Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Sneeuwnacht

De oude man zat voor het raam, zoals hij altijd deed. Dag in, dag uit zat hij daar te staren naar voorbijgangers, of naar niets. De man zat daar maar oud te worden. Zijn familie had hem al lang verlaten, of was al dood. Vrouw, kind en hond waren dood of vertrokken naar de grote stad. Voor de dorpelingen was hij onmisbaar, al hoewel ze nooit bij hem langs gingen. Maar wie had ook zo'n gruwelijk ongeluk kunnen voorstellen? Hij was als een rots, een grote kei die al eeuwen op dezelfde plek lag. Dat de man op een dag verdwenen was, kwam dan ook als een grote schok. Er was geen lijk gevonden, alleen zwart bloed. Het zwarte bloed zat overal op, zodat het hele huis van binnen zwart was. De priester had het nog gezegend, en geprobeerd de duivel in het huis te verjagen maar het bloed bleef er zitten. Zo werd het gammele huisje gesloopt.

De man zat voor het raam. Het verdriet dat hij al zolang voelde was deze avond sterker. Hij schuifelde wat om een fijne houding te vinden en bleef zo zitten. Buiten sneeuwde het, de kinderen waren die dag bezig geweest met een sneeuwpop te bouwen en een sneeuwballen gevecht te houden. Het deed de oude man niets meer. Vroeger vond hij het altijd zo leuk als de kinderen bezig waren, maar nu was hij te oud en vond hij het slechts hinderlijk. Die avond sneeuwde het zo erg dat hij buiten niets kon onderscheiden dan wit. De kou werd langzaam aan ergerlijk en de man besloot om de kachel nog wat op te stoken. Toen hij weer ging zitten zag hij zelfs geen vlokken meer vallen alleen wit. De man werd zich bewust van een zacht gerinkel. Vast een dorpeling die een kerstbel liet ringen. De oude man trok zich er niets van aan en ging zitten. Het gerinkel kwam terug, dit maal harder. De bel klonk akelig, en de man besefte dat dit niet zomaar een bel was. Het gerinkel vormde een ritme en er kwam gezang bij. Niet van een monnik of van een priester maar een eerder een hard rochelend geluid. Langzaam verscheen er een contuur van een lopende man tussen al het wit door. De oude man kon zijn gezicht niet zien omdat er allemaal lange natte, vieze haren voor hingen. Langzaam naderde het wezen. Vlak bij het raam keek hij op. De man schrok toen hij zag hoe het wezen eruit zag. Het gezicht was ooit menselijk geweest, maar was nu half verrot. Hier en daar waren de botten te zien, en er kroop een made uit zijn oogkas, waar ooit een oog gezeten heeft. Langzaam hief het dode creatuur zijn arm op. Toen lachte hij zijn verrote tanden bloot. Zijn lippen bewogen, maar de man verstond niet wat hij zei. Het bel gerinkel klonk er doorheen. De angst gierde door de oude man zijn ledematen. "Wat wil je? Wat wil je!", riep hij huilend. Opeens begon het licht te haperen, en viel uit.

De man kon nog net zien hoe er meer ondode wezen aankwamen strompelen uit de verte. Toen zag hij helemaal niks meer. De deur werd opengebroken, de man probeerde zich nog te verstoppen maar de ondode vonden hem. "Jij zult een van ons zijn!", rochelde er eentje. De man lag huilend op de grond, hij zag niks, hij moest zijn gehoor vertrouwen terwijl hij nog probeerde te ontsnappen. Hij werd getrapt, geslagen en op alles volgde een hard gelach. Toen pakte een van de grotere wezens hem op. De man kon niet zien wat hem oppakte, en misschien was dat maar goed ook. Een helse pijn treiterde hem. Vlak voordat hij zijn bewustzijn verloor werd de zaal in fel licht gehuld. De ondode creaturen gilde het uit. Het licht verdreef ze niet alleen, maar liet ze ook uit elkaar spatten.
De man besefte niet wat er gebeurde, maar toen alle demonen verdwenen waren werd het licht minder fel. Wat hem had gered was een engel. Het was een gespierde man, die er vriendelijk uitzag. Hij strekte zijn arm, en hield zijn hand voor de man. "De tijd is daar, oude man. Kom met mij, naar uw vrouw!" De man dacht er niet eens over na. Als een sprong in het onzekere strekte hij ook zijn arm en pakte de hand van de engel.

Schrijver: Boris, 22 november 2006


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

2.7 met 7 stemmen 768



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Boris
Datum:
2 februari 2007
Ik heb er mijn best op gedaan moet ik zeggen

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)