De pendule I
Ze liepen hand in hand te kuieren door de straten van dit kleine stadje op zoek naar iets dat in hun pas verworven huisje paste.
Ze liepen van het ene naar het andere curiositeitenwinkeltje op zoek naar, ja wat eigenlijk?
Het moest origineel zijn en een verleden hebben, zeg maar een verhaal kunnen vertellen.
Ze waren zojuist uit een winkeltje al proestend naar buiten gekomen, binnenin durfden ze zich niet bloot geven maar hier buiten konden ze zich niet meer inhouden.
Toen ze het winkeltje betraden en er even rondkeken zagen ze een kaal kopje vanachter een gordijn even piepen komen. Even later kwam diezelfde man weer te voorschijn en vroeg op een bijna slaafse wijze hoe hij hen van dienst kon zijn.
Nu het was niet de wijze waarop hij zijn diensten aanbood, maar wel het toupetje dat hij achterste voren droeg en hem een lachwekkend figuur liet slaan.
Nee, ze hadden niets gevonden dat aan hun wensen voldeed of aandacht trok, dus op naar het volgende zaakje.
Het was al veel later dan verwacht maar ze zouden nog een antiekzaakje bezoeken en als ze daar hun gading niet vonden, tja, dan moesten ze het zoeken even uitstellen.
Ze liepen hand in hand zoals het een jong en verliefd stelletje betaamt naar het volgende winkeltje.
Dit zaakje lag bijna op het einde van de straat en het was lager gelegen dan al die ander winkeltjes hier, je moest dan ook twee treden naar beneden stappen.
Dit was nu echt een dergelijk donker antiekzaakje waar je je ogen bijna in hand moest nemen om iets in de wirwar van oude spulletjes te kunnen ontwarren.
De man die hen ter hulp schoot was, evenals de meeste anderen, een zestiger, maar hij was niet zo smoezelig gekleed als zijn medestanders, hij was anders, iets meer excentriek gekleed.
Zijn sonore stem en het dialect verrieden hij dat hij niet van hier afkomstig was maar eerder uit het noorden van het land.
Hij begroette het jonge stel met enige afstandelijkheid en vroeg waarna ze eigenlijk zochten.
"We willen eerst maar eens rondkijken en de sfeer hier opsnuiven" was het antwoord van Franck, die meteen de daad bij het woord zette.
Het jonge paar liep doorheen de winkel en men overlegde bij sommige spulletjes of het wel bij hun interieur paste; na een kwartiertje rondgeneusd te hebben vonden ze iets dat hen wel aanstond.
Nu moest er over de prijs verhandeld worden, en dit ging niet van een leien dakje.
De handelaar legde hen uit dat juist dit stuk van een zekere waarde was, want de naam van de kunstenaar was er handmatig ingegraveerd, met datum en alles, zoals hij hen dan ook liet zien.
Na heen en weer bieden kwamen ze eruit en werd de aankoop bekrachtigd met een echtheidscertificaat en garantiebewijs, dit laatste voor het geval er iets niet functioneerde.
De aangekochte pendule van Franse makelei en volgens de datum uit de tweede helft van de negentiende eeuw, werd netjes ingepakt in krantenpapier en met een koord bijeen gesnoerd.
Het jonge stelletje was in zijn nopjes met deze mooie aanwinst die dan ook nog eens het prestige van hun gemeenschappelijke woonst zou verhogen.
Kirrend en fluitend liepen ze terug naar hun wagen die ze ergens op een plein hadden achtergelaten, ze waren ook zo verdiept naar iets moois aan het zoeken geweest dat ze de standplaats helemaal uit het oog verloren hadden. Na heen en weer vragen kwamen ze bij de rode bolide aan. Daar werd de in krantenpapier gewikkelde pendule omzichtig op de achterbank gelegd.
Geplaatst in de categorie: emoties