Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Pijn

In huize Oorschot hing een feestelijke sfeer; morgen zou zusje Ilse zeven jaar worden en broer Karel had het al prima voor elkaar: een puppy zou ze krijgen!
Aan de ontbijttafel begon hij erover: ‘Hartstikke leuk voor dat kind, komt ze eens buiten de deur.’
‘Wat bedoel je, wijsneus?’ vroeg pa.
‘Dat ze de godganselijke dag zit te lezen, straks moet ze dat beest uitlaten, is gezonder voor Speknekje.’
‘Ik heb liever dat jij je zus niet meer zo noemt,’ zei ma, ‘en dan nog iets: wie laat dat beest uit als Ilse geen zin heeft, jij soms?’
‘Ik?’
‘Jij ja, ik doe ’t niet.’
‘Maar ik heb geen tijd, na de vakantie naar de brugklas,’ zei Karel gewichtig.
‘Zozo… jaja… je vader heeft ook nooit tijd… laat me raden wie hier in huis voor deze klus gaat opdraaien.’
‘Mag ik ook iets zeggen,’ zei pa vanachter de krant, ‘Ilse is morgen al jarig, waar denk jij zo gauw een pup vandaan te halen?’
‘Uit de dierenwinkel, waar anders, niet uit de supermarkt.’
‘Hoor jij eens even, zo’n toon wens ik niet…’
‘Ssjjjt…,’ fluisterde ma, ‘daar komt Ilse, laten we gauw beslissen – wat mij betreft kan de pup komen, maar om de beurt uitlaten, brugklas of niet. Beloofd?’

De volgende dag gingen pa, Karel en Ilse naar de dierenzaak. Meteen liep Ilse naar het hok waar zeven puppy’s knus tegen elkaar aan lagen.
‘Die, die wil ik hebben, o wat een liefje, wat heeft ie mooie kleuren, van alles wat, en wat een lieve oogjes!’
‘Wordt het een grote?’ vroeg Karel.
‘Dat zou ik denken, jongen,’ zei de handelaar, ‘een Duitse herder!’
‘Vals?’ vroeg pa.
‘Vals? Absoluut niet, ’t wordt de liefste waakhond die u zich maar kunt voorstellen, meneer.’
‘Hmmm. Waakhond. Lief?’ bromde pa, ‘Afijn, ’t wordt Ilse’s hond, zij mag beslissen.’

Thuis wachtte ma hen op. Net als Ilse vond zij het een prachtbeest. ‘Apart, al die tinten bruin, ’t staartje is het bruinst, zie je wel, Ilse, maar nu gaat ie eerst mee naar de keuken.’
‘Nee. ’t Is míjn hond, hij wil het liefst in mijn kamer zijn!’
‘Jaja, glimlachte ma, ‘maar Ilse, hij moet nog zindelijk worden, hij moet echt de keuken in, daarna krijgt ie het hele huis tot zijn beschikking.’
‘Besg… ?’
‘Ik bedoel dat ie dan overal mag komen waar ie wil. Ook op jouw kamer, dus.’

Het puppy, Angel genoemd, had vaak pijn. Hij liet daarvan niets merken bij de wandelingen die het kleine meisje en de jongen om beurten met hem maakten; hij voelde aan dat ze hem lief vonden.
Maar zou dat nog zo zijn als hij zijn pijn liet merken?
Als hij liet merken dat hij liever in zijn mandje bleef liggen?
Misschien zouden ze hem dan stout vinden.
Stout.
Dat woord kende Angel, want de vrouw zei dat tegen hem als hij aan de dingen in het huis knabbelde.
Het liefst werd hij door het meisje uitgelaten. Zij liep rustig en bleef af en toe staan om hem over zijn kopje te strelen.
Met de jongen was het wandelen een stuk moeilijker; hij moest steeds achter een bal aanrennen en die snel terugbrengen.
Pijn.

Angel was nu zes maanden. Doodongelukkig voelde hij zich. Hij kwam niet meer uit zijn mand, want de pijn was er nu voortdurend.
Er was ook een erger soort pijn: de mensen gaven hem te eten, gingen vaak met hem naar de dierenarts, maar ze hielden niet meer van hem.
Zelden kwamen ze bij zijn mand staan om hem te strelen of te knuffelen.
Er waren nu nog maar vier dingen in zijn bestaantje: eten, slapen, naar de dierenarts gaan en…
Pijn.
Het ergste vond Angel dat het meisje niet meer naar hem omkeek. ’t Was net alsof zij een beetje bang voor hem was, vies van hem was.

Karel stond naast zijn zusje. Samen waren ze in de wachtkamer van de dierenarts. Ilse zat in een stoel, hij sloeg een arm om haar heen toen zij zacht begon te huilen.
’t Was een moeilijk gesprek geweest, gisteravond met pa en ma. Pa had ernstig gezegd dat het beter was om Angel “in te laten slapen”.
Karel liet Ilse even los, liep vlug naar de deur van de behandelkamer en zette die voorzichtig op een kier.
Nu verstond hij de dierenarst duidelijk, al begreep hij lang niet alles van wat die tegen pa en ma zei – hij hoorde woorden als broodfokkers, ongeteste ouders, aangeboren gebreken, heupdis… heupdisplaasie?
Toen Karel iemand naar de deur hoorde lopen, liep hij snel terug naar Ilse.
De dierenarts stond in de deuropening en wenkte hen – ‘Kom maar binnen,’ zei hij vriendelijk.
Karel keek eerst naar Angel. Die lag hijgend op de behandeltafel. Toen keek hij pa aan… was Angel nog te helpen?
Pa scheen zijn gedachten te raden en schudde even zijn hoofd.
Ma stond bleek naast hem.
De dierenarts keek Ilse ernstig aan. ‘Ilse… ga maar afscheid nemen van Angel.’
Heftig van nee schuddend snikte Ilse nu voluit.
Ma maakte een aarzelende beweging, de dierenarts zei mededogend: ‘Ilse, hij heeft te veel pijn om in leven te blijven.’
Karels gedachten raasden door zijn hoofd… als Ilse geen afscheid van Angel zou nemen dan zou zij, als ze wat ouder werd, dit zichzelf nooit vergeven… pa en de dierenarts waren misschien te nuchter om dit aan te voelen, ma te weifelend om op te treden… nee, hij, Karel was nu de verantwoordelijke…
Hij pakte Ilse liefdevol bij de hand – ‘Angel heeft je nodig, Ilse, laten we samen naar hem toegaan.’
Hij legde zijn hand op het kopje van Angel. ‘Kom. Leg je hand maar over de mijne. Dan kun je later altijd zeggen: toen mijn hond mij nodig had, was ik er ook.’

De dierenarts gaf Angel een snelle prik in zijn voorpootje.
En terwijl het hondje de drempel van leven naar dood overschreed, overschreed Karel de drempel van jongen naar man.

Maar dat wist hij zelf nog niet.

Schrijver: Femmy, 28 oktober 2006


Geplaatst in de categorie: dieren

4.1 met 9 stemmen 821



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
mies
Datum:
29 december 2006
ik vind het erg zielig maar in het echt kan het ook gebeuren dus als je een hond koopt, kijk dan eerst of hij/zij wel gezond is!!
Naam:
Femmy
Datum:
6 november 2006
Moralistisch, deze fictie, ik besef het.
Maar uit mijn hart gegrepen...
Ik hoop met deze fictie mensen te laten nadenken - nadenken over wat???

. Geen hond/kat of andere dieren uit een willekeurige dierenzaak kopen.
Nooit!
. Geen dier uit een krant kopen.
Nooit!
. Geen dier van een kennis van een kennis kopen.
Nooit!
. Jullie kunnen eenvoudig achter de genetische eigenschappen van een dier komen; dat is een kwestie van een boekje lezen over de specifieke rasgroep van jullie keuze.
. Daarna:
Een goede fokker zoeken. Een goede fokker voldoet tenminste aan de eisen van de rasvereniging;
bij overkoepelende organisaties kunnen jullie meer informatie vinden over de verantwoorde keuze van een dier.
. Bedenk:
Zoek geduldig - in dit verhaaltje - een hond is geen ding, geen willekeurig verjaarspresentje.
. Bedenk:
Er zijn onder honden meer dan 400 genetische ziekten - in bovenstaand verhaaltje is er sprake van heupdysplasie - en daar komen er per jaar naar schatting 10 procent bij als gevolg van de degeneratieve effecten van domesticatie.
. Denk er eens over na.
. Ja?
Naam:
Eva Mensch
Datum:
6 november 2006
Email:
Ik ben erg onder de indruk van dit verhaal. Ik hoop ook dat het mensen laat nadenken wat ze dieren aan kunnen doen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)