Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zeevaarder

Wéér stort ik mij in het avontuur.
Naïef natuurlijk, maar je moet wat risico’s durven nemen. Ze zeggen wel eens dat ik té hard op zoek ben, dat ik het moet laten rusten, want ‘dan komt het vanzelf wel’.
Het enige waarin dat resulteert, is dat ik krampachtig níet op zoek ga, waardoor het niet-zoeken tot een manier van zoeken wordt verheven.

Wat dat betreft zou je me kunnen vergelijken met de zeevaarders van weleer. Niet wetende wat er komen gaat, maar toch ervan overtuigd zijn dat dítmaal het schip je zal meevoeren naar het land van melk en honing, dat je écht gelukkig zal worden, terug zal keren als een held, de koning te rijk. Ja, deze keer zal je hén smalend uitlachen. Maar het merendeel van de schepen zal niet terugkomen, althans, niet gevuld met rijkdommen en zoete verhalen, maar met een zwaar gehavende boot en slechts de helft van de bemanning nog in leven. En tóch blijven ze vertrekken, de dappere zeemannen, op zoek naar het paradijs.

Dit was de vrouw die mij zou laten zien wat gelukkig zijn betekende. Geen twijfel mogelijk, dit keer was het anders dan anders en zou het me wél lukken. Ik zou het vinden, het land van melk en honing, het ultieme geluk. Zij zou het schip zijn wat mij ernaartoe zou voeren, zij zou degene zijn die mij de weg naar het zoete geluk zou wijzen. Zij, de vrouw van wie ik met onwaarschijnlijk hoge zekerheid wist te stellen dat zíj me wel even de weg naar het land van melk en honing kon wijzen. Met haar in mijn armen zou ik de anders altijd zo honende critici de mond snoeren. Want ditmaal zou ik gelukkig worden, en de koning te rijk bovendien.

Ik had haar nummer en ze was jarig. Dit resulteerde als vanzelfsprekend in een ‘van harte gefeliciteerd met je verjaardag, kus kus kus’-berichtje van mijn kant. Drie uur lang zat ik als een nerveuze matroos naast mijn telefoon mezelf af te vragen waar het sms’je terug bleef. Uiteindelijk was het daar. Het berichtje terug. Na het lezen van het berichtje bleef ik achter als een zielig hoopje zeevaarder (maar eigenlijk was ik dus geen zeevaarder). Waar ik een berichtje verwachtte met als inhoud iets als ‘eej! trouwens! ik moet jou nog ff de weg naar het land van melk en honing wijzen!’ ontving ik de tekst ‘ey, bedankt! –xxx-’.

De beste stuurlui staan aan wal, dat was vroeger al zo (in de tijden van weleer) en dat is nu nog steeds zo. En aan wal staan deed ik. Té bang was ik om haar mede te delen dat zij de vrouw was met wie ik gelukkig wilde worden. Het enige wat ik deed was daar staan, een beetje de beste stuurman uithangen. En wat doen zeemannen wanneer ze aan wal zijn? Juist. Zuipen. Zo ook ik. Maar daar waar ik had verwacht dat de alcohol mijn remmingen en angsten zou wegnemen, werd ik juist banger en zenuwachtiger. Het was alsof er een vergrootglas op mijn emotieplekje werd gelegd. Ik verlangde naar haar, sterker dan dat ik het ooit gevoeld had en tegelijkertijd durfde ik mijn gevoelens niet aan haar te openbaren, doodsbenauwd dat ik met mijn dronken zeemanshoofd de verkeerde dingen op de juiste manier zou brengen en de juiste zaken op foute wijze. Het leek wel alsof er teveel gevoel tegelijk in mij aanwezig was, alsof het een uitlaatklep zocht. En op dat moment kwam er een dame langs, van wie ik zeker wist dat zij mij níet de weg naar het door melk overstroomde land kon vertellen, en ze keek mij zwoel aan. De lust en het verlangen in mij - al waren ze op een ander gericht geweest - namen de controle over mijn lichaam en ik zoende haar. Metéén daarna protesteerden liefde, angst en gezond verstand tegen de begane actie en ik duwde de dame weer van mij af. Bang, verdrietig en bovendien strontlazerus zwalkte ik vervolgens richting de jonkvrouw van wie ik wist dat zij mij de weg naar ‘het land waar de verzadigde honingraten in beken van koele melk ronddrijven’ ooit zou vertellen.

Achteraf bekeken kwam het voorval op mijzelf als zeer ondoordacht over. Dus schade-herstel-sms’jes waren weldegelijk nodig. Lieve lezertjes, wat was ik op dát moment blij dat ik geen zeeman was uit de tijden van weleer, maar gewoon een jongen met een mobiele telefoon. Mijn ondoordachte dronken acties hadden blijkbaar toch ergens een rimpeling in het water gebracht, want sindsdien is het heen en weer sms’en tussen mij en de vrouwe die de routekaart richting de gegratineerde geitenkaasjes met honing in haar bezit had, niet meer geëindigd.

Toch heb ik ‘het land waar de koeien op verzoek een glas melk voor je vullen en waar de bijen je boterham met honing besmeren’ nog niet gevonden. Tot mijn grote ontsteltenis heb ik moeten concluderen dat het niet zo eenvoudig is. Er is niemand die de weg weet, ook zij niet. Toch zijn we samen wezen zoeken, en éven dacht ik ook dat we het gevonden hadden, dat het ultieme geluk bereikt was. Maar op het moment drijven we weer doelloos rond op zee, niet wetende welke koers we moeten aanhouden. Wanneer ik omkijk zie ik daar nog piepklein in de verte de haven liggen. Als ik haar aankijk raak ik vertwijfeld, vooral ook omdat ik merk dat zij twijfelt aan mij. Misschien heb ik mij toch vergist, misschien moet ik bij een andere schone zijn voor de weg naar het land van melk en honing. Maar misschien moet ik dat niet willen vinden en gewoon genieten van onze gezamenlijke zoektocht.

Ik mag dan wel geen echte zeeman zijn en zij mag misschien net als ik geen flauw idee hebben hoe het land van melk en honing te vinden, ik zie wel waar het schip strandt.

Schrijver: Ornor, 11 februari 2006


Geplaatst in de categorie: liefde

3.3 met 3 stemmen 930



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)