Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

het lentet in amsterdam

De zon schijnt en het is waarlijk wondermooi. Ik kijk over het Amstelkanaal en bedenk ‘het leven is goed voor mij’. Ik hoest vervolgens mijn longen er uit, drink thee met lekkere beschuitjes er nog bij. Niet te vergeten de vers geperste sinaasappel. Mijn zoon J. hoor ik een blaf uitstoten waar de hond van de buren geen brood van lust. Ik breng hem thee met honing, een literglas geperste sinaasappel, een beschuitje met jam en een opbeurend woord. De dagen lengen en de vastgezette waterkou blaft zich nu nog even een weg naar buiten. Maar zo meteen mijn zoon, dan zal je dag weer vrij zijn en vrolijk in de banken van het Vossius en daarbuiten. Waar het leven kroelt en de bloemen bloeien en het gras weer groeit.

L. staat op voor haar dagtaak ten burele en ik heb haar voorzover wenselijk gefaciliteerd en haar innerlijke onvrede gepacificeerd.
Mijn aanwezigheid is nu even niet langer wenselijk, laat staan gewild.

Wat let mij van het leven een wijle te genieten? De paus wellicht – hij is dood. Een uitstekende vertolking oneerbiedig gezegd, hij schijnt de cyclus van JC herhaald te hebben met de adempauzes er tussen, zoals het hoort. Nu nog even de spijkers met de roest in de vingers en de voeten. Of kan dat wellicht getatoeëerd?

Ik hoor dat Ratzinger hem gaat opvolgen. Goed heel goed, Stabilisering.In de wereld en liefst dan nog in een pact met een encycliek er bovenop voor de bestendiging. Ratzinger zat er al toen mijn overgrootvader in de Romeinse straten de hordes van Garibaldi bevocht. Of was dat ZIJN overgrootvader? Sommige dingen daar krijg je geen vinger tussen.

Zou alles normaal zijn in de wereld dan zou ik vandaag de stelling verdedigen: “De IJzeren Wet van de Oligarchie genegeerd als negatieve utopie, men onderwerpe zich juist dan aan die wet uit ignorantie en naiviteit als ware het een ijzeren wet. Een evaluatie van het D66-Congres van zaterdag jongstleden”.

Ach, het maakt toch geen bal uit – die mensen geloven in wat ze doen en dat is ook wat waard. Realiteit oke maar dan in roomtuintjes en opgesierd met feestelijke slingers, vrouwtjes uit de Betuwe met champignons in de hand bedorven asperges onderin de groentenbak. Filippine in het rood uit Tiel met een majesteitelijke Engelse dictie. Het is feest in Nederland op zaterdag de televisie aan. Grandpa Hans van Mierlo (zonder Annie Palmen) gooit zijn kroonjuwelen uit het raam – hij verbiedt er nog van te spreken.

Ach Grandpa. Met uw zacht geplooide stem. Uw existentiële fenomenaliteit, uw worsteling met het reële, met de twee kanten die nopen tot twee kanten die nopen tot het radicale midden van de onuitgesprokenheid van het tweekantige. Ach ja de nuance beweegt het ganse raderwerk met stille hand en de vibraties volgen in het hele land.

Geen wind, de ruis aan de waterkant ontbreekt. Ik spreek bij Dirk 3 4 of 5 de drankverkoper. Hij zegt de mensen kopen berenburg ’s morgens vroeg met twee blikken bier en daarna komen zij toch nog weder steeds meer op de automatische piloot. Ach ja, de drempel is verlaagd, terwijl het toch gevaarlijker is dan de coffeeshops.

Zeg ik: ‘in Heerhugowaard zijn het de Groene Weduwes voor dag en dauw met sherry en met port. Ik zag het eens daar – het regende ik had het koud’.
Hij lacht en zegt het is nog vroeg er kan nog veel verkocht.

Op de Ferdinand Bol zie ik R.F., leraar Engels, gerafeld met verlopen schoenen bij de tramhalte. Vraag "wat doe je toch hier in het nu op deze tijd?"
Hij zegt ‘ik heb toch iets verkeerd gedaan want anders stond ik nu niet hier. Het was koud vannacht in het Sarphatipark en het Leger des Heils had geen plek. En gister was ik er in Utrecht al uitgegooid’.
‘Nou zeg’, zeg ik hem, ‘jij maakt nu dus mijn dichterlijke bespiegeling waar (op www.nederlands.nl mijn hartenkreet “u en ik toch zeker niet?” 6 maart 2005)
Door ieder gemeden en zij die het lezen lusten het niet.’
Hij belooft te gaan lezen wat ik voorzegd heb bij de zus van zijn ex-schoonzus. In Vogelenzang.

Dag dag, vrolijke dag en we gaan weer verder.
Ik bel aan in de VanderHeijdenstraat bij de dame M. en geef haar mooie grote zachte Spaanse aardbeien, vers van de Cuyp. Zij lacht en geeft me een kus op beide wangen.

De zon gloeit, de dag kan beginnen, het is 9.57 uur. Ik zit even heel stil op het VanderHelstplein. Op een bankje naast een verlaten bananenschil. Vers nog, zojuist verlaten naar het lijkt. Het leven bloeit, de wereld kan gaan loeien. Ik ben er klaar voor.

Schrijver: jos zuijderwijk, 4 april 2005


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.2 met 4 stemmen 1.170



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Jerry Panday
Datum:
13 april 2005
Email:
jerrypandayhotmail.com
Hoe zouden de kroonjuwelen van Lousy Wies eruitzien? Ratzinger, Remus, Romulus...
Naam:
jos zuijderwijk
Datum:
4 april 2005
Email:
zuyde038planet.nl
In mijn verhaal hierboven heb ik met "vrouwtjes" alleen bedoeld de D66-vrouwen aanwezig op het CONGRES die Brinkhorst aan de macht lieten terwijl hij de zorgtaken reserveerde voor jonge vrouwen en als excuus had DAT HIJ VAN EEN ANDERE GENERATIE WAS.
Laat ik nu altijd gedacht hebben dat D66 voor emancipatie en gelijkberechtiging was VANAF 1966.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)