Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De angst van een vrouw.

In de spiegel keken een paar ogen mij aan. Grote ogen. En blauw van kleur.
De lange zwarte haren vielen losjes over mijn schouders. Kritisch keek ik naar mijn eigen gezicht. Waarom had ik eigenlijk een spiegel nodig? Ik wist zelf wel dat ik er mocht wezen. Velen vrouwen waren jaloers op mijn uiterlijk. Ik ben slank en heb de rondingen op de juiste plekken. Ik ben een zelfbewuste vrouw. En ook een tikkeltje verwaand.

Maar die verwaandheid was gauw over. Toen ik op een morgen naar m’n werk reed, zette ik als gewoonlijk de radio aan om het nieuws te horen. Maar dit keer bracht het mij de koudste rillingen. Want het nieuws luidde als volgt: 'De politie van Miami doet een oproep aan alle vrouwen van de staat Florida om alert te zijn. De serieverkrachter die drie weken geleden vier vrouwen heeft verkracht en vermoord, heeft opnieuw een slachtoffer gemaakt. Dit keer gaat het om de 20-jarige Alicia Rivas…'. Snel deed ik de radio uit. Mijn hart klopte hevig. Ik drukte het gaspedaal nog dieper in. En reed onverantwoordelijk hard.

Ik parkeerde uit voorzorg mijn auto dicht bij de ingang van mijn werk. Het is een groot reclamebureau. Ik ben secretaresse en heb veel plezier in mijn baan. Toen ik eenmaal binnen was stapte ik in de lift. Maar het benauwde me opeens. Ik besloot voortaan maar met de trap te gaan. Op mijn bureau lagen stapeltjes post. Ook ligt er elke morgen een krant. Automatisch werden mijn ogen er naar toegetrokken. Met afschuw keek ik naar de overheersende kop: 'Serieverkrachter heeft het gemunt op knappe vrouwen'. Die dag kon ik mijn aandacht er niet meer bij houden. Mijn baas had al verschillende keren gevraagd of ik me wel goed voelde. Ik zei dat het wel ging. Maar inwendig voelde ik me verscheurd van angst en verdriet om die vijf vrouwen die vermoord waren.

Heb ik soms een voorgevoel? Dat is toch belachelijk! Ik ben heus niet de enige vrouw in de wereld. En het zou wel toevallig zijn als hij mij te pakken kreeg. Maar wat ik mezelf ook voorhield, die angst bleef. Dag in dag uit. Met angst stond ik op en met angst ging ik ook weer naar bed.

Vandaag had ik een rustig gevoel. Het was een zonnige dag, en ik was drie dagen vrij. Heerlijk! Geen wolkje aan de lucht. Ik tuurde eens naar buiten. Keek in mijn kast. Laat ik maar een kort mouwloos jurkje aan trekken. Pff, ik veegde het zweet van m’n voorhoofd. Vierendertig graden hadden ze voorspeld.
Dan maar naar het strand. Ik pakte mijn bikini en griste een handdoek uit de kast. Een boek, wat lotion, drinken en klaar was ik. Al fluitend stapte ik in mijn auto.


Op het strand was het heel erg druk. Ik was niet de enige die van plan was om naar het strand te gaan. Dat bleek wel weer. Het irriteerde me opeens. Ik wou een rustig plekje voor mezelf. Dus liep ik wel een half uur over het strand. Soms stopte ik even om te kijken naar een paar spelenden kinderen. Een leuk gezicht was dat. Het viel me op dat ik nu bij een rustig stuk strand was aangekomen. Het was een ruig gebied. Niet echt lekker om tussen de rotsen te zwemmen. Maar wel om te zonnen. Ik keek zoekend om me heen. Er was geen kip te bekennen. Vergenoegd plofte ik in het zand. Deed m’n jurkje uit. En ging liggen. Ik doezelde al half, toen ik me opeens bedacht dat ik me niet had ingesmeerd. Gauw pakte ik een flesje en smeerde me in. Bah! Wat een kleffe zooi. Ik ging maar snel weer liggen.


Ik knipperde een paar keer met mijn ogen. Had ik nu geslapen? Vast wel, dat kon niet anders. Wat word je toch lui van dit weer. Laat ik maar wat gaan lezen. Ik pakte uit m’n tas een roman, en begon ontspannen te lezen. Het verhaal boeide me.

Er viel een schaduw over mij heen. Ik draaide me langzaam om met de gedachte een kind voor ogen te zien. Maar het was geen kind, wat ik zag was een angstaanjagende man met een vale spijkerbroek en een goor rood shirt. Zijn haar was donkerbruin. En zijn ogen grijs. Ik bleef maar kijken. Mijn spieren verstrakten. En mijn lichaam schokte. Mijn hartslag ging wild tekeer. De man grijnsde. Zijn grijze kille ogen keken mij hard en meedogenloos aan. Ik stond op, en begon te rennen. Maar de man was sneller. Hij haalde me in. Een harde hand greep mijn lange haren beet. Ik kreunde. Een andere hand gleed om mijn nek. Ik probeerde te schreeuwen maar en kwam geen geluid. Ik was doodsbang. En ik voelde al snel dat ik slap werd van angst. Zou hij me verkrachten? Zou ik het volgende slachtoffer worden? Mijn knieën knikten. En ik zakte in elkaar.

De man had zijn doel weer bereikt.

Schrijver: Paula, 17 maart 2005


Geplaatst in de categorie: vrouwen

2.0 met 12 stemmen 1.556



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)