Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een nieuwe broek 2/2

Als ik op school kom is het al ver over half negen en het zou stil moeten zijn voor de school, maar op straat zie ik iedereen druk met elkaar in gesprek. Er heerst een nerveuze spanning. Ik hoef niets te vragen. Ik zoek mijn klasgenoten op en luister naar de ontgrendelende waarheid.

Als we even later in de klas zitten, hoor ik hoe het precies gegaan is. Hij reed naast een andere jongen. Hun sturen raakten in elkaar en ze vielen allebei een kant op, hij tussen de wielen van een vrachtwagen, de andere jongen viel op de stoep. Hij is dood en de ander met een shock naar huis gebracht. Waarom niet ook naar het ziekenhuis, denk ik.

Ik zie opnieuw het beeld van het stuur dat onder de deken uitsteekt. Als op een groot beeldscherm zie ik steeds opnieuw het stuur, waar een vreemde knik in zit, alsof het verbogen is tot een vraagteken. We praten de hele morgen over het ongeluk. Van lesgeven komt niets meer. De klassenleraar weet ook niet goed wat hij er mee aan moet. Hij is zelf waarschijnlijk net zo van slag als wij, weet ook niet wat goed is om te doen. We willen alleen maar praten, want iedereen weet een klein stukje van het geheel en zo vullen we elkaars verhalen aan, in een sobere stemming die normaal gesproken niet bij ons past.

Als ik veel vroeger dan normaal thuiskom, zit de vrouw van de dominee achter de naaimachine. Ik vertel mijn moeder en haar wat er gebeurd is. Ze reageert heel ingetogen en meelevend. Dat kan ze heel mooi. Het is wel duidelijk dat ze al veel verhalen over de meest gruwelijke sterfgevallen in ernst heeft moeten aanhoren.

Het doet iets met mijn gevoel op dat moment en het belemmert mijn moeder in haar natuurlijke reactie. Het is alsof onze intimiteit geschonden wordt door haar serene aanwezigheid. Haar gedrag zegt mij dat het maar beter is dat ik wat afstand houd en dat ik me gedraag als zij in de buurt is. Pijnlijk voel ik dat ik dan zelf ook meer onecht ben, maar ik zie geen andere oplossing. Wanneer ze later die middag vertrokken is, kijk ik mijn moeder veelbetekenend aan, maar mijn moeder geeft geen krimp en ik waag het niet ook maar iets over de vrouw van de dominee te zeggen. Geen onvertogen woord komt over mijn lippen. We praten over het ongeluk, over die jongen uit mijn klas, over zijn ouders, over hoe erg het voor hen is. We praten niet over de vrouw van de dominee.

Later die week wordt hij begraven op Hofwijk. Ik ben opnieuw van slag: oude mensen gaan dood, niet jonge mensen. De mensen om mij heen zijn stil en wachten. Het is koud en dat is goed. Even later draait de lijkwagen met bloemenzee langzaam de begraafplaats op. Het grind knerpt onder de banden. Het geluid van het grind maakt de stilte nog dieper. Ik hou van grind. We lopen naar het graf. Even later zakt de kist. Ik stel mij voor hoe hij in de kist ligt. Ik loop langs het graf, ik kijk naar beneden, naar het blanke hout met de koperen handvaten. Ik zie de bloemen.

Dan draai ik mij om en maak mij los van de anderen, loop naar mijn fiets, haal hem van het slot en stap op. Ik rijd weg en kijk niet om. Ik kijk naar het stuur van de fiets van mijn oom, die ook dood is - die ook heel jong doodgegaan is – besef ik nu. Ik zie opnieuw de ogen van mijn moeder. De tranen in haar ogen - om haar broer, weet ik nu. En ik fiets zo hard als ik kan naar huis.

- Hoe was het? vraagt mijn moeder.
- Koud, zeg ik.
- Maar het was wel een mooie begrafenis?
- Het was een heel verdrietige begrafenis, zeg ik.
- Kom, zegt mijn moeder, je moet deze broek even passen. Die heeft mevrouw Baakman voor je gemaakt.

Schrijver: Ate Vegter, 28 april 2008


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.2 met 4 stemmen 527



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)