Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kwartiers gezaagd (deel2)

Ze glimlachte bij de herinnering en begon de trap af te lopen. Na de tweede trede hield ze stil bij de foto aan de muur. Lachend keken hun kinderen haar aan vanuit een ver verleden. Wat waren ze mooi en wat was ze trots geweest op hun vijftal.

Jammer dat het, enkele jaren na het maken van de foto, een viertal geworden was. Hun prachtige oudste zoon hadden ze moeten afstaan aan een verre oorlog. Nog steeds kon ze niet begrijpen waarom. Maar het deed er nu ook niet meer toe. Het verdriet was al lang uitgebloeid en had zijn zaad van weemoed en zoete herinnering gelijkmatig uitgestrooid in haar hart.

De enige pijn die ze nog voelde was die van de andere kinderen, voor wie het overlijden van hun grote broer een enorme schok was geweest die voorgoed een einde had gemaakt aan de onbevangenheid die ze nog uitstraalden op de foto. Op dat moment was zij als moeder niet bij machte geweest hen daar tegen te beschermen. Ze had destijds zelf moeite genoeg gehad om staande te blijven bij het alles overweldigende verdriet.

Maar met de jaren waren alle wonden gelukkig geheeld en had de liefde gezegevierd in haar gezin. Met z’n zessen waren ze verder gegaan en hun band was stevig genoeg gebleken om samen de pijn te overwinnen. Ironisch genoeg waren ze er als gezin zelfs sterker door geworden.

Enkele treden verder, hield ze stil bij het tegeltje met de spreuk die vroeger bij haar moeder boven de granieten wasbak had gehangen. Haar man had het een lelijk tegeltje gevonden. Ze had het nooit toegegeven maar ze was dat wel met hem eens geweest. Het was een goedkoop, kitscherig ding met onooglijke versiersels aan de randen. Maar de spreuk die er op stond was mooi: “Wie tegen de stroom in loopt, komt altijd bij de bron”. Telkens wanneer ze langs het tegeltje liep, was ze ontroerd geraakt door de waarheid van die woorden. Ze had geprobeerd om, net als haar eigen moeder, haar kinderen op te voeden met de wijsheid die sprak uit die ene zin. Ze geloofde dat ze daarin geslaagd was.

Langzaam liep ze door naar beneden. Halverwege de trap stopte ze en luisterde naar het rumoer dat opsteeg vanuit de woonkamer beneden. Er klonk gelach. Natuurlijk werd er gelachen. Haar kinderen en kleinkinderen hadden hun vader en opa verloren maar waren deze dagen tot de ontdekking gekomen dat het een feest geweest was om hem gekend te hebben. Tussen de tranen door passeerden alle mooie en leuke herinneringen aan haar man nog eens de revue. Allemaal hadden ze veel van hem gehouden en ieder had zijn eigen specifieke herinneringen waarvan ze elkaar nu uitgebreid deelgenoot maakten. Dat was goed. En zo zou de dood hen weer sterker maken en de onderlinge band verstevigen.

In de keuken klonk het geluid van flesjes bier die tegen elkaar tikten en het huis begon naar verse koffie te ruiken. Ze was altijd dol geweest op de geur van koffie. Het maakte haar rustig en gaf een gevoel van veiligheid en warmte.
Opnieuw klonk er vanuit de kamer gelach, gevolgd door instemmende kreten.
O ja, haar familie zou het zeker redden in de toekomst. Daarvan was ze overtuigd. Weer liep ze een klein stukje naar beneden en ging zitten op de vierde trede van onderen, recht onder de ingelijste plak eikenhout met het ingekerfde hart met een pijl erdoor. In hun verkeringstijd had haar man het met een zakmes gemaakt in de boom naast het bankje in het park. Zestig jaar later was hij in het donker stiekem teruggegaan om het symbool van hun prille liefde voorzichtig uit de inmiddels zeer oude boom te hakken. Hij had er een prachtige lijst omheen gemaakt en het haar voor haar vijfenzeventigste verjaardag als cadeau gegeven. Sindsdien had het hier onderaan de trap gehangen en iedere avond, wanneer ze naar bed gingen, had haar man er zonder iets te zeggen veelbetekenend met zijn duim naar gewezen met een ondeugende glimlach om zijn lippen.

Ze zuchtte diep en keek langs de trap omhoog in de richting van de slaapkamer.
“Lieverd”, zei ze zachtjes, “laten we nu samen naar ons bankje in het park gaan. Ik hoop dat de kinderen er aan denken: voor mij ook kwartiers gezaagd!” Ze sloot haar ogen en stierf vlak voordat de begrafenisondernemer aanbelde om haar man te halen.
Ze zouden samen op reis gaan.

Schrijver: Valenteijn Valeij, 1 juni 2008


Geplaatst in de categorie: liefde

2.5 met 6 stemmen 474



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)