Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Sterre

Ik leg mijn hand op mijn buik. Mijn ogen staan moe en angstig. Ik moet hier weg.
Het kind kan elk moment geboren worden. Ik heb te lang gewacht om weg te gaan. Het gevaar licht op de loer. Traag sta ik van mijn stoel op. Ik voel een felle pijnscheut door mijn buik gaan. Ik pak met lome bewegingen mijn jas van de kapstok en trek die aan. Nog één keer werp ik een blik over het kleine vertrek.
Mijn blik blijft hangen op de dichtgeslagen dekens op mijn bed. Ik buig mijn hoofd. Er is niemand in de kamer en toch voel ik de schaamte in mij opkomen.

Ik trek de deur achter mij dicht en kijk niet meer achterom. Had ik dat maar wel gedaan, dan had ik de man die in de portiek stond gezien.
Moeizaam en al waggelend loop ik door de stad. Ik heb geen oog voor de verlichte etalages. Overal in de stad brand licht. Behalve in mijn hart.

Doelloos loop ik straat in straat uit. Ik voel me doodmoe. Zuchtend ga ik op een bankje langs de gracht zitten. Mijn voet stoot tegen iets hards. Ik probeer te bukken maar mijn buik belemmert mijn handelingen. Ik zak door mijn knieën en graai naar het voorwerp. “Ach, een gouden ster”, mompel ik in verrukking. Heeft vast iemand verloren. Langzaam draai ik het voorwerp om. Op de achterkant staat met kleine lettertjes: “Sterre, mijn kerstkind”, een geboortedatum bevestigt dat het kind vier jaar moet zijn.

Als mijn kind vandaag geboren wordt, noem ik het ook Sterre. Met een vertederende glimlach kijk ik omhoog naar de sterrenhemel. Prachtig al die sterren. Ze zijn niet te tellen. Alleen de ster in Bethlehem. Dat was een unieke ster. Het wees naar de geboorte van Christus.

Opeens voel ik weer een felle pijnscheut in mijn buik. Een zachte kreun ontglipt mijn mond.
Ik zak op de grond neer en houd mijn handen vast aan het bankje. “O God”, kerm ik. De pijn is ondragelijk.

De man die deze vrouw niet uit het oog heeft verloren, maakt van de gelegenheid gebruikt en komt uit zijn schuilplaats tevoorschijn. Hij rent op haar af en een haalt met een snelle beweging een mes uit zijn zak. Grimmig steekt hij zijn mes in de vrouw.

Ik zie amper dat de man op mij afkomt. De felle steken van zijn mes voel ik wel. Ik gil het uit: “Aaahhhh!” Dan….voel ik niets meer.

Ik zie blauwe zwaailichten. Waar komen die vandaan? Een man met een blauwe pet op buigt zich over mij heen. “Mevrouw, u bent bevallen van een dochter. Maar u bent er zeer slecht aan toe. U bent neergestoken. De ambulance komt over enkele ogenblikken”.

Ik hoor niets van dit alles. “Sterre”, fluister ik. De politieman buigt zich over de jonge vrouw heen. “Wat zegt u?” “Sterre…naar…ster…van Bethlehem”. Mijn ademhaling gaat steeds langzamer.

“U moet het niet opgeven mevrouw”, de politieman raakt in paniek. “U hebt een prachtige dochter gekregen. Op eerste kerstdag nog wel”.

Mijn hand glijdt naar het kind onder mij. Het voelt koud aan. Ik open voor de laatste keer mijn ogen. Mijn ogen gaan van de sterrenhemel naar mijn kind. “Sterre, een kerstkind”, zucht ik. Het is mijn laatste zucht.
Een zucht van verlichting.

Schrijver: Paula, 20 december 2005


Geplaatst in de categorie: kerstmis

4.1 met 8 stemmen 1.068



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)