Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De organiste van Delden

De perfectionistische organiste Claudia van Vrijberghe oefent iedere dinsdagmiddag op het orgel in de Oude Blasiuskerk op het Kerkplein 3 in Delden. Dit orgel stamt uit 1847 en is gemaakt door de befaamde orgelbouwer Carl Friedrich August Naber. Claudia vindt het dan ook een hele eer om daarop te mogen spelen. Deze dinsdag is dat niet anders, maar wat wel anders is, is de plotselinge verschijning van de nieuwe bloemist Demian van Lennep, die blijkbaar de trap naar het orgel heeft beklommen en nu schuin achter Claudia op de vloer gaat zitten. 'Let maar niet op mij, ik geniet gewoon erg veel van jouw orgelmuziek!', zegt hij. 'Ben je toevallig ook in de kerk?', vraagt Claudia. 'Ja, ik heb een verse bos bloemen gebracht, want morgen is er een trouwerij!' 'En dan kom je dat nu al brengen?' 'Liever te vroeg dan te laat!' 'Meestal komt er niemand zomaar hier bij mij zitten!' 'Eens moet de eerste keer zijn en ik doe het uit grote bewondering voor jouw muzikale kwaliteiten!' 'Goed dan, want ik ben toch bijna klaar!' 'Speel gerust nog wat extra langer door als je wilt!' 'Heb je een verzoek?' 'Iets van Bach!' 'Dat kan!'. Claudia wil het liefste zo snel mogelijk naar buiten, maar gezien de ongewone en dwingende situatie doet ze net alsof ze de rust zelve is. Ze speelt 'Jesus bleibet meine Freude', terwijl ze denkt: 'O God, laat die enge man alsjeblieft verdwijnen!'. Demian kijkt vol belangstelling naar de aantrekkelijke onderbenen van Claudia, die sierlijk op het orgelpedaal heen en weer bewegen. Hij wil dolgraag haar kuiten aanraken en likken. Zodra het orgelspel voorbij is, pakt Claudia snel haar partituren bij elkaar en schuift zij van de orgelbank. 'De volgende keer neem ik ook een bloemetje voor jou mee!', zegt Demian. 'Nou, dat hoeft echt niet!', zegt Claudia, die denkt: 'O, mijn God, die rare vent wil nog eens hier komen!'. 'Het hoeft misschien niet, maar ik doe het graag!', zegt Demian, die het niet kan laten om even haar rechterschouder aan te raken. Instinctief trekt ze haar schouder terug, maar dat had ze beter niet kunnen doen, want hierdoor is bij Demian de jacht volop geopend.

Claudia gaat meteen even langs haar vriendin Malvina ter Braecke, die als kaartjesverkoopster in het Zoutmuseum op de Langestraat 30 werkt. In de verte ziet ze nog net even die opdringerige bloemist haar kant oplopen. 'Ik kom even naar die zoutvaatjes loeren!', zegt Claudia tegen Malvina, 'want ik denk dat ik achtervolgd word!'. 'Moet ik Norbert bellen?', vraagt Malvina. Norbert Rawie is haar man, die kolonel bij de commando's is. 'Nee, laat maar, ik geloof dat hij vanzelf afdruipt!', antwoordt Claudia, die zich in het museum probeert te verstoppen. Enkele minuten later loopt ze op de eerste verdieping, waar ze tot haar grote schrik de bloemist weer ziet. 'Aangenaam, mijn naam is Demian van Lennep!', zegt hij, terwijl hij zijn hand uitsteekt. 'Fijn voor u, maar ik heb niet de behoefte om u een hand te geven en trouwens, ik stel het ook niet op prijs dat u mijn plek bij het orgel bezoekt!', zegt Claudia met een streng gezicht, al kan ze de zenuwtic in haar linkerwang niet verbergen. 'Nou zeg, dat is ook niet erg beleefd van u en zeker niet vriendelijk!', zegt Demian verontwaardigd. 'Ik wil graag dat u mij met rust laat!', zegt Claudia, terwijl zij naar de uitgang snelt. 'Ga je alweer?', vraagt Malvina. 'Hij is hier, Malvina, hij is mij gevolgd!', zegt Claudia, die naar een andere vriendin vlucht. Zodra Allegonde van Hövell haar voordeur op de Langestraat 77 opent, stormt Claudia naar binnen en roept ze: 'Doe de deur direct dicht, want ik word gevolgd!'. Na haar verhaal besluiten de dames naar het openluchtzwembad de Mors te gaan. Ze bellen barones Svetlana Wladimiroff van Kasteel Twickel, gravin Rachel Six van Kasteel Westerflier en markiezin Fye van Ittersum van Kasteel Weldam. Svetlana, Rachel en Fye willen graag meegaan naar het zwembad. Een tijd later liggen de vijf vriendinnen lekker in hun bikini's te zonnen en lachen ze samen om die vreemde bloemist, die blijkbaar een oogje op Claudia heeft. 'Delden barst van de dorpsgekken, maar deze is wel heel extreem griezelig!', zegt Claudia, die aan een Cornetto met aardbeiensmaak likt. 'Kom, dan gaan we zwemmen en kun je die engerd van je afspoelen!', zegt Svetlana. 'Na mijn ijsje!', zegt Claudia. Na het ijsje gaat Claudia met haar vriendinnen mee in het koele chloorwater. Terwijl ze wat later even op de onderwaterrichel langs de kant staat, ziet ze niet hoe een man als een onderwaterhaai naar haar toe zwemt. Het gebeurt allemaal heel erg snel. De man trekt haar zwemslip naar beneden en hij grijpt naar haar behaarde, natte vulva. Nog voordat Claudia helemaal beseft, waar er gebeurt is, zwemt de aanrander al weer onderwater weg. Door de drukte kan zij niet zien wie het heeft gedaan of waar hij is, totdat er aan de overkant een man bij het uitstaptrapje naar boven gaat. Die man draait zijn gezicht naar achteren en hij kijkt met priemende ogen en een dikke glimlach naar Claudia. Ze herkent hem meteen. Ze klamt Rachel aan en ze stamelt: 'Die, die man, je weet wel, die bloe-bloemist, hij is hier, hij-hij heeft mij-mij zojuist in mijn krui-kruis gegraai-graaid!'. Rachel ontfermt zich liefdevol over de zwaar aangeslagen Claudia. De andere drie vriendinnen liggen alweer te zonnen. Vanaf een afstand schreeuwt Rachel: 'Bel meteen de politie!'.

Bij de bloemenzaak, waar de protestantse gemeente van de Oude Blasiuskerk altijd de bloemen bestelt, blijkt er niemand te werken, die Demian van Lennep heet. Claudia en haar vriendinnen, de politie en dominee Theo Loog staan voor een raadsel. De bloemisterij moet hun kerksleutel inleveren. Alleen dominee Theo Loog en koster Frits van Puttkammer mogen nog een kerksleutel hebben. Zolang de mysterieuze bloemist niet is gevonden zal er iedere dinsdagmiddag een voor de rest toch nutteloze stadsagent bij de Oude Blasiuskerk zijn om de boel in de gaten te houden, maar Claudia is door deze maatregel alles behalve gerustgesteld. Zij gaat logeren bij haar vriendinnen Petra Wilmink en Wendeline Ram, die in Huis Wegdam op de Wegdammerweg 4 in Kerspel Goor wonen. De kalme en serene sfeer in Huis Wegdam doet Claudia zichtbaar goed. Op een van de vele, rustige avonden wordt de harmonie echter rigoreus verstoord. Een gemaskerde man is het huis binnengedrongen en hij bedreigt de drie vrouwen met een glimmende revolver. 'Wat moet je van ons?', zegt Wendeline, 'wil je geld? Dat krijg je niet!'. 'Laat je geile tieten zien!', eist de bandiet. 'Ik ken je niet en die laat ik alleen maar aan Petra zien!', zegt Wendeline. 'Nog één keer, laat je blote borsten zien!', dwingt de bandiet. 'Geen denken aan, doe dan maar piefpafpoef!', zegt Wendeline. De gewetenloze, gruwelijke bandiet schiet Wendeline in haar voorhoofd. Petra en Claudia beginnen hard te gillen en tegen elkaar aan te kruipen. De bandiet haalt de bange vrouwen uit elkaar en hij bindt Claudia aan een kast vast. Daarna eist hij van Petra dat zij zich helemaal uitkleedt en haar benen voor hem spreidt. 'Kom, geile seksheks met je dikke zwabbertieten, dan ga ik jou eens lekker verwennen!', zegt de machtswellustige bandiet, die inmiddels met zijn stijve roede in Petra's ruig behaarde druipsteengrot duikt. 'Ze valt helemaal niet op kerels en zeker niet op tirannieke kerels!', roept Claudia. 'Stoor me niet, bemoeial, anders ben jij de volgende!', schreeuwt de bandiet terug. 'Hoe kan ik een zwaar gestoorde nou storen?', schreeuwt Claudia nog. Nadat de bandiet Petra op brute wijze heeft verkracht, trekt hij zijn broek omhoog en begint hij onverstaanbare dingen te mompelen. Vervolgens richt hij zijn revolver op de bijna bewusteloze Petra en haalt hij de trekker over. Claudia knijpt haar ogen toe en zij vreest dat zij de volgende is, maar het loopt anders. De bandiet doet zijn masker af en Claudia herkent hem meteen. 'Koekoek, wie hebben we daar?', zegt hij vrolijk, 'je bloemist Demian is terug!'. 'Nepbloemist zul je bedoelen en zo heet je niet!', zegt Claudia boos, terwijl ze intens verdrietig naar de levenloze lichamen van Wendeline en Petra kijkt. 'Inderdaad, rara, wie ben ik? En daar mag je de rest van jouw leven over gaan nadenken, want ik zal geen misbruik van de situatie maken, omdat jij, mijn lieve organiste, zo lief voor mij gespeeld hebt!', zegt de bandiet, die even later voorgoed van het toneel verdwenen is.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
2 december 2025


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd.aantal keer bekeken 8

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)