Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Hoe een droom in duigen valt

In zijn jeugd droomt men over wat men later worden wil. Althans dat wordt beweerd. Ik droomde over andere dingen, over postzegels geloof ik. Ja, dat is wat anders dan brandweerman worden of piloot willen worden.
Piloot was wel duidelijk. Ik was geen hoogvlieger op school. Bovendien klein van stuk. Dus aan het bestrijden van hete vuren zou ik zeker ook niet toekomen.

Zoals velen nu nog hebben is het probleem de keuze die men moet of kan maken. Ik was ook nog een kleurloos figuur met een onmogelijk brilletje dus u voelt de bui al hangen. Een lange weg van twijfel lag voor mij open.

Maar plots ging het licht schijnen. Ja, etaleur dat was het. Iets creatiefs bleek diep in mij te zitten.
Toen begon het dromen over mijn toekomst pas echt. Etaleur... een prachtig en interessant woord.
Voor degenen die niet weten wat het is: het heeft niets met de Eta te maken. Die etaleren wel maar passen de principes onjuist toe. Ergens heeft het wel met leuren te maken maar in het algemeen wordt dat wat negatief voorgeschilderd.
Nee, etaleren is het creatief uitstallen van verkoopartikelen in etalages en wel zodanig dat men de getoonde waar ook koopt.
Enige kennis van dieptepsychologie is wel gewenst. Je mag het ook beduvelen noemen.
Kijk maar in etalages met damesmode. Niet één vrouw voldoet in werkelijkheid aan de maat tenzij men aan anorexia lijdt.
Men moet dus eningszins gewetenloos zijn.

De etaleurs lopen als kunstenaars rond in de etalage. Meestal lopen ze op sloffen. Ja, ze zijn heel omzichtig bezig met het materiaal.

Tijdens de opleiding tot etaleur wordt men geacht stage te lopen in de etalage. Ik mocht op eigen verzoek een dag als etalagepop spelen. Het had wel wat voeten in aarde daar er heel wat aan mij opgekalefaterd moest worden eer ik voor het publiek toonbaar kon zijn. Ik moest wel genoegen nemen met een plaats achterin de etalage. Alles was uit de kast gehaald om mij er sportief uit te doen zien. Zodoende verscheen ik na koffietijd pas achter het raam.

Nou, ik heb de Nederlander voorbij zie komen. Dat heeft natuurlijk wel iets..een soort koninginne-gevoel. Of commandant van een legeronderdeel.

Als u de Nederlander wilt leren kennen is een dagje etaleuren een uitkomst.
Ik vertel u niets nieuws als ik zeg dat men meestal niet in de etalage kijkt. Men kijkt merendeels naar zichzelf om te zien of het haar goed zit. De spiegeling van het raam is dus van vitaal belang. Men etaleert zichzelf aan dood materiaal wat daar ligt of staat te pronken.
De Nederlander is dus vooral ijdel. Dat wist ik natuurlijk van mijzelf al...

Een andere vorm van etalagekijken is vooral bij mannen opvallend. Men ziet ze haastig voelen of de gulp wel dicht zit.
Ook staan ze even stil om eens flink in de neus te peuteren. Mannen zijn niet zo geïnteresseerd in wat er binnen te zien is.
Toch is een groot deel van de voyeurs van oudere leeftijd. De verstokte rokers met de etalagebenen. Voor hen is het een uitkomst om een pauze te nemen maar staan vaak met de rug naar het raam toe in een houding die aangeeft: ik wacht hier op mijn vrouw die binnen is. Zij is wel ten prooi gevallen aan de verleidingen. Ik niet, denkt wellicht de oude baas.

Eens komt dan de tijd dat de einde van de opleiding in zicht is. Gebruikelijk is dat men een werkstuk in elkaar flanst.
Het zoeken naar een thema is niet eenvoudig. Het moet een bijdrage zijn aan de etalurgie.
Na veel vijven en zessen werd mij als provinicaaltje toegestaan het etalagewezen in Amsterdam te gaan onderzoeken op couleur locale en ambiance. Ja, die termen waren toendertijd in de mode.
Op mijn verkenningstocht met rolmaat en kladblok in de hand door Amsterdam kwam ik door bepaalde straten waar het een enorme drukte was. Naast Nederlanders (al dan niet met dialect) trof ik daar opvallend veel buitenlanders aan (Belgen en Zeeuwen).
Straten vol met grote ramen en in de etalage echter weinig assortiment(dit is een vakterm). En ook de kleur van de verlichting was zeer eenzijdig: een wat getemperd rose. Opvallend was dat voor sommige ramen de gordijnen dicht waren en dat het geen invloed had op de drukte in de straten.
Een ideale plek om een werkstuk te maken.

Allereerst maakte ik een studie van de getoonde objecten. Wel ik kan zeggen buitengewoon. Hier stonden dames geëtaleerd.
Levende koopwaar. Ongelooflijk. En vriendelijk dat ze waren... Heel uitnodigende gebaren. Ik kon mijn ogen niet geloven.
Na wat studie van verschillende etalages zag ik toch wel een verschil tussen de dames. De maten van de dames liepen sterk uiteen. Ook de huidskleur was niet overal gelijk. Maar gemeen hadden ze wel iets: overal stonden de kachels te hoog zodat de dames schaars gekleed gingen. Ik zou dit later aan de ARBO-dienst melden, dacht ik.

Ik moet erkennen dat mijn interesse voor de uitstallingen toenam naarmate ik wat dieper inging op de materie. Ik begreep al snel dat ik geen rolmaat nodig zou hebben. Hier is sprake van inschatting op een wat lager gelegen niveau.

Omdat wij op school ook de interviewtechniek hadden geleerd sprak ik een aardige dame aan. Ze klopte zelf op het raam, dus het kostte geen moeite om iemand te vinden.Tot mijn stomme verbazing vroeg ze hoe ik het wilde hebben.
Nou gewoon een interview over deze bijzondere etalagetechniek, antwoordde ik opgewekt.
Op zijn grieks vroeg ze? Dat kost jou 100 euro. Mevrouw, antwoordde ik, ik spreek geen Grieks en mijn zakgeld is niet toereikend.
Naar buiten jij, schreeuwde ze en duwde mij de deur weer uit.
Tot op heden is het mij niet duidelijk geworden waarom men zo met belangstellenden omgaat en dat het toch zo druk blijft in deze straten.
Mijn werkstuk werd uiteindelijk afgekeurd. Ik had er wat foto's in opgenomen. Zowel van de etalages als bekende voorbijgangers.

Schrijver: julius dreyfsandt, 30 december 2005


Geplaatst in de categorie: humor

2.2 met 4 stemmen 942



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
kerima
Datum:
31 december 2005
Gewoonweg schitterend, ik heb geschaterd. Prachtig!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)