Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Vader Tijd

Verliefd kruipt Moeder natuur met haar rug schrijlings gelegen tegen me aan; ze heeft groot gelijk, buiten is het toch een pokkenweer. Haar bibs uitnodigend naar achteren gestoken, neemt ze mijn hand en leidt deze naar haar borsten. Haar lichaam is welgevormd, dat mag gezegd worden.

De klok meldt halfnegen; we hebben nog zeeën van tijd, het is tenslotte nieuwjaarsdag. Moeder natuur, ze begint een beetje ongeduldig te worden, duwt nogmaals haar achterste, maar nu met iets meer dwang tegen mijn ochtendgloren. Maar het zou te mooi zijn geweest om waar te zijn, want op het moment dat ik de poort naar haar moederschoot wens te betreden, wordt er op de deur gebonkt. Woedend stormt Vader Tijd als een hoorndrager de slaapkamer binnen; ogenschijnlijk verbolgen over dit bedrog dat hij geheel aan zichzelf te wijten heeft, had hij haar maar niet moeten beschouwen als een bijvrouw. Het slippertje van moeders lijkt hem echter geen zier te kunnen schelen. ,,Wanneer begin je nou eens aan mijn stuk,” klinkt hij ongeduldig als een verwende dwingeland. Ik had het kunnen weten, hij schijnt er een zeker genoegen aan te beleven me –al drie jaar achtereen- op nieuwsjaarsdag te wekken. ,,Straks, als ik wakker ben,” antwoord ik vastberaden. Woedend knalt hij de deur dicht.

Moeder natuur, trots op deze morele overwinning schuift haar bekoorlijke billen nog verder naar achteren en bijna als vanzelf betreed ik de warm, vochtig nauwe grot, de toegang tot al het leven dat zij heeft voortgebracht. Erg lang kunnen we er echter niet van genieten. De wekker staat op twee minuten over halfnegen als Vader Tijd opnieuw de slaapkamer binnenloopt . ,,Kom er nu uit,” smeekt hij met een zielige ondertoon.

,,Oké, zet jij maar vast koffie, ik kom eraan,” stel ik hem gerust. En nadat ik een afspraakje voor 2005 heb gemaakt, wrijf ik de slaap uit mijn ogen en loop mopperend naar de badkamer. De koffie moet ik uiteindelijk toch nog zelf zetten, de lamstraal. En als de tekstverwerker ten laatste ook eens besluit wakker te worden, type ik de eerste regel. ,,Vader tijd is een verwend, egoïstisch, nooit volwassen geworden snotjong.” Knopje end.

Deze, op frustratie gebaseerde, openingszin is de eer van een schrijver echter te na; en hoewel de waarheid, ik besluit er toch maar iets meer zorg aan te besteden. ‘Tijd, ik vind het maar een relatief begrip. Leg je hand op de hete kachel en die ene fractie van een seconde, lijkt minuten de duren. Anderzijds –ik ben in gedachten nog bij de vrijage met Moeder natuur- vervliegt de tijd als het de mooie momenten in je leven betreft. Het enige - wetenschappelijk - tastbaar bewijs van tijd, bestaat slechts uit het verloop van de wijzers van de klok; een perfect ronde cirkel, verdeeld in minuten en seconden; een kostbare erfenis van oude zeevaarders. De mens rommelt ook altijd wat af met de tijd, terwijl er eigenlijk niet mee te rommelen valt. Maar daar kan Vader Tijd natuurlijk niets aan doen, hij is ten slotte ook maar de belichaming van een niet-stoffelijk begrip. Echter een begrip dat in je mooiste dromen, helaas, wel werkelijkheid kan worden.'

Zo, het is wel geen literair hoogstandje, maar wat mij betreft kan hij tevreden zijn. En nu maar hopen dat hij volgend jaar niet weer komt storen, de zeverklep.

Schrijver: Adriaan Hoefs
Inzender: Ad Verhoeven, 20 december 2003


Geplaatst in de categorie: humor

0.6 met 5 stemmen 1.821



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)