De koude tosti
Ik heb een favoriet café, daar aan de grote markt.
Het is een beetje klein, maar ik ga er vaak heen, ’s middags om een tosti te eten tussen het schoolbezoek door, of ’s avonds als ik met mijn vrienden uit ben.
Maar het liefst dinsdagmiddag, het liefst ga ik er dan heen. Want het heeft namelijk een heel mooi uitzicht, over de grote markt, en op dinsdag staat het hele plein vol met kraampjes. En tussen al die kraampjes krioelen honderden mensen. Ik durf geen aantal te zeggen, maar het zijn er gewoon veel.
En ik kijk dan naar al die mensjes, heel kleine mensjes. Zwangere mensjes, inelkaargedoken mensjes, boze mensjes, mensjes die handel drijven, en ik kan daar dan een hele middag zoet mee zijn, zo zoet dat ik mijn tosti koud laat worden en de bubbels uit mijn cola laat drijven.
En nou zat ik daar laatst met een goede vriend van mij, ik denk wel mijn beste vriend, als ik tenminste eentje moet kiezen, en we aten tosti’s en we dronken cola, en ook hij keek gefascineerd naar al die mensjes.
Maar ik denk dan aan wat die mensjes nu doen, maar die vriend van mij zei, net toen de laatste bubbel uit de cola sprong en de tosti nog een graadje in warmte zakte; ‘denk jij er ook wel eens bij na, dat al die mensjes een leven hebben? Een achtergrond, een verleden, een situatie, problemen? Dat sommigen van die mensjes misschien nu wel weglopen van huis, omdat ze ruzie hebben gehad? Dat sommigen van die meiden ontzettend lopen te stressen, omdat ze niet durven te vertellen dat ze zijn vreemdgegaan met het vriendje van het meisje dat naast hun loopt? Dat die oude man daar, bij de viskraam, nu maar 1 vis koopt, omdat zijn vrouw vorige week is overleden? Denk je daar ook wel eens bij na?’
Ik was eventjes heel stil. ‘Nee,’ zei ik eerlijk, ‘zo had ik er nog nooit tegen aangekeken…’ weer was het stil, ik nam een hap van mijn koud geworden tosti.
Terwijl ik kauwde, begon ik ook zo te kijken. Ik zag een jongen en een meisje, in een innige omhelzing, maar dat het meisje een hoop blijer keek dan de jongen… zou hij vreemd gaan? Ik zag een vrouw, in oude kleren, met een krijsend kind aan haar benen met een zenuwachtig hoofd bij de pinautomaat staan, zou de bijstand of de alimentatie al binnen zijn? Ik zag een meisje van mijn leeftijd bij een tassenkraam naar tassen kijken. Wat zou er met haar vorige tas zijn gebeurd?
Zo mijmerde ik voort, op gang gebracht door die goede vriend van mij, die me uit m’n trance bracht.
‘Hé, ben je nou klaar?’ ik schrok op, goot de cola in mijn mond, hapte snel de laatste hap tosti weg, en stond op. Toen we op de grote markt stonden keek ik even naar boven, naar het café waar we net vandaan kwamen. Er zaten nieuwe mensen aan ons tafeltje, ook starend, en ik vroeg me af, of ze konden raden wat mijn achtergrond was…
Geplaatst in de categorie: moraal
die ik regelmatig in vakantiepockets lees.
Het zet me aan het denken en dringt heel diep 'door' in mij.
Die laatste zin maakt het ook helemaal af...
Echt, heel mooi!