Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Bijzonder

Er zijn van die dagen in je leven die een gouden randje hebben, al weet je dat natuurlijk pas aan het eind van de dag. Deze dag begon spannend, vandaag zou ik gaan. Sinds het overlijden van mijn vader, geloof ik in “iets na de dood”. Ik weet niet wát er precies is, maar IETS is er. Dat wist mijn overleden ex ook en ik vond het tijd om twee jaar na zijn overlijden te proberen om via een medium contact te zoeken. Ik had een vraag.
Bij mevrouw X had ik 24 uur van te voren een enveloppe met een foto moeten afgeven. Toen ik binnenkwam, lag Julio zijn foto op de tafel met een brandende kaars ernaast. Ze vroeg me te gaan zitten op de bank en me open te stellen. Ook vroeg ze me te vertellen waaraan hij overleden was, zodat ze niet verrast zou worden door het gevoel was ze zou kunnen krijgen.
We begonnen. Gespannen keek ik naar haar. Ik kende deze vrouw niet. Wat zou ze me gaan vertellen? Ze pakte de foto van Julio van de tafel en hield ‘m lange tijd vast. Ze keek ernstig. Ze zei: “Deze man is boos. Deze man is heel boos. Hij is ongelooflijk aan het vloeken. Hij is zo ontzettend boos. Zó boos.” Ik zit gelijk rechtop, wat gaat hier gebeuren? Ze gaat verder: “Hij blijft vloeken en huilt. Hij heeft veel verdriet en is vooral erg boos”. Met een brok in mijn keel vraag ik: “Is hij boos op mij?” “Nee”, zegt ze,”hij is boos omdat ie uit het leven gerukt werd. Hij had nog graag willen blijven leven om bij de kinderen te zijn”. Ja, dat had ik eigenlijk zelf ook wel kunnen bedenken dat Julio om die reden echt een uur in het Spaans zou kunnen staan vloeken. Ze vertelt me, dat ze haar duim op zijn hart houdt om hem tot rust te brengen. En dat duurt lang. Julio is 2 jaar geleden overleden en heeft al die tijd boos rond “gelopen” daar. Met een benauwd stemmetje vraag ik “Al die 2 jaar?” Ze stelt me gerust door te zeggen dat 2 jaar daar
korter en anders is dan 2 jaar hier. Na een tijdje stelt ze me gerust door te zeggen dat Julio rustig wordt. Er is iemand naar hem toegekomen. Iemand die zich over hem ontfermd, en daar ik niet de gehele Uruguayaanse familie ken, kan ik niet plaatsen wie het is.
Ik mag mijn vraag stellen: “Doe ik het goed met de kinderen?” Het antwoord weet ik al, zegt hij, via haar. Ik had die vraag niet hoeven stellen… Hij vond het altijd al goed, wat ik deed met de kinderen, en dat was nog steeds zo. Ik moest verder met mijn leven en met plannen maken.
Ze vraagt me ineens hoe ik me voel, en ik geef een vaag antwoord, waarop ze zegt: “nee, hij wil weten hoe jíj je voelt”. En ik zeg hoe ik me voel: ik mis hem, maar verder gaat het wel goed. Ze zegt, dat, door zijn plotseling overlijden, het touwtje niet is doorgeknipt, en dat dit nog moet gebeuren. Dat hij nog één keer mij wil laten voelen hoe onze liefde voelde. Ze zegt me, dat zij het voelt en dat als ik me openstel, ik het ook zal voelen. Ze zegt dat hij naast me zit. Ik kijk naast me, maar zie niets. Dan voel ik opeens 2 warme handen op mijn armen en ik krijg kippenvel, de liefde die wij voor elkaar voelden is tastbaar, in de woonkamer waar ik voor het eerst van mijn leven ben, aanwezig. Ik voel het, ik wil het koesteren. Na twee jaar is hij weer zó dichtbij. Dan geeft Julio mij een bos afscheidsbloemen, om me te bedanken voor alles wat ik heb gedaan. Hij haalt er één bloem uit en geeft ‘m aan deze vrouw, omdat hij blij is weer tot rust gekomen te zijn. De bos bestaat uit… trosroosjes. Laten dat nou net de bloemen zijn die hij elke zaterdag kocht! En dan is het afscheid daar. Ik moet weer gaan. In deze woonkamer, in het gezelschap van deze onbekende vrouw, heb ik het meest bizarre van mijn leven beleefd. Ik heb Julio zijn aanwezigheid tastbaar gevoeld. Ik heb hem niet gezien, niet gehoord, maar gevoeld.
Ik neem afscheid van deze opmerkelijke vrouw, wat een gave! Beduusd stap ik in de auto, en nu gaat het leven gewoon weer verder? Waarom blijft dit gevoel niet bij me? Ik kan er niet over uit, het gevoel was zó echt, zó tastbaar. Ik rijd naar huis en vertel de kinderen bij thuiskomst mijn verhaal. We hadden een opdracht meegekregen: 6 weken lang een kaarsje aansteken naast de foto. Dat zou Julio helpen om naar het licht te gaan. En ik moest erop letten dat ik niet om hulp moest vragen. We moesten hem loslaten.

Iedereen mag zijn eigen mening hebben of er wel of niet IETS is na de dood. IK weet wat ik heb gevoeld. Hoe zijn handen op mijn armen voelden. Hoe tastbaar zijn aanwezigheid en ons gevoel was.
Een bijzondere ervaring.

Schrijver: Annet Burgers, 13 november 2004


Geplaatst in de categorie: afscheid

2.2 met 17 stemmen 3.064



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)