Verontwaardiging
De dokter boog voorover met een vette knipoog en snoof, een verdoken teken van ongeduld. Hij schoof een naamkaartje, een stille uitnodiging, over het granieten blad van zijn bureau. Even later wrikte hij de schaar van mijn knieën open, blies in mijn scharlaken oor, woelde onder zijde en scheurde het kanten slipje van mijn dijen. Schilfers huid onder zijn nagel.
De flikken ontfutselen het geheim, de droesem van een gesmoorde herinnering. Ze bezweren haar met een slinger en een bariton om te vissen in de troebele vijver, waar de schrik zinkt.
Ze zonk weg in een alerte sluimer.
In de nummerplaat van de vluchtwagen ontbrak een letter.
Een glazen oog las mijn lippen, een plastic oorschelp ving elke buiging van mijn stem. Bewijzen sprokkelen.
Het komt terug. Ik kokhals in de wolfsklem van zijn omhelzing, de loze pogingen tot troost achteraf.
De Orde, een waanwijze raad van witte kielen, bakent de schutkring af met wierook. De zielenknijper mag terug naar de spreekkamer. “Een paar jaar met uitstel”, hamert de rechter. Het volgende slachtoffer zit in de wachtzaal.
Eén dag staat de vette kop op de voorpagina van de krant. Eén dag later staat het in de marge, tussen de rouwberichten, de ramkraken, de brandende loodsen, de beurstabellen, de blikschade. De knelpunten verdringen zich. Ondertussen nadert hij en flirt en fleemt. De kneedbom kleeft aan zijn vingers.
Geweld woekert sneller dan wilde wingerd.
Geplaatst in de categorie: geweld