Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Ik wil een boek schrijven XIX

- Ja, dat dacht ik al. E-mail ook maar niet meer. Dat is nóg duidelijkere taal. Hoewel de non-verbale signalen niet als bijlage meegestuurd kunnen worden. Daarom hebben de smiley’s zo’n vlucht genomen.
De meeste mensen zweren bij schreeuwen en andere vormen van verbale communicatie. Maar e-mail is een sterk instrument, dat het beste tot zijn recht komt bij goede lees- en schrijfvaardigheid. Onlangs ventileerde iemand in een e-mail aan mij, dat hij nooit zo goed kon opschrijven wat hij bedoelt. En als ik hem dan spreek, word ik verdronken in een stortvloed van woorden en elk weerwoord schept nog weer meer spraakwater. Zo zweren de meeste mensen bij de vluchtigheid van het gesproken woord. Zelfs als er notulen worden gemaakt, worden gesproken woorden minder krachtig of zelfs gemanipuleerd. De mensen die hun mond houden in een vergadering hebben helemaal geen stem. En als iemand begint te schelden of echt scherp wordt, staakt de notulist het schrijven, waarna als de rust is teruggekeerd naar een genuanceerde weergave gezocht wordt waar alle partijen hun handtekening onder kunnen zetten. De vluchtigheid van praten wordt meestal als een machtig wapen gezien. Iemand die daarvan afhankelijk is, zal dat niet zo snel opgeven. Zo laat een spreker zich kennen, vrijwillig getekend door zijn mondwerk.

- Ik begrijp niet waarom mensen altijd opzoek zijn naar hokjes, waar ze mensen in stoppen. Ik begrijp niet waarom mensen niet gewoon leven kunnen zonder zich druk te maken om wat anderen zoal denken en doen.

- Ik ben het met je eens. Die behoefte is stompzinnig. Mij gaat het niet om andere mensen, het gaat mij om mezelf, hoewel medemensen daardoor ook beter begrepen kunnen worden. Maar, we dwalen af.
Door in te zoomen op de oorzaken van gesprekken, is er geen plaats voor [veel] verhalende elementen. In de roman ‘De aantekeningen van Malte Laurids Brigge’ van Rilke speelt het verhaal ook een ondergeschikte rol. Het boek is een aaneenschakeling van herinneringen, belevenissen en omschreven gevoelens van de titelfiguur.
Ik zal je dit zeggen: ik zou niet eens een roman kúnnen schrijven, dat duurt veel te lang. Ik houd van korte stukjes, zodat ik niet zo lang aan een enkel onderwerp of bepaalde vormgeving vast zit. Ik ben veel te ongeduldig om stil te blijven staan bij een beperkt onderwerp en daar zoveel mogelijk over uit te zoeken en in een verhaal te stoppen.

- Laat ons afdwalen, hoe begrijp je anderen beter, terwijl je met jezelf bezig bent?

- Weet je wat mij zo verbaast? Als ik met collega’s en vrienden praat over Goethe, Plato of Marcus Aurelius (om er een paar te noemen), dan krijgen ze een diepere blik in hun ogen en zeggen: “Ja, ik moet ook weer eens mijn klassiekers ophalen.” Mensen hebben wel klassiekers, maar ze praten er niet [meer] over. De spannende ideeën, de ontdekkingen die voor een groot deel aan de wieg staan van wat we nu zijn, lijkt spijs voor wormen. Wie koestert nog zijn oorsprong? Wat mezelf betreft probeer ik oude gedachten, ontdekkingen en overtuigingen levend te houden, zelfs uit te bouwen. Het is gewoon logisch dat ik erover praat, dat ik [mij] rakende citaten gebruik. Het is helemaal niet negatief om toe te geven aan wie je schatplichtig bent. Originaliteit, praat me er niet over. Is het origineel om een eeuwenoud thema af te stoffen en in een eigentijds jasje te steken? Zelfs degene die [echt] nieuwe gedachten ontwikkelt, staat op de schouders van zijn voorvaders. Dat was Newton die deze treffende woorden gebruikte. Kijk nu eens hoe we zijn genie bewonderen, haast vereren. Daarom begrijp ik niets van de irritaties, die mensen zeggen te ervaren bij veelvuldige gebruikmaking van citaten en aforismen. “Huh,” roepen ze, “iemand die citeert heeft zelf zeker niets te zeggen. Die lijdt aan woordarmoede.” Etcetera, etcetera. En waar praten ze vervolgens over? De beurs, hun auto of verantwoordelijke baan. Ze hebben gelijk, daar kan ik niet over meepraten.

- In het leven gaat het vooral om eten, drinken en vertier. Stichtelijk proza, ach, dat is voor de fijnproevers. Wees eerlijk, het meeste dat geschreven wordt dient een of ander stichtelijk doel. Zelfs doktersromans worden geschreven met een hoger doel dan lezers van de straat houden. Voor elk wat wils, til er niet te zwaar aan. Anders voorspel ik weinig vreugde in je schrijversaspiraties.

- Toen ik nog voor mezelf schreef, waren het geen vrolijkheid en zelfvermaak die me schrijven deden. Het was een noodzakelijk kwaad, net als eten en drinken. Nu ik vooral voor mijn plezier schrijf, wordt mijn vreugde erdoor vergald. Het lijkt de zoveelste mislukking te worden. Onlangs zag ik op tv een documentaire over Komrij. Hij zei dat hij zich zijn leventje niet zo voorgesteld had. Toen [voor hem] eenmaal bleek dat hij de literatuur zou inrollen (omdat hij volgens eigen zeggen nergens anders geschikt voor was), kon hij niet bevroeden welke hoge ogen hij zou gooien. Soms lijkt het alsof hij meer tegenstanders heeft dat fans, maar wie wil niet zo terechtkomen?

- Die man kweekt weerstand! Hij steekt de draak met absurditeiten, waarvan de mensen vinden dat ze normaal zijn. Of hij stelt dingen aan de orde, waar mensen niet aan herinnerd willen worden. Als hij begint te praten, geniet ik veel meer van zijn woorden. Hij heeft een gort droge manier van oordelen, waarbij je moet denken dat er aan zijn woorden niet getwijfeld zou kunnen worden. En als hij iets over zichzelf zegt, is het met een ironische zelfrelativering, die na jaren schuren en lakken oprecht lijkt. Zoals je zegt: hij rolde de literatuur in, omdat hij niet voor andere dingen in de wieg gelegd is. Zijn stem en manier van uitdrukken werken intens in op mijn lachspieren.

Schrijver: Willem Houtgraaf, 17 december 2005


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.6 met 11 stemmen 1.145



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)