Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Vroeger moest ik...

“Waag het niet uit je bed te komen,” had vader gezegd...

Als ’s avonds het licht in zijn kamertje uitgaat en hij alleen achterblijft, knijpt het jongetje zijn ogen stijf dicht en duikt op zijn rechterzij met zijn hoofd diep in het kussen weg. Meteen hoort hij het vertrouwde kaboem, kaboem...: het ritmisch gedreun van zijn eigen hart in de dichtgeplooide oorschelp.

In zijn verbeelding is het een geheimzinnige man, die vastberaden voorbijgaat en blijft voorbijgaan - kaboem, kaboem - en het luisteren naar deze onzichtbare wandelaar brengt hem telkens tot rust. Alleen wil dát vanavond niet zo goed lukken, want van buiten dringen opgewonden geluiden tot zijn kamertje door: het roepen van jongens, het schuifelen en rennen van voeten.
De kleine jongen heft het hoofd en spitst de oren. Ja, ze zijn er weer... ze zijn aan ’t voetballen op straat!

In een wip is hij uit bed en op de stoel bij het raam, schuift het overgordijn opzij en draait even later het venster zacht piepend open. Voorzichtig, met de armen steunend op het vensterblad, leunt hij naar buiten en tuurt nieuwsgierig in de diepte. Onmiddellijk houdt de rollende bal zijn blik gevangen en tovert een frisse glimlach op zijn gezicht.

Hij zit er al een tijdje als één van de jongens het merkt en een buurvrouw gaat verwittigen. Maar de kleine toeschouwer heeft dit niet in de gaten en merkt ook niet dat even later bij hem thuis de deurbel rinkelt; zó gefascineerd is hij door het schouwspel beneden. En hoewel het inmiddels aan het schemeren is, voetballen de jongens onversaagd verder terwijl hun schaduwen zich op de grond stilaan in verschillende richtingen beginnen af te tekenen door het nog schaarse licht van de pas ontstoken straatlantaarns. Dit spel van licht en schaduw en het rumoer van de spelers in de straat slorpen het jongetje zodanig op dat hij in gedachten wegdrijft naar de voorbije middag op het plein van het Wijngaardschooltje met de hoge boom, de onbereikbare appels; en de juffrouw, die daar geen oog voor had... het is woensdag, tien voor twaalf...

***

Hij ziet hoe zuster Rita - met haar hypocriete lachje - naar hem toekomt. “Vertel eens vent,” polst ze, “hoe gaat het met jouw nieuwe zusje?“
“Goed zeker...,” zegt hij, terwijl hij haar de rug toekeert en wegrent.
Midden op het schoolplein gaat hij voor de zoveelste keer die week hoog op de tenen; zijn grote ogen vol verlangen. Hij reikt met één hand; met nog een hand… maar ook vandaag kan hij niet aan de lokkende vruchten. En niet één die er wil vallen.
Ria ziet het en fronst de wenkbrauwen.
“Merkwaardig kereltje,” zegt ze tegen de directrice, die inmiddels naast haar is komen staan. Deze beaamt in stilzwijgen met een haast onmerkbaar hoofdknikje: bang dat háár appeltje er wél zal afvallen...

***

De kleine jongen schrikt als twee grote handen hem plots vastgrijpen, maar spartelt niet tegen. Neen, dat ligt niet in zijn aard. ‘Broertje wordt immers graag vertroeteld’ en kan een extra knuffel best verdragen; zeker nu dat die nieuwe zus roet in het eten is komen gooien en hij naar de ‘kleinste kamer’ werd verbannen. Maar nee, hij wordt kordaat op de grond gezet en ziet een boze vinger kijven; een vinger van één van de handen die hem daarnet nog zo ‘innig’ vastgrepen. Hij begrijpt er niets van. Dan wordt hij bruusk in bed gestopt...geen woorden, geen klappen,...
“Morgen komt er een slot op dat raam,” hoort hij vader nog tieren als de deur dichtklapt.

Nog even de lichtstreep op de deurdrempel, de kwade stappen op de krakende trap en dan wordt alles weer stil.
‘Broertje’ ligt weer helemaal alleen in de duistere kamer en kruipt wat dieper onder de lakens.
Hij hoort hoe even later op straat de ‘verklikkers’ ook naar binnen geroepen worden.
Hij zucht en luistert naar de onzichtbare man... er is een tikkeltje vertwijfeling in zijn hart: “Ook jongens zijn niet te vertrouwen dus...’’
Hij zal nog véél moeten leren over deze wrede wereld.

Als slaap uiteindelijk toch zijn droefheid overwint, dommelt hij verdrietig in.


Zie ook: http://users.pandora.be/eric_vdwgd./home.htm

Schrijver: Eric Vandenwyngaerden, 9 december 2008


Geplaatst in de categorie: kinderen

3.9 met 8 stemmen 586



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Eric
Datum:
10 december 2008
Email:
eric_vdwgdpandora.be
Dank je wel, Iris. Ze zijn uiteindelijk verhuisd. 'Broertje' kreeg een eigen (jongens)kamer.
Naam:
Iris
Datum:
9 december 2008
Ik was dit verhaal met spanning aan het lezen en dacht: degene die dat geschreven heeft, heeft werkelijk iets te vertellen; iets dat ontroert en beklijft. Ik had op het knopje Verhalen geduwd, Eric, en wist aldus niet wie de schrijver of schrijfster was. Pas onderaan zag ik jouw naam staan. Eigenlijk had het geen verrassing moeten zijn want je hebt al zo vaak bewezen hoog begaafd te zijn als dichter/schrijver. Jouw verhaal VROEGER MOEST IK... heeft me aangegrepen, temeer omdat het om opgekropt verdriet van een kind gaat.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)