Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Mobiel

Woemi is nerveus. Ze heeft haar mobiel vergeten. Nu kan de jongen haar niet bellen. Niet dat hij het doet, kan ook niet, we zijn op een begrafenis. Maar dat hij het niet kan. Juist nu hij het moeilijk heeft. De jongen heeft zijn eerste bult in het leven opgelopen.

Het is de laatste tijd verdacht stil in huis, het is Woemi niet ontgaan. Op zijn kamer hingen vrienden uren om. Ze ziet ze nauwelijks meer. Jasper is druk hoort ze en Sven, ja, ach, niet alles heeft een reden. Resteert een Jenten. En juist die is ontslagen bij Karwei, om een gestolen reep. Woemi heeft het niet zo op die jongen, niet uit de buurt, gescheiden ouders, geen VWO, meer van dat soort dingen.
Maar met dat meisje had hij niks van doen. En het meisje is helemaal van de aardbodem verdwenen.
Daar is het gedonder natuurlijk mee begonnnen. Een meisje delen met drie, met of zonder seks, dat gaat niet lukken. Dan komt de oerdrift los. Woemi heeft nog proberen te waarschuwen. Maar een jongen van zeventien die naar z'n moeder luistert, no way natuurlijk. De mannen hebben ruzie gekregen, het meisje heeft gekozen, voor Sven. Tegen genoeg geld en een brommer helpt zelfs het VWO niet. Samen, en niet met z'n vieren, zitten ze deze kerst in Dusseldorf. Niet dat Woemi daar zo rouwig om is. Ze heeft hem graag bij zich. Het gevecht tussen vrouwen, tussen toekomstige schoondochter en moeder, zal hevig zijn.

De jongen zegt niks. Het is niet zijn stijl om ergens over te praten. Hij is tenslotte aan het oefenen in het man worden he. Een man in wording, kijkend naar voetbal en tekenfilms, elke onvoldoende afdoend met 'de hele klas heeft het slecht gemaakt' . Ja, ja, de hele klas is bezig met zitten blijven, zelfs Woemi gelooft niet alles meer. Studiekeuze, stageplaats, vakantiewerk, alles lijkt hem onverschillig. Verveeld zappend hangt hij op de bank.
'Het wordt nooit meer zoals het was' is het enige wat hij kwijt wil.
En hij bloost.

Alweer een begrafenis. Het moet geen gewoonte worden. Alweer die treurige gang naar een bijna leeg achterafzaaltje. Een oude, te jong gestorven buurman. Ooit sportjoekel en gelukkig getrouwd, daarna drank en minder gelukkig, scheiding, nog meer drank, rijontzegging, auto in de poeier, verkeerde vriendjes, zeg maar gerust penoze, lui die misbruik van hem maakten, van zijn behoefte aan geld en drank.

Ondergang in optima forma. Zijn kinderen zag hij op het laatst niet meer.
Ik heb nooit precies begrepen waarom. Ok, hij nam ze met zijn dronken kop mee in zijn auto, ok, hij nam ze mee in zijn bed waar ze chips vraten en tv keken en. Ja, wat. Ik blijf er een onprettig gevoel bij hebben. Hij was gek op z'n meiden zeggen ze steeds maar weer. Misschien wel te. In ieder geval, nadat hij ze nooit meer te zien kreeg ging het definitief bergafwaarts met hem. Steeds vaker 's nachts harde muziek of ander dronkenmanslawaai. Woemi was opgelucht toen hij z'n biezen pakte.

Nu niet. Nu voelt ze zich schuldig dat ze hem steeds met een of ander smoesje buiten de deur hield als hij weer eens belde. Dat hij in de detox ging bijvoorbeeld. Maar ze kon aan zijn stem wel horen dat het anders was. Volkomen zat. Een keer moest ze hem wel binnenlaten. Stond ie pontificaal bij haar voor de deur.
'Hoe ben je hier gekomen?' vroeg ze hem.
'Met de bus' loog hij. Wel of geen rijbewijs, het maakte hem niks meer uit. Hij had een vriendin, het ging goed met hem. Zijn handen trilden. Alleen die meiden, zijn meiden, als hij die nog maar eens kon zien. Woemi knikt begrijpend. De rest van de buurt heeft hem allang uitgekotst. Maar zij heeft altijd een zwak voor hem gehad. misschien omdat hij al zo jong zijn moeder verloren heeft. En daarna, hoe wreed kan het lot zijn, ook zijn vader. Omdat de mensen die hem uiteindelijk dus groot brachten niet zijn eigen ouders waren. En de naam die hij draagt niet zijn eigen naam. Net als Woemi, die de naam van haar vader kwijt is geraakt bij zijn dood, toen ze ingelijfd werd in het gezin van Cornelis.

Ik kijk naar de foto op zijn kist. Een jongen, beslist knap, met een duif op zijn arm. Net de jongen van Woemi met zijn kat denk ik.
Woemi staart even naar die foto waarna ze zich van de kist losmaakt en naar buiten beent. Ze is nu lang genoeg onbereikbaar gebleven, die mobiel, ze moet hem vast thuis op tafel hebben laten liggen.

Ik sluit me aan in een korte rij. Condoleer zijn oudste dochter, een bleke, magere spicht, haar ogen moe en ongelukkig, door een vriendje stijf gesteund. Ze herkent me niet.
'De vroegere buurman.' Ja, nu ziet ze het, zegt ze beleefd. Ik verontschuldig Woemi met een smoes. Ze heeft haar vader nog een keer gezien, verward en vastgebonden liggend in zijn bed.
En verder? 'Te moeilijk' zeg ik. Ze knikt, te moeilijk ja. Liever wat goede herinneringen ophalen uit vroeger tijd. Hoe ze met zo'n kutdriewielertje over het terras trapte en me wakker fietste als ik in de nachtdienst was en lag te slapen. Ze reageert nauwelijks. Haar ogen kijken dof en leeg langs me heen. Vriendje houdt haar nog steviger vast.

De vroegere buurman, uit die gelukkige jaren. Hoe onhandig kan ik zijn. Keer terug naar de kist, naar de jongen en zijn duif. Nog even en hij zal hem loslaten, laten vliegen, de weide wereld in. Maar waar hij ook naar toe mag vliegen, ooit zal hij terugkomen. Komen die vrienden het huis weer binnengestommeld om teveel bier en sigaretten met elkaar soldaat te maken. Worden er weer films gekeken en naar muziek geluisterd. Zal er vast ook wel weer een meisje zijn, of meer.

'Waar blijf je zolang?' Een sms, Woemi heeft haar mobiel gevonden. Ze heeft gelijk, het is tijd om naar huis te gaan.

Schrijver: jorrit, 4 december 2008


Geplaatst in de categorie: sms

3.8 met 16 stemmen 2.230



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)