Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Josefien Collet

‘Waarom moet Jennifer ook altijd alles bederven? Waarom moest ze zonodig Monica vertellen over het smsje van Annemarie?’, denkt Jaap terwijl hij zijn Audi A6 de oprit op draait. De sfeer in huis was na het telefoontje drastisch veranderd. Van zijn eens zo ruimdenkende, begripvolle vrouw was weinig meer over. Al die tijd had Monica hem bewust genegeerd. Ze was zelfs op de logeerkamer gaan slapen. Sophie begon soms zomaar te huilen als hij een smsje kreeg en Bjorn trok zich steeds vaker terug op zijn zolderkamer. Hij had geprobeerd om vooral zo gewoon mogelijk te doen, eigenlijk alsof er niks aan de hand was. Annemarie had hij daarom ook maar niks verteld. Jaap opent met zijn huissleutel de strakgelakte voordeur. Op de mat ziet hij zijn zwartglimmende Samonite koffer staan. Hij weet meteen hoe laat het is.

Op het naambordje dat aan de voorgevel is bevestigd, leest Jaap: J. Haarhuis-Collet. Josefien Collet doet de deur dicht. Jaap staat onwennig met zijn handen in zijn zakken in de hal. Hij kijkt op zijn nieuwe Cartier horloge dat hij laatst van Kees en Gerrit-Jan voor zijn verjaardag heeft gekregen. Het is net iets na negenen. Er is weinig veranderd sinds hij hier voor de laatste keer kwam. Een hele rij familiefoto’s hangt in gouden lijstjes op het bloemetjes behang. Op een van de foto’s herkent Jaap zichzelf. Hij moet een jaar of tien zijn geweest, een stoere schooljongen strak in uniform. De zwartglimmende Samsonite koffer zet hij in de hoek onder de kapstok. Zijn leren jas hangt hij naast een dik gebreid damesvest.
Vanuit zijn ooghoeken kijkt hij eens goed naar zijn moeder. Haar lange grijze haren verraden haar leeftijd. Op haar voorhoofd ziet hij rimpels die door de loop der jaren dieper zijn geworden. Alleen de twinkeling in haar blauwe meisjesogen, geeft haar iets jeugdigs. Ze is nog altijd even charmant. Het is net alsof ze Jaap niet ziet, niet beseft dat hij er is.
‘Hoi mam.’, zegt Jaap.
Zijn moeder frunnikt wat aan haar lange fluwelen rok met roesjes. Een kralenketting komt onder haar kleurige sjaal tevoorschijn.
‘Ben jij het?’, vraag ze zacht.
Jaap knikt.
‘Ja, ik ben het. Jaap.’, zegt hij terwijl hij door de donkerbruine deur de woonkamer binnenloopt. In het midden van de ruimte blijft hij staan. Achter zich hoort hij de voetstappen van zijn moeder. Het is warm in de kamer. Jaap doet trekt zijn colbertjasje uit en opent de twee bovenste knoopjes van zijn rozegestreepte Armami hemd. Als hij zich omdraait ziet hij dat zijn moeder nog in de deuropening is blijven staan.
‘Moosy is weg.’, zegt ze. Haar stem trilt even.
Jaap herinnert zich de grote harige kater, die altijd naast zijn moeder op de bank lag. Vaak had ze meer aandacht voor hem dan voor Jaap.
‘Moosy is weg.’, zegt ze opnieuw nu wat harder.

Nog voordat Jaap iets terug kan zeggen loopt zijn moeder langs hem af door de achterdeur de tuin in. Even later vindt Jaap haar zittend op haar hurken bij het schuurtje tussen een wirwar aan kruidenplanten.
‘Ik weet dat je hier graag bent, Moosy.’, zegt ze. ‘Kom maar. Kom maar hier.’
De oude vrouw merkt niet dat Jaap dichtbij haar is gaan staan.
‘Mag ik zolang weer hier komen wonen?’, vraagt hij voorzichtig. ‘Het is maar voor een tijdje.’
Het blijft stil. Josefien kijkt wezenloos voor zich uit.
‘Moosy komt niet. Hij is weg.’, zegt ze verbaasd.
Jaap slaat een arm om haar heen.
‘Alles komt goed, mam. Geloof me maar.’, zegt hij geruststellend.
Zijn moeder staat plotseling op.
‘Lust je thee, jongen?’, vraagt ze.
Met een zakdoek plukt ze wat brandnetel, die langs het pad groeit. Moosy lijkt ze even vergeten. In de keuken pakt ze twee aardewerken mokken, die ze vult met de versgeplukte kruiden. Als de fluitketel fluit, giet ze kokend water op de brandnetels.

Jaap is op de bank gaan zitten die voor het raam staat. Hij bekijkt afwezig de binnengekomen sms-berichten. Kort spreekt hij het antwoordapparaat van Holthuis, Haarhuis en Das in.
‘Ik ben er voorlopig even niet. Voor noodgevallen bereikbaar. Groet, Jaap.’, hoort hij zichzelf hardop zeggen. Hij merkt hoe zijn gedachten langzaam afdwalen.
Josefien komt de keuken uit met twee dampende mokken thee, die ze met trillende handen op tafel zet. Jaap ziet nu pas hoe moe zijn moeder er eigenlijk uitziet. Haar ogen staan diep in haar kassen. De twinkeling is verdwenen. Ze gaat naast hem zitten.
‘Mam, ik blijf een tijdje hier.’, zegt Jaap. Zijn moeder roert afwezig in haar thee. Met haar linkerhand aait ze over de lege plek naast haar op de bank.
‘Kom maar, Moosy. Kom maar hier.’, prevelt ze.
De stem van zijn moeder doet hem denken aan die van Monica, de vrouw waarop hij meer dan 1o jaar geleden verliefd werd. Het was liefde op het eerste gezicht geweest. Van beide kanten.
‘Mam, ik ....’ De ogen van de oude vrouw zijn dichtgevallen. Ze snurkt zacht. Een deken die Jaap ergens in de hoek van de kamer vindt, legt hij over haar heen. Het zachte bankkussen schuift hij onder haar hoofd. Dan staat hij op. In zijn broekzak voelt hij zijn mobiele telefoon trillen. Hij opent het binnengekomen sms-bericht.

Alles goed? Waar ben je?
Kom je nog?
XX Annemarie

Jaap zet zijn mobieltje uit. De koffer uit de gang neemt hij mee naar boven. In de kamer, die ooit de zijne was, gaat hij languit op bed liggen. Uren staart hij bewegingsloos naar het plafond.

Schrijver: Marianne
Inzender: Marianne Pepels, 29 november 2006


Geplaatst in de categorie: familie

2.2 met 4 stemmen 1.280



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Ep Meijer
Datum:
30 november 2006
Sorry, Marianne, ik kom niet verder dan de eerste alinea. Het duizelt me dan al van de namen die ik moet zien te onthouden. Geen touw aan vast te knopen. Overdoen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)