De illusie van communiceren met taal
Als aan een kind bijvoorbeeld wordt gevraagd: ‘ Waarom doe je dit nou’, zegt het vaak simpelweg ‘daarom’. Als ‘daarom is geen antwoord’ het repliek is gaat het fout. Juist met dit krachtige en meest verhelderende woord in onze taal is eigenlijk alles wel gezegd.
Een kind is niet geïnteresseerd in antwoord geven, het wil gewoon zijn gang gaan, lekker spelen en vooral leven. Maar ongevraagd en met een persisterende dwangmatigheid wordt de werkelijkheid zoals het gekend wordt toch aan het kind opgelegd, met behulp van de taal. Als het kind kan praten zal het vragen gaan stellen, de oprechte bron van waaruit wordt gesproken is onmiskenbaar. De oprechtheid in de antwoorden van volwassenen schiet, hoe goed ook bedoeld, vaak jammerlijk tekort. Het kind doet zijn best om de werkelijkheid te leren kennen, maar beetje bij beetje wordt het bestolen van de waarheid, met de taal als boosdoener.
Het onderscheid tussen waarheid en werkelijkheid is belangrijk. De waarheid is onomstotelijk en niet aan de tijd verbonden. Eens kenden we het allemaal, maar bij de één zit dit nu net iets dieper verscholen dan bij de ander. Maar de waarheid heeft het in zich om gemanifesteerd te worden, en aangezien we kunnen praten wordt vaak gepoogd het te verwoorden. Wetenschap, religieuze teksten en romans, ze doen niets anders. Deze taalproducten creëren een werkelijkheid die we voor waar aannemen. Dit kunstmatige construct is echter tijdelijk, het wordt herschreven, weerlegd of genegeerd. Maar de intenties zijn normaal gesproken goed, zoals dat ook geldt voor de communicatie met taal. We denken elkaar te begrijpen, maar zwijmelen in een eigen gecreëerde werkelijkheid die niet te toetsen is aan die van de ander. Taal is illusionair, dus ook de communicatie die hierop gebaseerd is.
Wittgenstein (om er maar eens een filosoof in te gooien) merkte al op dat taal niet het spiegelbeeld is van de wereld. Taal heeft haar eigen regels en legt die zelf aan de werkelijkheid op. Hij zag ook dat objecten waarover we spreken geen relatie hebben met de wereld waarin we leven. Als we over objecten spreken beelden we ons een geestelijke inhoud in, hij noemde dat de ‘mythe van de betekenis’. Als twee personen praten over een rode roos, is het hoogst onwaarschijnlijk dat ze over hetzelfde praten. Dit is niet te controleren, er is immers geen relatie buiten onze gedachten en associaties. Onze verblijfplaats is de illusie die door taal wordt gecreëerd, en dat is eigenlijk best eenzaam. Al met al raken we verder verwijderd van de waarheid, hoe meer we praten hoe troebeler het wordt. Poëzie is misschien wel het meest betrouwbare taalproduct, taal is hier een ondergeschikt hulpmiddel in de communicatie. En dat is de juiste plek.
Maar als taal ongeschikt is om te communiceren, hoe dan wel? Het antwoord is eenvoudig: luisteren. Zoals ik al zei heeft de waarheid het in zich om van zich te laten horen. De waarheid en datgene wat je wilt weten wordt toch wel verwoord, desnoods tussen de regels en woorden door. Het is een subtiel luisteren in opmerkzaamheid. Als kind kon iedereen dit al, het is de kunst van het herontdekken. En als er toch waaromvragen worden gesteld hebben we altijd nog het prachtige ‘daarom’ om de opdringerige werkelijkheid te slim af te zijn.
Vergeef me de zonde dat ik dit stuk met behulp van taal heb verwoord, ik stel je dan ook voor om het zo snel mogelijk te vergeten.
Geplaatst in de categorie: taal