Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Weer boven

Hij was twaalf toen er een ongeluk gebeurde. In het bedrijf van zijn vader, een kuiperij. Ooit de derde van het land, later failliet. Vijf en veertig man op straat, voorzieningen had je toen nog niet. Maar dat terzijde.
Een van de enorme zaagmachines was ongemerkt van zijn bouten losgetrild en Jos kreeg een cirkelzaag in zijn been. Het bungelde erbij.
'Eraf' zei de ene dokter. 'Kan altijd nog' zei de ander en hij begon met knippen en plakken. Nu is hij drie en zestig en loopt Jos nog steeds voorop. Zijn vrouw is eigenlijk wel eens toe aan wat anders, 'maar hoe lang kan het nog?'
Voorlopig overtreft hij nog menig generatiegenoot, gedreven als hij is om te laten zien wat je kan met een korter en raar been, dat er bijna aflag en afwas.

Ook ik heb het niet kunnen laten. Woemi ligt op het strand met haar jongen, probeert haar bleke vale huid iets kleur te geven. En ik? De bergen, natuurlijk de bergen. Vergeten zijn de ontberingen van vorig jaar, de kou, de darminfectie. In januari was het eindelijk eens helemaal over. Nu is het juli, en het zal toch niet weer alleen maar regen en narigheid geven.

Helemaal gek ben ik niet. Dat wildkamperen geloof ik wel. Het wordt een huttentrektocht. In de eerste hut hoor ik het verhaal van Jos, kijk naar zijn mismaakte knie. En zie de regen gestaag naar beneden komen.
Ik ben een dag te vroeg afgereisd om wat te wennen. Een lichte 'Einwanderung' te maken. Een beetje langs het meer, een beetje door het lieflijke stadje, zo dat soort dingen. Als ik 's avonds aankom na een vermoeiende rit besluit ik eerst aan te schuiven. Een dikke schnitzel met een grote pot bier. Geen haute cuisine hier op de camping maar allicht beter dan wat me boven te wachten staat. Een kleine oudere man neemt plaats aan de lange tafel Hij wacht beleefd met roken tot ik uitgegeten ben.

Op de hoogste berg rondom, recht tegenover de camping, staat een kruis. De man is pastoor blijkt, ook toerist. Hij komt hier al jaren en vertelt het verhaal van het kruis. Opgericht uit dank aan de Heer door katholieke jongeren die de oorlog overleefd hadden. Daarna twee, drie jaar geleden herbouwd. Ze zouden de pastoor erheen vliegen om het in te zegenen. Met een heli. Helaas, mist die dag en geen heli. Nu is hij te oud, te moe, te weinig geoefend in dat. Ik luister, rook met hem mee.

Ik loop wat door de zonovergoten straten. Klim een stukje. De berg lokt. 'Waar is het begin van de route?' vraag ik een bewoner. 'Zo laat nog?' vraagt ze, het is al warm. IK zeg dat ik om zal keren als het te laat wordt. Maar natuurlijk zal ik niet omkeren. Ik moet het voor hem doen heb ik beslist, gisteren al, zonder het meteen goed te weten.
De berg is niet hoog, maar de klim gemeen stijl. Het zweet gutst me van de kop. Dat stomme gerook ook. Mijn drinken heb ik al op voordat ik op de top ben. Toch doe ik twee en een half uur over een klim waar vier uren voor staan. Trots meld ik Woemi mijn prestatie. En voor de pastoor laat ik een foto maken. Ook voor mijn nichtjes natuurlijk, die me dat shirt met '40' hebben gegeven. Oom Jorrit kan nog wel wat.

Naar beneden volg ik een andere route. Weer een gemeen stijl stuk. Even roetsj ik weg. Even is het bijna gebeurd met de koopman. Even maar. Maar de Heer is genadig. Net als met die jongens die de oorlog overleefd hebben. Ook al vochten ze aan de verkeerde kant. Net als Hij was toen Woemi en ik bijna de dood werden ingereden. Zoals wel vaker. Voor de een wel, voor de ander niet. Daar boven heb ik altijd het gevoel alsof je Hem een hand kan geven. Echt mee lullen niet, daarvoor blijft het te ver. Bovendien, ik begrijp Hem toch niet. Die willekeur. Jos mocht zijn been houden, Woemi en ik ons leven.

Lullen, dat doe ik maar met mensen. De pastoor steekt nog maar eens een sigaret op. Ik niet, ik ben gestopt. Nu. 'Schön' zegt hij van mijn foto's. En hij lacht vilein als ik vertel hoe lang en hoe zwaar het was. Dat wist hij, de boef.

Jos douwt zijn knie weer onder tafel. Het eten komt. Een eenvoudig doch voedzaam maal. Tiroler Röstl, gebakken aardappels met veel stukjes vet spek. Echt hutteneten. En bier, mijn derde pul alweer. De laatste sigaretten heb ik beneden gelaten. Het is goed om weer boven te zijn.
Tot volgende week, Woemi.

Schrijver: jorrit, 20 juli 2008


Geplaatst in de categorie: vakantie

4.3 met 9 stemmen 533



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)