Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een objectieve diagnose

1. De uitnodiging

'Super!' Dietrich Schnittger sloeg met de vuist op zijn wankele salontafel. De opgedroogde lepeltjes rammelden protesterend in de koffiemokken, een openliggend pakje shag rolde schrikachtig op de grond.
Dietrich maakte een sprong door zijn krappe studentenkamer en rende naar het raam. Van tien hoog schreeuwde hij door de Welchnerstrasse: 'Super!'
Niemand keek op. Er reed op dat moment geen auto door de straat en er speelde geen kind in de door hoge oude flats omgeven straat. Nog een keer haalde hij lang en schallend uit: ‘Super! Klasse, wah!' En nog harder en langer: 'Wunderbar!' Er kwam zelfs geen fatsoenlijke echo.
Dat constaterende koos Dietrich een andere manier om zijn enthousiasme met iemand te communiceren. Bij de lift stond de oude mevrouw Karchenzacker slaperig te wachten achter haar loopkarretje. Dietrich maakte een bokkensprong over haar breekbare rug en gaf haar een hardhandige knuffel. 'Du Idiot!', kreet ze, terwijl ze met rollator en al de openglijdende lift in struikelde. Ze wist nog net de stok te grijpen die aan haar loopkarretje hing, gaf Dietrich een kordate mep op z'n rug en begon ijselijk te gillen: 'Polizei! Hilfe!'

Dietrich sprong de lift in, hielp het wrakke vrouwtje overeind, bood omstandig z'n excuses aan, ontsnapte tussen de sluitende deuren en rende de trap af naar de derde verdieping. Zonder iets te vragen stoof hij een deur in.
Erica zat in ondergoed op de divan haar nagels te knippen. Haar gil deed niet onder voor de nog nascheldende Frau Karchenzacker. Maar toen ze in de vrolijke ogen van Dietrich keek, zakte haar schrik. 'Du! Was machst du denn?'
De 23-jarige student zwaaide met zijn twee armen die hij himmelhoch jauchzend ten hemel hief. Hij viel over haar heen en kuste haar op mond en wangen. Ze lachte. 'Super!' schreeuwde Dietrich nog eenmaal.
Erica wurmde zich onder hem uit en schoot snel in een zomerjurkje dat over haar stoel lag. 'Ga zitten', nodigde ze hem uit. 'En bedaar een beetje, wil je!'
Dietrich gehoorzaamde bijna gedwee en hij begon meteen te praten. 'Ik heb een uitnodiging ontvangen van Erich Kafka', zei hij. 'Wat vind je daarvan? Geweldig toch? Hij heeft me nodig voor een onderzoek naar hoogbegaafdheid Super!'
Erich Kafka? Erica vond zichzelf stom dat ze dat niet wist. Erich Kafka. Ze peinsde zich suf. Ze kende wel veel Erichs en ook een paar Kafka's, maar Erich Kafka zei haar even niets. Ze vond het jammer, want ze kon z'n enthousiasme niet delen.
'Wie is Erich Kafka?' probeerde ze voorzichtig want ze werd als studente economie steeds door de wat arrogante Dietrich in de hoek gezet omdat ze zo weinig wist van moderne kunst. Uberhaupt wist ze weinig, vond Dietrich, tenminste zo voelde ze dat hij over haar dacht. Ze accepteerde die houding van hem, ze wist dat er een onzeker iemand achter zat. Soms bewonderde ze z’n ongelooflijk kennis van van alles en nog wat. De kleinste details onthield hij.
De teleurstelling over haar reactie was groot. Dietrich viel achterover op de divan neer en sloeg een hand op z'n voorhoofd. 'Die weet niet wie Erich Kafka is. Die weet niet wie Erich Kafka is. En daar moet ik mee communiceren. Die weet niet wie Erich Kafka is. Du Schokolade!', schreeuwde en hij en woest sloeg hij de deur achter zich dicht. 'Eselschwein', hoorde ze hem nog schreeuwen. Voor de zekerheid vergrendelde ze haar deur. Hij kon zo driftig zijn.
Dietrich rende naar buiten en klampte de eerste de beste voorbijganger aan. Een zakenman stapte zojuist uit zijn Audi met koffer in de hand. 'Ik heb een uitnodiging van Erich Kafka, wat vind u daarvan?' zei Dietrich terwijl hij zo dicht mogelijk bij het gezicht bij de man ging staan. 'Donder op', mompelde de man. Dietrich sloeg de hoed van de man z'n hoofd en rende ervandoor.
In de supermarkt Superkauf omsnoerde hij zonder druk uit te oefenen met zijn handen de keel van een jonge caissière. Het doodsbleke meisje schreeuwde hij toe: 'Ik heb een uitnodiging ontvangen van Erich Kafka. Wat vind je daarvan?' Het meisje begon ijselijk te gillen. Toen hulp toeschoot, was Dietrich al weer gevlogen. Hijgend bereikte hij de deur van Erica's flatje. Toen hij merkte dat die op slot was, timmerde hij een regen van vuisten op de deur. Erica hield zich muisstil, angstig en medelijdend tegelijk. Na twee minuten droop hij af.
De hele dag vernam Erica niets meer van hem. Ze begon zich zorgen te maken maar werd opgelucht toen ze hem 's avonds laat in een voor zijn doen heel net pak de straat op zag lopen. Even keek hij omhoog en meteen zag hij haar vrolijke krulletjes. ,,Ik ga naar Kafka. Nu!'', schreeuwde hij haar vrolijk na. Wie het ook was, Erica was nu in ieder geval opgelucht. Even daarvoor had ze nog gedacht dat de doldwaze, onberekenbare Dietrich van puur enthousiasme of zielenleed uit het raam zou springen. Ze wist niet of ze op hem verliefd was. Ze hield van hem, maar ze was ook bang van hem. Zijn onbeheerste optreden van vandaag bewees dat maar weer eens. Hoewel, bedacht ze, als minnaar was-ie helemaal niet zo. Ze wist het niet.

2. De behandeling

Dietrich Schnitger bestelde voor het eerst van zijn leven een taxi, trok voor het eerst het nette pak aan dat zijn moeder speciaal voor nette gelegenheden had gekocht ter gelegenheid van zijn eerste studentenkamer en verliet omstreeks half acht het flatgebouw. Toen hij even naar boven keek zag hij Erica's krulletjes, wierp haar een kushandje toe en schreeuwde: ,,Ik ga naar Kafka. Nu!'' Uiterlijk zag hij er onberispelijk uit, binnen brandde hij van de spanning.
De taxi verscheen stipt op tijd. De zwarte Mercedes schoof geluidloos door de straten van de grote stad. De chauffeur hoefde niet te zoeken naar de opgegeven straat, de Adenauergasse. Het was vijf voor acht toen Dietrich, zwetend van de zenuwen, op de bel drukte van het statige pand waarop in luxe letters 'Erich Kafka, Berater' stond.
De bel galmde als de torenklokken van Maagdenburg, dacht Dietrich in zichzelf en herinneringen aan een lang vervlogen familiebezoek schoten in zijn geest omhoog. Kort daarop ging krakend de deur als vanzelf open, zonder dat er iemand in de deuropening verscheen. Dietrich wandelde verbouwereerd naar binnen en kwam als vanzelf in een wachtkamer terecht met luxe tijdschriften op een tafeltje. Vrijwel direct verscheen hem een jongedame in rood mantelpakje die hem glimlachend maar zonder een woord te spreken de hand toestak. Dietrich glimlachte terug en hield haar hand langer vast dan volgens de etiquette is toegestaan. De jongedame bleef hem begrijpelijk aankijken en nodigde hem uit verder achter haar aan te lopen.
'Super!', fluisterde Dietrich andermaal. De jonge vrouw keek verbaasd en enigszins blozend achterom maar toen ze hem omhoog zag kijken begreep ze dat hij niet doelde op haar fraaie boezem of gladde benen.
Ze leidde hem naar een grote kamer die uitkeek op een park en die betimmerd was met donker hout. Hij nam plaats in een grote leunstoel tegenover een oud bureau waarachter niemand zat. 'Herr Kafka komt zo, u moet even geduld oefenen', zei de vrouw vormelijk en ze verdween even snel als ze verschenen was. Het was doodstil. Een beetje ongemakkelijk keek Dietrich om zich heen. Hij sloeg z'n benen over elkaar. Z'n horloge tikte hoorbaar.
Na vijf minuten stilte begon Dietrich zich ongemakkelijk te voelen. Hij hield niet van stilte, van rust. ,,Ik sta midden in het leven'', mompelde hij hardop; sinds hij op kamers woonde was hij gewend om hardop te denken om de stilte te doorbreken. Hij ging staan, zette zijn linkerhand als een militair tegen zijn hoofd en sprak tot het bureau: ,,Herr Kafka komt zo.'' Andermaal kwam er geen reactie, waarop Dietrich de deur wilde openen om te zien of Herr Kafka er al aan kwam.
Tot zijn grote verbazing bleek de deur onhoorbaar in het slot gevallen te zijn. Hoe Dietrich ook wrikte, er was geen beweging in te krijgen. Dietrich zette zijn mond voor het sleutelgat en begon hard om hulp te roepen. Er reageerde niemand. Een agressieve woede welde in hem op. Dietrich ijsbeerde zenuwachtig rond. Na tien minuten was het nog steeds stil. In paniek liep Dietrich naar het raam, maar dat bleek niet open te kunnen. Het glas was zo dik dat hij dat ook onmogelijk kon kapotslaan. ,,Ik moet naar de wc'', brulde hij vervolgens hard. Wat er toen gebeurde deed hem helemaal perplex staan. Een klein deurtje achter het bureau dat hem eerst niet was opgevallen, ging als vanzelf open. Nieuwsgierig ging Dietrich kijken en ontdekte daar een wc. Hij begon zich steeds ongemakkelijker te voelen. ,,Ik leef'', riep hij tot zichzelf en waste alleen zijn handen onder het wc-fonteintje. Toen hij terugkwam in de kamer, ging het deurtje vanzelf weer dicht.
Op zijn horloge zag hij inmiddels dat hij er al een dik kwartier zat. Omdat er niemand meer reageerde op zijn geroep, hield hij zich stil. Hij liep naar het bureau waar niets op lag, zelfs geen pen of telefoon. De laden zaten op slot. Dietrich keek eens om zich heen. De kamer was berhaupt saai en leeg. Geen schilderij aan de muur. Echt een prikkelarme omgeving, constateerde de student psychologie. Hij ontdekte steeds meer leegheid in de kamer. Ook van buiten bereikte hem geen enkel geluid. Dietrich speurde met een mengeling van paniek en nieuwsgierigheid de hele kamer af.
Toen hij inzag dat niets hielp, ging hij op het bureau staan, stampte en sprong er uit alle macht op en begon hij spontaan het Duitse volkslied te zingen. Halverwege het tweede couplet stortte hij huilend in de leunstoel. Het was inmiddels kwart over negen, toen hij uitgeput in slaap viel.

3. De diagnose

Hij werd om tien uur wakker met een droge mond. Een rood lampje flikkerde en maakte een piepend geluid. Hij kroop omhoog en zag een warm kopje koffie onder het lampje staan.
Kort daarna hoorde hij het geratel van een printer. Tot zijn stomme verbazing lag er een minuut later een papier voor hem waarop, onder het woord Psychodiagnose, zijn naam stond. Dietrich las het volgende: ‘Uw elektronische raadgever Erich Kafka komt tot de volgende conclusie: U heeft een hoog IQ, maar u heeft een dwingend ego, uw sociaal aanpassingsvermogen schiet tekort, u kunt een gevaar zijn voor de mensheid door uw impulsieve gedrag, u dwingt erkenning af wegens tekortgekomen liefde in uw jeugd en in uw relaties en uw vertoont zo nu en dan autistisch gedrag. U kunt ook niet objectief oordelen over wat u overkomt. Mogelijk lijdt u aan megalomanie, maar het kan ook dysfunctionele genialiteit zijn. Ik raad u aan contact op te nemen met Karl Konnter, Eberhard Weisse en Stanislav Radise voor een adequate behandeling. Om dit pand te verlaten dient u 500 Mark af te dragen. U kunt pinnen bij het groene lampje rechts van u, de deur gaat dan vanzelf open.’
Dietrichs mond viel open van verbazing.
Karel, Eberard en Stanislav, dat waren zijn medestudenten.
Was dit een stunt, was dit een grap, was dit een smerige rotstreek, was dit een wraakneming op iets? In enkele seconden flitsten herinneringen door zijn hoofd, maar hij kreeg geen houvast. Moest hij woedend zijn of lachen?
Hij begon eerst wild te vloeken en daarna mateloos te schateren. Toen hij het papier verscheurde, hoorde hij in de verte hard gelach van meerdere mannenstemmen. Hij hoorde opeens een zoemend geluid en zag in een hoek van de kamer een klein cameraoog rondzwaaien. Schreeuwend stak hij twee middelvingers voor de camera op. Bizarre scheldwoorden vormden zich als vanzelf. Opeens opende de deur zich. Dietrich rende roodaangelopen naar buiten en rende halsoverkop naar zijn flat.
Toen Erica hem even later vanuit haar raam plotseling de flat zag binnenrennen, schrok ze van de woeste, lege blik in zijn ogen. Zijn haar zat door de war, zijn propere pak zag er verfomfaaid uit. In een opwelling draaide ze het slot op haar deur dicht. Ze hoorde hem in de verte vervaarlijk vloeken en sloot haar ogen.

Schrijver: Piet van Dijk, 29 januari 2003


Geplaatst in de categorie: psychologie

2.9 met 8 stemmen 1.800



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Leo Duym
Datum:
4 februari 2003
Email:
LeoDuympandora.be
Intrige: 6/10
Opbouw: 8/10
Stijl: 8/10

Ongetwijfeld het betere werk, maar bij een ultrakortverhaal ben ik nooit kwistig met het geven van punten op 'intrige'.
Zestig of zeventig bladzijden lang iemand weten te boeien is toch nog van een andere orde (wat deze schrijver misschien uitstekend kan?) .

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)