De kuiten van Trump
Het was een ochtend die aanvoelde alsof om het even welke gril zijn beslag kon krijgen. De zon pinkelde om de donkerste patronen in de gordijnen en wierp gefilterd licht op het bed. De opkomende warmte had de ontwakende slaper het dekbed opzij doen schuiven. Onder het laken dat hem nog steeds bedekte, kondigden ongewoon stramme ledematen een nieuwe levensfase aan.
George hield het op de nevels van de slaap die nog niet wilden optrekken, want kon de chitine-poot die onderaan uitstak en waarvan hij het in de macht had die te bewegen, anders niet verklaren. Maar die hoorde wel bij hem.
Gedaanteverwisseling is leuk voor in een boek, dacht hij gramstorig.
Zijn blik pendelde naar de plek waar in de boekenkast de verzamelbundel van zijn favoriete schrijver stond, die geschraagd werd door een gekoesterde eerste druk van het boek waarin beschreven werd wat George aan den lijve ondervond.
Want het was niet moeilijk de overeenkomst te zien met het verhaal dat hij van buiten kende: een kever op zijn rug liggend ten prooi aan het vooruitzicht van de verveling van een hoofdzakelijk liggend bestaan dat neerkwam op het bespiegelen van een leven zoals dat er was geweest voor hij in een insect veranderd was, de afhankelijkheid van mensen die hem uit compassie nog wel een korst brood wilden toewerpen. Hij sloeg het laken helemaal terug en voor een beschrijving van de aanblik kon hij het boek citeren, een enkel verschil daargelaten.
Sensatie de hoofdpersoon te zijn in wat hij als een bewonderd verhaal kende, streed om voorrang met ontzag voor de moeilijkheden die hem in zijn bestaan als insect wachtten.
Wat bij de onoverzichtelijkheid meeviel was dat hij anders dan in het boek een hand overhield, niet uit louter poten bestond. Als dat tenminste zo bleef? Hij zou nog in staat zijn een bladzijde om te slaan, een pianoconcert voor de linkerhand kunnen vertolken, het sap uit een sinaasappel persen. Zichzelf bevredigen! Alhoewel? Wat was er van zijn geslacht overgebleven? Dat onooglijke ribbeltje daar?
Een ander onderscheid met de toestand van Gregor Samsa was meer dan macaber. Naar beneden turend zag hij zijn lippen zich verengen tot een venijnig richeltje dat bestemd leek de lichaamssappen van argeloze slachtoffers naar zijn inwendige weg te sluizen. Hij groeide uit tot een bloedzuigend insect!
Hij strekte zijn hand uit naar wat geen mens tegenwoordig ongemoeid kan laten en riep een opgeslagen nummer op.
Zijn stem bracht tot zijn ontzetting een ongearticuleerde stroom klanken voort. Het gesputter van zijn introductie deed de telefoon glimmen van het vocht. Hij kon alleen bedenken wat hij wilde gaan zeggen, maar het niet meer goed verwoorden met zijn nieuw verworven monddelen. Onwaarschijnlijk dat zijn zuster hem kon verstaan.
Maar zijn afbrokkelende taal vond onverwacht gehoor, want met hetzelfde gepruttel kwam een antwoord terug en zo had Gregor Samsa uit Die Verwandlung van Franz Kafka zich opgesplitst in twee personen die hetzelfde lot beschoren was.
Ze bespraken hun mogelijkheden. De pootjes waren beweeglijk, de vitale hand bij allebei functioneerde goed en ze beschikten over een goed uitgeruste steeksnuit. De wens om zich in te graven in een matras of onder omkrullende stukjes behang te verdwijnen begon voorzichtig de kop op te steken en zonlicht voelde meer en meer als een negatieve kracht in het universum. Ze ontkwamen er niet aan vast te stellen dat ze in het donker minnende wandluizen aan het veranderen waren, maar telden hun zegeningen en behielden hun gevoel voor humor.
`Maar we gaan niet aan om het even welk infuus hangen, Mildred!'
'Het Koninklijk Huis dan maar?'
`Meteen blauw bloed? Ambitieus, zus!'
`Anders heeft het Élysée vast oude, stoffige bedden. Maar dat schriele mannetje? Beter Trump? Wel een eind reizen. Wat gaat ons plan zijn, George?'
`Let's take the sleepy Trump. Niet bij daglicht zijn kuiten bestormen, maar met de presidentiële slaapkamer als werkterrein. Al kunnen we niet uitsluiten dat de bullebak onverwacht sentimenteel het nog altijd werkende nachtlampje uit zijn kindertijd laat branden met daar omheen gewikkeld een het licht temperend zakdoekje om de nacht goed door te komen zodat hij ons kan betrappen en pletten onder zijn duim.
En laten we ons meesmokkelen in het mantelpakje van een van zijn maîtresses of van die pinnige persvoorlichter die zijn slaapkamer misschien ook wel frequenteert? We gokken maar niet op zijn vrouw die bij officiële gelegenheden zijn hand wegduwt. Of kiezen we riskant voor de zakken van zijn pantalon?
Met zo'n overdaad aan fout DNA moeten we er niet gek van opkijken als het op onze hoofden blond gaat schemeren. En er rest al zo weinig van ons oude zelf. Vragen, vragen!'
`Laten we maar boeken bij de Holland America Line en dan doen we het met wat ons voor de voeten komt in afwachting van de presidentiële kuiten. Maar eerst maar eens zien of we nog een stukje kunnen krimpen.'
`Big deal!'
... Just a way to intrude ...
Zie ook: http://www.apartefact.nl
Schrijver: Albert Goudberg, 4 augustus 2025
Geplaatst in de categorie: humor