Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een brandend vuur

We zijn buren, en toch heb ik het gevoel dat hij heel ver van mij afwoont. Slechts een wand scheidt onze woningen. Maar onze harten bereiken elkaar niet, daartussenin staat een hoge muur die niet gauw te doorbreken is.

Ik was al maanden verliefd en verzon allerlei smoezen om de man eens uit te nodigen.
“Je moet hem op de koffie vragen”, zei mijn vriendin eens tegen me. “Nee”, zei ik, “dat is typisch iets voor vrouwen”. “Je zegt gewoon dat jij je erg alleen voelt”, gaf mijn zusje me als advies mee. “Dat valt te veel op”, was mijn reactie.

Bijna elke dag zag ik hem. Vooral zijn mond viel me telkens weer op. Een brede volle mond. Als hij lachte straalde er een bepaalde sensatie vanaf. Ik zou zo graag die mond eens willen kussen, al was het maar voor heel even.

Ik was al een paar dagen uit mijn doen, misschien kwam dat door mijn verlangens naar mijn buurman. Maar dat wou ik niet erkennen en ik weet het aan de weinige nachtrust die ik heb gehad.
Hoe het ook wendt of keert, ik maakte een domme fout. Toen ik 's avonds naar bed ging en zo als gewoonlijk alle deuren controleerde, vergat ik mijn gammele kachel uit te doen. Hij stond op de hoogste stand en daar pal bovenop lag de Telegraaf.

Een grijze rokerige massa kroop naar boven de trap op. Een sterke geur verspreidde zich door mijn huis naar buiten. Ik merkte het niet, ik was in een diepe slaap. Wel ging mijn rustige ademhaling steeds sneller

Uche.. Uche.., ik begon hevig te hoesten. Mijn ogen prikten. Plotseling werd ik wakker. “Wat was er in vredesnaam gebeurd?” Overal zag ik rook in mijn slaapkamer. “O nee! Mijn huis staat in brand!” “Help me!”, gilde ik.

Ik dacht dat niemand mij zou horen. Mijn mobiel lag beneden op de tafel, datzelfde gold voor mijn huistelefoon. Ik kon niet bij het raam komen. Een traan gleed over mijn wang. Ik was verloren…

Ergens boven mijn ogen zweefde een gezicht, een gezicht met een brede mond. Dit keer lachte die mond niet. Ik opende mijn ogen en keek hem aan. Het was mijn buurman. Hij stond naast mijn bed. Een vreemd bed…

“Je leeft nog”, zei hij ernstig, zijn stem klonk hees. “Het leek wel of mijn hart stil stond toen ik je huis zag branden”, vervolgde hij zijn verhaal. “En het eerste wat ik deed was je deur intrappen”. Hij pakte mijn hand. Ik begon te huilen, mijn mond beefde.

Mijn buurman boog zich voorover en streelde mijn wang. Zijn hoofd was heel dichtbij.
“Stil maar”, suste hij op een geruststellende toon. Ik sloeg mijn armen om hem heen en fluisterde: “Je hebt mijn leven gered. Hoe kan ik je bedanken?” Hij boog zich nog verder voorover zijn mond vlak bij mijn oor. “Kus me!”, fluisterde hij.

De wonden op mijn armen en hoofd deden pijn. Alles deed pijn behalve mijn hart. Mijn ogen glommen. Ik drukte mijn lippen op zijn mond, en proefde de smaak van zijn liefde.

De adrenaline stroomde door mijn lichaam. Ik voelde me zweverig en zag allemaal sterretjes voor mijn ogen.
Mijn lichaam deed pijn door het verterende vuur. Maar in mijn hart zwol een ander vuur, er brandde liefde.

Schrijver: Paula, 11 februari 2006


Geplaatst in de categorie: liefde

2.7 met 20 stemmen 1.691



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)