Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Tranendal

Mijn vinger nadert langzaam de gietmetalen deurbel aan de zijkant van de poort. Is dit wel de goede beslissing geweest? Had het ook anders gekund? Geluidloos is mijn komst ergens verweg blijkbaar te kennen gegeven want na enkele minuten van een eeuwigheid te hebben gewacht hoor ik hoe eenvoudige schoenen over het grintpad naderen; de tred klinkt alsof de eigenaar ze goed gepoetst heeft en dat graag zo wil houden waardoor het iets langer duurde dan nodig zou zijn voor een gladgekamd hoofd en net pak zich bij het plaatje voegden.
"Zo, meneer. kom binnen."
"Ja, bedankt. Weertje, niet?"
Zonder verdere specificatie nodig te hebben knikte de man bevestigend en veegde een pluk haar die motregen en een straffe wind uit model hadden gerukt weer terug op zijn plaats.
"Kom maar mee, ik begeleid je wel naar je werkplek."
Gedwee deed ik tussen hoge prefab-barakken door over het uitgestrekte terrein volgen tot het pak halt hield en naar een glazen schuifdeur gebaarde.
"Hier moet je zijn. Welkom in Tranendal."
"Het is... anders dan ik gedacht had." en dat klopte. De advertentie had zich in mijn hoofd geprent als ware het gebrandmerkt. 'Begin een nieuw leven, pak het anders aan! Geen zorgen meer.' Het zag er grauw en troosteloos uit.
"Dat horen we vaker; Maar, maak je geen zorgen. Over een tijdje wil je hier nooit meer weg. Kom, we gaan naar binnen. Koffie?" Schoenpoetser wist dan wel geruststellende woorden te spreken maar de stoicijnse klank verried dat het hem niets kon schelen.
"Nee, bedankt, ik wil graag beginnen."
"Goed, kom maar mee dan." ging hij voor door een lange gang. Ik moest in nummer 507 zijn. Met "kijk eens!" werd uiteindelijk een ijzeren deur geopend en "hier zul je werken. je hebt tevens een bed, voor 22:00 tot 6:30. Die stoel, dat is je werkplek."
Ze waren inderdaad niet te missen, wat waarschijnlijk kwam doordat het, afgezien van een klein raam waarachter een traliewerk was bevestigd de enige objecten in het kleine houtvloeren kamertje waren.
De onzekerheid besprong me. Dit was niet wat ik wilde, zo had ik het me niet voorgesteld. "mag ik me nog bedenken?"
Alsof hij die vraag vaker mee maakte bitste de man iets feller dan fatsoenlijk geergerd "nee, natuurlijk niet. Je hebt een contract getekend met onze bureaucraten. Ik stel voor dat je begint." en werd ik zacht doch stevig de kamer ingeduwd waarna de deur werd dichtgesmeten met de woorden "begin maar rustig aan!"
"maar wat moet ik dan doen?"
"ga in de stoel zitten. dat is het." klonk het zich verwijderende stemgeluid nog vanachter de deur.
"alleen in die stoel zitten?" vroeg ik nog maar antwoord bleef uit.
Het moest maar. ik had getekend. De stoel kon trouwens erger: zacht leren bekleding en ergonomisch verantwoord.
De stilte. Opvallend. Anders dan eerst; het geroezemoes van duizenden stemmen van de schimmen in de samenleving bleef uit. Was ik zelf al onderdeel ervan geworden? Hoorde ik het gewoon niet meer?
Condens op het raam trekt de aandacht: Mijn reflectie in de duizenden druppels is vaag maar ironisch treffend. Hij toont mij, een waas van diegene die ik ooit had kunnen worden.
Achter het raam de tralies waarachter zich ogenschijnlijke vrijheid bevindt: daar achter bevinden zich nog meer tralies en hekken en leven we uiteindelijk niet met zijn allen gevangen op een bol, geisoleerd van wat er ook mag zijn door dodelijk koud vacuum?

Terwijl ik in mijn nieuw verworven vrijheid zit wordt het duidelijk.
De enige vrijheid zit in je hoofd.

Waanzin, alstublieft?

Schrijver: vengelv, 16 april 2004


Geplaatst in de categorie: spijt

3.7 met 32 stemmen 1.932



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)