Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Lollipop de Zonnefeeks

Er was eens een klein meisje. Op een dag - het moet wel een heel bijzondere dag geweest zijn - was de dageraad grijs en afschuwelijk, zodat ook de harten en gemoederen van de mensen er afgrijselijk lelijk van werden.

Het kleine meisje ging naar het raam en keek naar buiten. "Bah, wat een lucht! Daar moet ik iets aan doen!" zei dat kleine meisje. "Hee, hola, dageraad, waarom ben je zo vervelend grijs en mistroostig? Ik word er beroerd van. Direct ga ik weer terug in mijn bed. Bij zo'n lucht verliezen de harten van de mensen hun prachtige rode gloed. De gemoederen, die anders in alle tinten van de regenboog schitteren en pronken, worden net zo chagrijnig als jezelf. Een dageraad moet vriendelijk zijn en nieuw licht en vreugde brengen. Een ochtendgloren. Maar jij - je bent een lelijke grijsaard! Bah!"

Toen zei de dageraad tegen het meisje: "Jij kan makkelijk schelden, Lollipop. Ik ben gewoon grijs van verdriet en niet van plezier. Denk jij misschien dat ik van dat vergrijzen houd? Niks, hoor. En nu ook nog jouw losse praatjes. Als je verder zo gemeen tegen mij tekeer gaat dan begin ik te huilen. Ik wil liever ook helder en klaar zijn zodat de vogeltjes fluiten en de madeliefjes op de weilanden beginnen te dansen. Maar nee, hoor - er fluiten geen madeliefjes en dansen geen vogeltjes. Ik kan er niet anders en moet gewoon grijs zijn. En ik word er nog grijzer van jouw eigenwijze praatjes! Je moet niet zo tegen mij tekeer gaan, Lollipop, maar tegen de zon. De zon is schuld aan dit alles!"

"Wat zeg je me nou? Ten eerste heet ik niet Lollipop en ten tweede: wat heeft de zon ermee te maken? Is de zon misschien grijs en lelijk of ben jij dat, dageraad?" Het kleine Meisje, dat niet Lollipop wou heten, probeerde erg boos te kijken en een paar bliksems uit haar ogen te schieten. Het bleef bij een poging. Toen het meisje daar stond met haar wipneusje en haar bolle wangen en haar pruilmondje en probeerde heel boos te kijken, was dat zo grappig dat de dageraad er direct iets minder grijs van werd.

"Kijk, Lollipop, kijk naar rechts en kijk naar links, naar boven en naar beneden, naar achteren en naar voren. Kijk waar je maar wilt. Zie je ergens de zon? Dus de zon is er niet. Ik ben gewoon grijs omdat er geen zon is. O sole mio - de zon is foetsie! Zo is dat, Lollipoppetje!"
Nu werd het kleine meisje echt kwaad over de bijnaam. Desondanks keek ze naar rechts en links en in het rond. "As je me nou," zei het meisje verbaasd, "je hebt gelijk, er is geen zon! Maar ik heet niet Lollipoppetje!"
"Juist, je hebt het gezien. De zon heeft geen zin om te schijnen en zonder zonnestraal ben en blijf ik grijs en word ik geen ochtendgloren. Ik kan er niets aan doen."
"Zon - zon - zonnetje," riep het meisje met een heel hoog stemmetje, "zonnetje, je moet schijnen dat de dageraad weer een stralend en kleurig ochtendgloren wordt."

Maar de zon kwam niet opdagen. Toen zei de dageraad: "Zo gaat dat niet, Lollipop. Niet schreeuwen! Je moet het anders doen. Je moet toveren dat de zon komt opdagen en de harten en gemoederen vrolijk en blij worden."
"Watte?" zei het kleine meisje. "Toveren? Ben ik misschien een heks of een fee? Ik kan toch niet toveren!"
"Kan je wel, Lollipoppetje! Fee of heks of feeks, dat doet er niet toe. Je kan wel toveren! Voel je niet al dat tintelen in je vingertjes en hoe het in je hoofd begint te zingen en te bruisen en je hartje rikketiketik doet? Luister goed naar je hart, dan weet je ook precies de juiste toverspreuk!"

"Watte?" vroeg het meisje verbaasd maar de dageraad zei niets meer. Alles was stil en rustig, en pas nu hoorde het meisje het bruisen van het bloed en het zachte kloppen van haar hart en helemaal vanzelf kwamen de woorden over de lippen:
"Ik heb je nodig, lieve zon
en heel de wereld - kom, kom, kom,
jij bent mijn lust en ook mijn leven
mijn hoop ben jij, mijn licht, mijn streven."

Wat een flauwekul, dacht toen het meisje. Dat is nog erger dan een Sinterklaas-gedichtje of het versje van Pauline in mijn poëziealbum. Maar kennelijk was dat erbarmelijke rijmpje de juiste toverspreuk. De grijze gordijnen wapperden heen en weer, toen kwam een bescheiden zonnestraaltje en plotseling rees de zon boven de horizon en de lucht was blauw en de hele wereld was mooi als een rozentuin.

"Hoi-hoi-hoi - ik kan tingel-tangel-toveren!" zong het meisje. "Ik ben de toverfeeks Lollipop en nu ga ik alles en iedereen betoveren."
"Zou je willen," schaterden de mussen op het dak. "Zou je willen," lachte ook het ochtendgloren, nu zo blank en helder sprankelend als een beek in de bergen. "Maar zo gaat dat niet. In het wilde weg alles betoveren en beheksen dat zou wel te gek zijn. Toveren, dat is een zaak van hart tot hart, Lollipop. Toveren kan je alleen als je grijze gemoederen en ontkleurde zielen weer van harte blij wil maken."
"Meer niet," vroeg het meisje, "meer kan ik niet toveren?"
"Dat is meer dan voldoende, Lollipop," zei het ochtendgloren. "En dat is meer dan andere mensen kunnen. Wees blij ermee en maak ook anderen blij!"

En zo werd het kleine meisje Lollipop de Zonnefeeks en tovert zo nu en dan vrolijke kleuren in het grijze leven als dat juist bijzonder nodig is.

Schrijver: Peter d'Almere
Inzender: Peter Schilling, 24 mei 2002


Geplaatst in de categorie: algemeen

1.4 met 14 stemmen 1.273



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)