Schildknaap
Met gewrichten van was, met pezen van rubber,geladen als de kat voor de sprong, dans je plaagziek, in een cirkel rond mijn vastgeschroefde voeten.
Ik hap, een tandeloze dwerg. Ik drijf de fluwelen klauw in jouw schonken van ijs, weerbarstig tot in het merg, maar het zweet van mijn verzet maakt je uitzinnig. Je zindert van een kil genot. Je zwerft langs de gekartelde zoom van jouw eucalyptuswoud dat uitdijt in de late schemer. Rond jouw mondhoeken lees ik een verbod. Mijn lippen wijken maar de prop knelt in de krop. Jouw aders zijn gloeidraden, een verraderlijk palet van violet en vaalblauw. Ik hoor de raaf krassen op de bodem van jouw bekken. Jouw schilferige elleboog stropt mijn luchtpijp dicht. We vechten verstomd, een minuut houd ik het vol, in mijn slapen gonst een mug, als door een olielamp aangezogen. Dan zwichten mijn knieën en gorgel ik, een blaas van bloed knapt in mijn keel. Ik spartel in het stof, een schildknaap die zijn striemen telt. Jouw angel verzweert in mijn navel.
Geplaatst in de categorie: liefde