Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ik wil een boek schrijven XVIII

- Zo kom je vanzelf bij kunsthistorie terecht. Jarenlang heeft de schilderkunst naar de ideale vormgeving gezocht. Geschilderde mensen waren in de late middeleeuwen nog steeds statische levenloze poppen. Ten tijde van de renaissance ontdekte Da Vinci het sfumato. De starre figuren kwamen tot leven, kregen glans in hun ogen en leken zelfs te bewegen op het doek.
In latere tijden varieerden de opvattingen over vormgeven constant en werden soms diametraal tegenovergesteld aan het oude schoonheidsideaal. Impressionisten, kubisten, expressionisten, wat is er niet allemaal voorbij gekomen. Geen vorm bleef gespaard. Picasso verminkte het menselijke lichaam totaal, tegenwoordig vinden hele volksstammen zijn stijl origineel en getuigen van stoutmoedig inzicht in de wetten van de schilderskunst. Mondriaan deed het zelfs in drie kleuren en zwarte haakse strepen. De overheid had er een bom duiten voor over om de Victor Boogie Woogie naar het gemeente museum in Den Haag te halen. Maar denk je dat ook maar één van de thans gevierde schilders in zijn [eigen] tijd als held werd gevierd? En kom nou niet aanzetten met uitzonderingen. En stijl, stijl is wat iemand er zelf van maakt. Als je teveel naar anderen kijkt, zul je altijd van stijl verstoken blijven. En als je alles volgens regeltjes van de kunst probeert uit te voeren, zullen taalgebruik en onderwerpen nooit de statische saaie fase verlaten. Je bent dan ook het hele leven bezig om je de regels der kunst eigen te maken.

- Mooi theoretisch verwoord! Zoals altijd trouwens. Maar welke basis heb je hiervoor? Levenservaring, praktijkervaring en oefening, het lijkt allemaal niet tot je door te kunnen dringen.

- Nee, in tegendeel. Ik probeer juist bijzondere dingen te vertalen in algemene principes. Wat moet ik een verhaal maken over een jonge onzekere schrijver, die probeert het onzegbare te verwoorden. Jonge kunstenaars, jonge wetenschappers en beginnende arbeiders hebben met dezelfde gevoelens te maken. Ze worden geconfronteerd met een status-quo, die met moeite nieuwkomers toelaat. Later, na een strijd van jaren horen ze zelf bij de status-quo, indien ze trouw hun gevecht hebben geleverd. Dan zien ze ook de snotneuzen naderbij komen, die ze dwingen tot dezelfde strijd. Zo volgen de generaties elkaar op. Maar als ik op zoek ga naar de wetten die hieraan ten grondslag liggen, is dat niet in een verhaaltje te vatten. Principes liggen buiten het verhaal, net als Plato’s ideeën niet de waarneembare werkelijkheid zijn.

- Als je een romanfiguur beschrijft is het aan de schrijver om daar zo uitvoerig op in te gaan als hem goed dunkt. Principes kunnen makkelijk in een boek verweven worden. ‘De slinger van Foucault’ is een erg dik boek, maar het verhaal alléén past op veel minder bladzijden. Diepgang in het verhaal kost de meeste bladzijden.

- De verhalende situatie leidt af. Als je het verhaal weg schraapt, blijven mijn beoogde onderwerpen over. Waarschijnlijk heeft dit meer met filosofie of informatieve literatuur te maken, maar dat is niet wat ik wil; is mij ook te droog en vooral te formeel. Mijn eigen gevoel wil ik kunnen botvieren, mijn gram moet ik kunnen spugen. Ook dit zal ik overigens in de vorm van algemeniteiten proberen.

- Ik help je hopen ooit succes te boeken met je “vernieuwende” (ha ha) stijl.
Kun je eens een voorbeeld noemen van je benaderingswijze?

- Praten. Mensen praten veel, erg veel, en in verschillende situaties anders. ’t Is zo’n algemeen fenomeen en normaal gevonden principe, dat er nauwelijks nog bij wordt stilgestaan. Bedenk eens hoeveel uit ‘praatjes’ en ‘gesprekken’ te herleiden is. Als een schrijver een romanfiguurbenadering hanteert, laat hij mensen aan het ontbijt klagen over hun doorgelegen matras of vooruit kijken naar de bezigheden van de aangebroken dag. Iemand heeft ochtendhumeur, anderen ergeren zich eraan. Mooie herkenbare situaties kunnen zo verbeeld worden.
Ik probeer hier [nog] verder op in te zoomen, te zoeken naar de oorzaken van ochtendhumeur. Wat is ochtendhumeur? En wat is de ergernis eraan? Waarom kan iemand niet ochtendhumeur hebben zonder dat anderen zich eraan storen? De vaststelling dat iemand eraan, eronder lijdt, zegt niets. Dat is alsof de politie vaststelt dat iemand vermoord is en het erbij laat. Maar dan begint het natuurlijk pas: het onderzoek. Er is al oppervlakkigheid genoeg. Hoewel Desiderius Erasmus zegt dat er nooit genoeg oppervlakkigheid kan zijn (lees: dwaasheid), omdat mensen daarvoor uit hun bed komen. De onderliggende motieven, de oorzaakbrengende gevoelens zijn mijn onderwerp. De rest is buitenkant, doet niet ter zake, is verwaarloosbaar. Als er ingezoomd wordt op praten, niet zo zeer op wat er letterlijk gezegd wordt, maar wel de interesses en bezigheden die eruit blijken, de manier van uitdrukken, dan blijft geen geheim veilig. Eigenlijk zijn mensen geopende boeken, zodra ze beginnen met praten. Zwijgers zijn mysterieus, moeilijk te doorgronden, hoewel ook zij door de mand vallen door het praten.

- Ik zal voortaan mijn mond houden, dat is zeker.
Ik ken mensen die met een minuut neuzen in de kamer van een nieuwe kennis al denken te weten met wie ze te maken hebben. En jij weet het al door twee zinnen te horen. Laat ik je wel vertellen, dat die huiskijkers de oppervlakkigheid pur sang zijn in mijn ogen. Jouw praatjes leveren nog minder op dan een blik in een huiskamer.

Schrijver: Willem Houtgraaf, 25 november 2005


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.5 met 10 stemmen 855



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
jos zuijderwijk
Datum:
28 november 2005

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)