Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Valentijn; Nooit Meer Slapen

Ze kon haar zelf even niet geloven, toen ze zichzelf hoorde denken: Thijs… ja die krijgt mijn roos met de valentijnsactie…
Nee, nee, dat moest maar niet. Daar had ze het toch al een keer met zichzelf over gehad? En uit het hoofd gepraat? Het kon niet, om duizenden reden, in de eerste plaats dat hij verkering had. Hij was jonger! Hij was haar type niet!
Maar toch had ze had gedacht. Dat was helaas niet meer te ontkennen, dus inderdaad, steeds een stemmetje die elk redelijk, overdacht argument weerlegde met: maar je hebt het gedacht.

Nou misschien dan toch maar. Het was maar een roos. En ze hoefde haar naam er toch niet onder te zetten? Gewoon doen. Hij ziet echt niet dattie van jou is. Hij gaat je echt niet uitlachen of zo…
Ze kon nog net een boodschap op het formuliertje krabbelen, toen de bel ging. Ze gooide de pen naar een vriendin, en zwaaide haar tas op haar rug. Toen ze in de aula kwam, zag ze hem gelijk staan. Snel leverde ze het formuliertje in, liep naar het eerste groepje bekende mensen die ze tegenkwam, en deed alsof ze meedeed in het gesprek, dat over het aankomende natuurkundeproefwerk ging. Stom natuurlijk, want ze had niet eens natuurkunde. Maar het gaf haar mooi de gelegenheid naar hem te kijken.

Waarom, vroeg ze zich af. Wat had hij nou? Hij was toch ook helemaal niet zo bijzonder, hield ze zich voor. Ze was echt wel verliefd geweest, ze wist hoe het was, maar dit was het niet. Dit was anders.
Intrigerend. Dat was het eerste woord dat bij haar opkwam, als ze naar hem keek.
Ze had met hem gepraat, meerdere keren. Of gepraat… meeste tijd was het stil, maar gekeken. Ze hadden elkaar aangekeken, Thijs en zij. Ze had zijn ogen gezien, zijn donkere ogen, en was erin… erin… verdronken…
Toen ze zichzelf dat hoorde denken gaf ze zichzelf weer een mentale uitbrander. Tss, sufmuts, romantica… waar is onze miss Independant...? Was ze dan zo erg dat ze tegenwoordig met dat soort suffe cliché’s aan kwam?
‘Ik moet me niet zo aanstellen,’ zei ze tegen zichzelf, terwijl de bel ging voor het derde lesuur.

Toen ze die avond in bed lag, dacht ze weer terug aan de roos. Eigenlijk was het weggegooid geld, als je er over nadacht. Hij wist niet dat het van haar kwam, en ze zou er niet tegenover hem over beginnen. Maar het moest gewoon van haarzelf. Er moest iets met dat gevoel gebeuren, ook al was het geen verliefdheid. Stomme boodschap had ze er eigenlijk opgezet. Sloeg nergens op. Aahh, die ogen! Dit was waanzin, dacht ze, toen ze voor de zoveelste keer zijn ogen voor zich zag.
Ze knipte haar bedlampje uit, schudde haar kussens op, en staarde uit het raam.
Nooit meer slapen gaan, dacht ze. Nooit meer zolang die ogen op mijn netvlies gebrand staan.

Op 14 februari zag ze hem lopen, met een roos in zijn hand. Hij keek haar aan, en ze glimlachte. ‘Mooi he,’ zei hij. ‘Ja zeker,’ zei ze. ‘Van wie heb je die gekregen?’
‘Geen idee,’ zei hij, ‘maar het is een heel lieve boodschap. En de roos is zo mooi… het moet vast een bijzonder iemand zijn.’
Ze glimlachte weer, en hij liep verder. Een bijzonder iemand? Nee dat was ze niet. Maar ze had zijn ogen zien glinsteren, en het was goed.

Schrijver: Roosje Filton, 1 februari 2003


Geplaatst in de categorie: valentijn

1.5 met 46 stemmen aantal keer bekeken 4.299

Er is 1 reactie op deze inzending:

Suzanne Peters, 22 jaar geleden
Schitterend, Roos!
Om eerlijk te zijn:
ik las het proza en kon mijn ogen niet geloven
toen jouw naam eronder stond.
Schitterend!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)