.
Door Bens vertelling voelde ik mij met terugwerkende kracht begaan met het pasgeboren wezentje en met de ouders. In de wieg lag - onherkenbaar als mens - iets dat leefde. Daar was alles mee gezegd. Voor- en achterkant waren niet te onderscheiden. Je mag hopen, dat zo'n vormeloos klompje vlees geen bewustzijn, geen verwachtingen of toekomstbeelden heeft. Dit achterneefje of achternichtje van Ben bleek niet levensvatbaar. De lijdensweg heeft krap een week geduurd. Maar uiteraard rees de vraag: "Waar komt dit in hemelsnaam vandaan?". Hier was sprake van twee kerngezonde mensen uit twee families waar deze ellende niet voorkwam... In deze dagen zouden we badinerend spreken over een genetische tijdbom.
Uit verslagen van zendelingen en missionarissen was bekend, dat in afgelegen gebieden van de wereld geïsoleerd stammen leefden waar generaties mensen achter elkaar inteelt op inteelt op inteelt bedreven. Niet als vertier of leuke geste, maar omdat de bewoners verdomd goed in de gaten hadden dat vers, onverwant bloed noodzakelijk was. Het betrof hun eigen voortbestaan doordat op die manier de kringloop van inteelt werd doorbroken. Mismaakte pasgeboren baby's eindigden soms in een glazen pot met formaline in een Nederlands laboratorium (eigen waarneming).
Met het huidige DNA-onderzoek is benodigde informatie snel beschikbaar. Ook wat betreft ongeboren vruchten. Toen echter hield slechts een handjevol wetenschappers zich gericht bezig met DNA. Zo hadden biologen en medici van de Universiteit Leiden ondertussen met de ouders gesproken. Het stoffelijk overschot zou voor nader (wetenschappelijk) onderzoek worden meegenomen vanwege de extreme zeldzaamheid van die geboorte. Emma en Jaap en hun respectieve ouders konden vooraf deelnemen aan een overhaast geïmproviseerde afscheidsdienst in het mortuarium van het academisch ziekenhuis. Medewerkers van de universiteit namen aansluitend zorgvuldig dat pakketje mens in ontvangst. Alles was zo abrupt en zakelijk, dat er nauwelijks tijd was voor tranen.
Voordat de drie stellen weer uit elkaar gingen dronken ze in de kantine van het Leidse academisch ziekenhuis een kop koffie. In zoverre lijkt dit op elke andere standaard begrafenisbijeenkomst. Een ongemakkelijke, onwennige situatie, want dit was de eerste keer dat de ouders van Jaap en die van Emma elkaar ontmoetten. Niettemin was er een onuitgesproken gevoel van "ons kent ons". Zoiets is vaak het gevolg van een gezamenlijk lot.
Soms, heel soms hoef je alleen maar te wachten op wat het lot je biedt. Bijvoorbeeld in aflevering Ben 10.
Zie vervolg: Ben 10. Voorlopige werktitel “Aap uit wiens mouw?“
Zie ook: https://verhaalhalen.jouwweb.nl/
Schrijver: harrem, 22 mei 2025
Geplaatst in de categorie: verdriet